Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Corien Oranje.
© Willem-Jan de Bruin

'Ik voel het meteen. Dit is niet goed'

8 februari 2023 · 11:34

Update: 21 november 2024 · 07:45

Ik voel me bijzonder tevreden als ik na mijn tien kilometer hardlopen weer thuis aankom. Na maanden van blessureleed lukt het eindelijk weer om een lange afstand te lopen. Over precies een week wordt de Amelandrun gehouden, en ik ben er klaar voor.

De volgende ochtend fiets ik samen met mijn echtgenoot naar de kerk. Het is minder koud dan gisteren, maar gelukkig is het niet glad. Ik ben daar sinds een paar jaar nogal alert op. Ons kerkgebouw staat in een straat waar niet gestrooid wordt. Een paar jaar geleden ben ik er van mijn fiets gevallen. Ik moest door naar de spoedeisende hulp en heb nog weken last gehad van mijn arm. Ik vertel Dick net wáár ik precies gevallen ben, als hij ineens “glad!” roept.

Op hetzelfde moment voel ik mijn fiets onder me vandaan schuiven. In een fractie van een seconde besef ik wat er gaat gebeuren, en dan smak ik op straat. Keihard. Heup. Arm. Hoofd. Bam.
Dick staat al naast me. “Gaat het?!” roept hij geschrokken. “Nee”, kreun ik. 
“Wacht, ik help je overeind.”
“Nee”, zeg ik, en ik rol me om, zodat ik op mijn andere zij terechtkom. “Ik blijf hier liggen.”
“Dat kan niet.” Dick zet mijn fiets op de stoep en helpt me op de been. Ik schreeuw van de pijn. Ik kan niet meer op mijn linkerbeen staan. Ik voel het meteen. Dit is niet goed.
“Kom mee. We gaan naar binnen.”
“Dat kan niet,” zeg ik, “ik ga wel op de stoep zitten.”
Uiteindelijk zet Dick me op het zadel van mijn fiets en rijdt hij me naar een laag muurtje waarop ik kan zitten. Iemand komt
een stoel brengen, de koster van dienst begint zout te strooien en mensen te waarschuwen. Het is echt onwaarschijnlijk glad hier. Dick belt zoon nummer drie, de fysio, die meteen in de auto springt om me op te halen. Een half uur later zit ik thuis op de bank naar de dienst te kijken. “Denk je dat ik kan lopen, volgende week?” vraag ik.
Mijn zoon werpt me een meewarige blik toe: “Ik denk het niet.”

Deel dit artikel: