'Ik zou wel weer eens koffie met mijn moeder willen drinken'
11 oktober 2024 · 10:12
Update: 11 oktober 2024 · 10:39
Bijna drie jaar geleden overleed mijn moeder, en nu heeft het wel lang genoeg geduurd. Ik zou wel weer eens een koffie of wijntje met haar willen drinken. Samen rustig zitten bij haar aan tafel, praten over van alles en niks bijzonders tegelijk. Hetzelfde geldt voor mijn vader. Hij ging haar ruim twintig jaar eerder voor. Hopelijk keuvelen zij nu wel samen.
Toen mijn moeder overleed, erfden mijn broers, zussen, ik en alle eega’s een stuk land met bijbehorend bos. Het was de wens van mijn moeder dat we er een openbaar landgoed van zouden maken, zodat meer mensen ervan konden genieten.
Op dat stuk land staat een schuur met daarin het keukentje uit mijn moeders huis, samen met de keukentafel, stoelen, kastjes, kopjes en foto’s. Haar koffiezetapparaat en de kurkentrekker ontbreken niet. We zitten daar graag als we op het landgoed klussen of tijdens een familiedag. In mijn eentje ga ik er ook weleens naartoe. Dan ben ik toch even bij mijn moeder thuis, alleen is ze er even niet. Ze komt zo, denk ik dan.
Op een nazomerdag voel ik me niet zo best en besluit ik niet binnen, maar buiten te gaan zitten. Door de lucht vliegt een libelle, die landt op mijn stoelleuning. Mijn moeder voelde zich nooit alleen, vertelde ze. God was altijd bij haar. Ook of misschien wel juist als ze het moeilijk had. Als ze buiten koffie dronk, kwam er weleens een vogeltje bij haar zitten, en zei ze: “Ach, moet jij hier nu zijn?” Voor haar was dat een teken van troost, God was dan dichtbij.
Ik kijk naar de libelle, en zeg: “Ach, moet jij hier nu zijn?” Ik praat nog wat verder, vertel wat me bezighoudt, en net als mijn moeder blijft de libelle rustig zitten en lijkt het of het mooie wezentje aandachtig naar me luistert.
Zo’n mooi moment moet ik vastleggen, denk ik na een minuut of tien. Ik pak mijn telefoon erbij en net wanneer ik de foto wil maken, vliegt – hup! – de libelle weer weg. Ach ja, dat is ook zo. Mijn moeder vond het maar niks als ik zomaar ineens een foto van haar nam.