Is het een explosie? Brand? Of toch een terroristische aanslag?
Blog van Gor Khatchikyan, SEH-arts en spreker
De sirenes gillen luid door elkaar heen. Schreeuwende mensen rennen over straat. Ik zie rook en vuur boven een gebouw uit komen. De telefoon in de meldkamer gaat constant over met warrige verhalen, bijna niet te verstaan. Is het een explosie? Brand? Of toch een terroristische aanslag?
Complete chaos heerst, waardoor de normaal zo gestroomlijnde hulpverlening tegen haar grenzen aanloopt en stagneert.
Onlangs had ik een training in het calamiteitenhospitaal van UMC Utrecht. Samen met cursisten vanuit verschillende achtergronden (politie, brandweer, ambulance- en ziekenhuispersoneel) hebben we geoefend hoe we moeten handelen bij een grootschalig incident. De ervaringen die zijn opgedaan bij de aanslagen in Parijs en Madrid, maar ook de tramschutter in Utrecht zijn als input gebruikt voor een realistische imitatie van de chaos.
En chaos wordt het zeker. Hoewel ik mezelf een goede dokter vind, had ik het gevoel dat ik verzuip in de onmogelijke dilemma’s waar we als team voor komen te staan. Je staat er niet vaak bij stil, maar geen enkele hulpdienst en geen enkel ziekenhuis is in staat om per direct honderden slachtoffers op te vangen. Met tien kamers op de spoed en de normale patiënten die ook hulp nodig hebben, staan er plotseling nog eens tientallen gewonden voor je deur. Brandwonden, botbreuken en bloed alom. En dan heb je ook nog de bezorgde familieleden en irritante verslaggevers. Iedereen vindt zichzelf het belangrijkst en wil gezien worden.
Het is leerzaam om zo tegen mijn grenzen aan te lopen, zweetaanvallen te krijgen, een black-out te ervaren en frustratie en onmacht te voelen. Liever nu in een trainingssetting dan in het echt. Als team zijn we net zo sterk als de zwakste schakel. In mijn hoofd gaat alles makkelijker, sneller. Pas als je voor de uitdaging zelf staat, weet je hoe je die zal volbrengen. Ik moet vaker oefenen, voorbereid zijn op wat komen gaat. De belangrijkste beslissingen maak je in tijden van vrede en rust.
Uiteindelijk was focus op die ene patiënt mijn redding. Eén voor één. Do the most for the most is het motto. We moeten accepteren dat we niet iedereen kunnen redden.