Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

‘Ik minachtte mezelf omdat ik arm was’

11 februari 2022 · 07:30

Update: 15 november 2024 · 12:36

Hanna leefde met haar gezin twee jaar lang onder de bijstandsnorm. Ze vertelt wat dat met haar deed en hoe het idee van maakbaarheid ervoor zorgt dat arme mensen het alleen maar moeilijker hebben.

Sinds we twee jaar lang hebben geleefd onder de bijstandsnorm, ben ik gegrepen door het thema armoede en rijkdom. Het was heftig om te leven in een wereld waarin je continu afhankelijk bent van de goodwill van anderen, zoals gemeentelijke regelingen, de Voedselbank, Sinterklaasacties, Jarige Job-dozen, vrienden en kennissen die briefjes met geld door de brievenbus deden of zakken kippenvoer voor de deur zetten. 

Ik ben in die periode geraakt door de barmhartigheid van mensen die zonder vooroordelen ons gezin erdoorheen hielpen. Ik ben me ook kapot geschrokken van de manier waarop wij door sommige anderen werden behandeld.  Door reacties die ik las over ‘armen’ op nieuwssite nu.nl. De minachting van sommigen die regelingen moesten uitvoeren. De botte of neerbuigende toon die werd aangeslagen als ik bij hen iets kwam halen. De wantrouwende houding alsof ik, nu ik arm was, als een crimineel van plan was hen op te lichten. 

De minachting groeide

Doordat we zo afhankelijk waren van de mensen om ons heen groeiden de minachting en onzekerheid die ik voor mijzelf voelde, waardoor ik steeds minder goede keuzes kon maken en steeds meer verlamde. Voor mijn gevoel had ik totaal gefaald in deze maatschappij… 

Ik heb thuis twee boekenkastjes staan. Allebei afdankertjes van de school van mijn kinderen die klaar stonden voor het grofvuil. Ik weet nog hoe ik tijdens onze arme periode ineengedoken over het schoolplein liep met het eerste kastje onder de arm. Ik voelde mij een schooier en had het gevoel dat iedereen dat zag. Het tweede kastje, twee jaar later, was anders. Ik vroeg er vrolijk zelf om bij de juf, omdat ik zin had om hem te pimpen en te redden van het afval. De juffen waren niet anders, de kastjes waren niet anders. Alleen ik was anders. Die eerste keer minachtte ik mezelf omdat ik arm was. Maar waarom? 

Het leven is maakbaar

In het boek ‘De tirannie van de verdienste’ vond ik daarop het antwoord. Schrijver Michael Sandel schetst hoe diep in onze maatschappij het idee is doorgedrongen dat het leven maakbaar is. Dat iedereen in onze maatschappij succesvol kan worden, als je maar je kansen grijpt. Het is de American Dream: werk hard en maak de juiste keuzes, zorg voor een goede opleiding, dan ligt er voor iedereen een goed leven klaar. 

De politiek richt zich op het gelijktrekken van de startpositie door goed onderwijs en subsidies te verstrekken om mensen met een achtergestelde positie meer kansen te geven in het leven. De mensen die het gemaakt hebben bewijzen het gelijk van deze gedachte. Ze zijn trots op wat ze verdiend hebben. Zij hebben de goede keuzes gemaakt, hun kansen gegrepen. Soms was de weg lang en hard door hun achtergrond, maar dan is dat wat ze hebben bereikt nog meer hun eigen verdienste.

Deze gedachte heeft echter ook een keerzijde. Het maakt van degenen die geen succes hebben, in de bijstand zitten of geen goede baan hebben, de verliezers. Het zijn geen verliezers omdat het lot hen dat toebedeelde, nee, het zijn verliezers omdat ze hun kansen niet hebben gegrepen, of niet de juiste keuzes hebben gemaakt. Ze zijn zelfs meer dan verliezers, ze hebben gefaald en dat is hun eigen schuld. Immers, in onze maatschappij kan iedereen zijn kansen grijpen en het maken? 

Mensen die in armoede leven gaan ook negatief naar zichzelf kijken.

Armen verdienen niets

Deze kloof tussen verliezers en winnaars zorgt ervoor dat mensen die dankzij hun ‘eigen verdienste’ een goede baan hebben, naar armen kijken als mensen die geholpen moeten worden. Mensen die het dus zelf niet kunnen. Foute keuzes hebben gemaakt. Misschien wel geen karakter hebben. Hun kinderen moeten geholpen worden, want die kunnen er niets aan doen dat ze in armoede leven. Ook moet je voorzichtig zijn dat arme mensen niet meer regelingen en geld krijgen dan ze verdienen. Want ze verdienen eigenlijk niets. Sommige gemeenten gaan zelfs zover dat ze als een soort van ‘heropvoeding’ van arme mensen verlangen dat ze een tegenprestatie leveren. 

Dat alles maakt dat mensen die in armoede leven ook negatief naar zichzelf gaan kijken. Ze gaan zelf ook geloven dat hun armoede het resultaat is van hun eigen onvermogen, foute keuzes, hun eigen falen. Misschien is juist dat falen, die minachting, het geloof dat je verliezer bent nog wel zwaarder om te dragen dan de armoede zelf. 

Maakbaarheid als tiran

Het leek zo’n mooi idee: werk hard, maak de juiste keuzes en je krijgt wat je verdient! Maar nu ontpopt deze droom van maakbaarheid zich tot een ware tiran. Dat maakt het in onze tijd veel moeilijker om arm te zijn. Want armoede zegt dus niet alleen iets over je lot, het zegt zelfs iets over hoe slim (of dom) je bent, je karakter en je persoonlijkheid. En je hebt het zelf gedaan…

In mijn huis staan twee boekenkastjes. Dat op de slaapkamer van een van mijn zoons is prachtig opgeknapt. Opgeschuurd en geverfd met groengrijze verf en een dun laagje spijt. Ik wilde dat ik het op had kunnen halen zonder schaamte en zelfverwijt.

Deel dit artikel: