‘Ik had altijd iets aan te merken op de preken’
24 november 2022 · 15:54
Update: 25 november 2022 · 11:35
Talitha Muusse (31), bekend als ondernemer, spreker, radiomaker, en voormalig Op1-presentator, kan zich een leven zonder geloof niet voorstellen. “Ik heb alleen niet veel met prekerige christenen. Mensen die doen alsof ze net nog geknikkerd hebben met Jezus.”
“Grappig kind, hè?” grijnst Talitha als ze haar kinderfoto nauwkeurig bestudeert. Locatie: haar geboortehuis in Pijnacker. Jaartal: zo rond 1994. “Ik sta hier heel blij met een microfoon in m’n hand, nee wacht, een zaklamp... wah, nu herken ik dat ding weer. En trouwens, het maakte mij niet uit wat ik vasthield, als ik maar een showtje kon weggeven. Later kreeg ik een paarse plastic microfoon met zo’n echootje erin. Helemaal te gek. Grote kans trouwens dat ik hier uit volle borst het Smurfenlied zing.”
Joshua
De foto is dus genomen in Pijnacker, een plek die naast dit vrolijke tafereel staat voor een groot verdriet in het christelijke gezin Muusse. “Ik ben het jongste kind van een Nederlandse vader en een Peruaanse moeder”, vertelt Talitha. “Tussen mij en mijn oudste broer Michael zat Joshua. Helaas heeft hij maar drie maanden geleefd en ik heb hem dus nooit meegemaakt. Toch speelt hij nog altijd een heel grote rol in mijn en ons leven.”
Helaas heeft Joshua maar drie maanden geleefd
Het moet in dit huis zijn geweest dat haar ouders Talitha voor het eerst vertellen over Joshua, wat haar meteen terugbrengt naar haar vroegste herinnering aan het christelijk geloof. “Ik zal hooguit vijf jaar zijn geweest toen ik op een nacht een droom over Joshua kreeg. Het leek op een soort gesprek met God en ik hoorde een stem die iets zei als: ‘Dit is je broertje.’ Heel kort, maar voor mij stond vast dat dit van God kwam.”
Baggeraar
Het christelijk geloof krijgt Talitha thuis met de paplepel ingegoten, al zorgt het Nederlands-Peruaanse huwelijk voor een interessante mix van geloofsstijlen in huis. Zo gaat haar vader in die tijd trouw naar een Gereformeerde Bondsgemeente, terwijl haar katholieke moeder veel minder kerks is. “Overigens,” vertelt Talitha tussendoor met pretoogjes, “weet je dat mijn ouders altijd vol trots vertellen over hun eerste kennismaking? Over die toevallige ontmoeting op straat in Peru, waar mijn vader – die lange tijd als baggeraar in Zuid-Amerika werkte – naar de lokale bank zocht en een vrouw zag lopen van wie hij dacht dat ze daar zou werken. Die vrouw, mijn moeder, werkte helemaal niet bij de bank, maar liep wel met mijn vader mee om hem de weg te wijzen. Tja, de rest is geschiedenis.”
Twee geloven
Ondanks hun leeftijdsverschil van achttien jaar en de verschillende kerkelijke achtergronden trouwt het stel al na een paar maanden om zich, na wat omzwervingen, in Nederland te settelen. “Twee geloven op één kussen, hè”, grapt Talitha. Dan serieus: “Mijn moeder heeft haar draai hier goed kunnen vinden, maar ze vond de orthodoxe, zelfs wat strenge geloofsbeleving van mijn vader soms best lastig. Hij wilde per se elke zondag naar de kerk, terwijl zij daar geen behoefte aan had en God meer in het spirituele zocht. Ik denk dat ik van beide geloofsbelevingen iets heb opgepikt.”
Opbiechten
In haar jeugd koppelt Talitha God heel erg aan haar geweten, zonder dat dit angst oproept. “Zo had ik eens – in m’n hoofd – een vriendinnetje uitgescholden en een keer gelachen om de mensen in het gehandicaptenhuis vlak bij ons huis. Oei, wat voelde ik me daarna rot, alsof ik God had teleurgesteld. Dus wilde ik het heel graag opbiechten. Eerst aan m’n ouders en daarna – op hun advies – aan God.”
Blijkbaar zat er zo veel stress in m’n lijf
Dat klinkt als een heel schuldbewust meisje. Kijk je wel positief terug op het geloof uit je jonge jaren?
“Absoluut! Ik heb het als iets steunends ervaren. Zeker ook als ik ’s avonds moeite had om in slaap te vallen. Zo kreeg ik als vierjarige soms al last van stevige hartkloppingen. Heel eng natuurlijk, ook voor m’n ouders, die op een avond zelfs de huisarts belden. Gelukkig mankeerde mijn hart niets en weet ik nu dat het paniekaanvallen waren, omdat ik zo bang was dat m’n hart zou stoppen met kloppen – net als bij m’n broertje. Denk ik daar nu aan terug, dan schrik ik daar met terugwerkende kracht weer van; blijkbaar zat er zo veel stress in m’n lijf door het verlies van Joshua.”
Hoe gingen je ouders hiermee om?
“Heel begripvol en warm. Ze probeerden me ook mee te geven dat ik gewoon op God moest vertrouwen, dan zou alles goed komen. Maar je kunt niet alles wegbidden, weet ik nu! Toch probeerde ik dat en vond ik het in mijn puberteit grote onzin als mensen met problemen naar een psycholoog gingen. Daar was God toch voor? Achteraf denk ik dat ik door die opvatting veel te lang ben doorgelopen met bepaalde struggles. Mede daardoor stak die angst voor hartfalen in m’n studietijd weer de kop op en kreeg ik opnieuw last van paniekaanvallen en hartkloppingen. En met bidden ging het niet over. Dus ben ik alsnog bij een psycholoog beland, waar ik juist het tegenovergestelde leerde: ik moest het accepteren als deel van mezelf.”
Slaande ruzie
Tot haar achtste bezoekt Talitha de kerkdiensten redelijk trouw, inmiddels in Nieuwerkerk aan den IJssel. Veel warme herinneringen aan de zondagse diensten en de kindernevendienst heeft ze echter niet. “Ik kon niet stilzitten en had altijd iets aan te merken op de preken. Echt waar, als klein meisje stond ik het liefst op om mijn punt te maken. Ja, dat activistische wat ik nu nog heb, zat er toen al in. Precies zoals bij m’n vader, die ook nooit z’n mening voor zich houdt.”
Dat activistische wat ik nu nog heb, zat er toen al in
Na de kerkdienst brak thuis vaak de discussie los. Talitha en haar broer samen tegen pa. “Vooral als het over de zondigheid van de mens ging, kreeg ik de rillingen over mijn lijf. Het liefst liep ik dan weg. Ik vond het heel vreemd dat een dominee zulke heftige dingen mag zeggen tegen mensen die hij helemaal niet zo goed kent. Dat gaat zo tegen mijn gevoelens van autonomie en beleving van God in. Ook nu heb ik dat nog met prekerige christenen. Mensen die doen alsof ze net nog geknikkerd hebben met Jezus. Dat vind ik ingewikkeld, omdat mijn geloof veel mystieker is.”
Kosmos
De pittige discussies aan de eettafel werkten als een katalysator, waardoor Talitha nooit op het punt heeft gestaan het christelijk geloof vaarwel te zeggen. Ook zag ze haar vader steeds milder worden en wakkerde haar moeder de meer zintuigelijke kant van geloven bij haar aan. “Zij betrekt de hele kosmos, de planten en de dieren bij haar geloof. Mooie natuur kan haar erg ontroeren en ze linkt dat direct aan God als bewijs dat Hij de Schepper is. Ik herken dat: een mooie zonsondergang of de wind die door de bomen waait; op die momenten voel ik iets van de heilige Geest, van God. Tegelijk merk ik dat ik die theologische discussies ook superinteressant vind. Dus wie weet ga ik ooit m’n vader achterna door net als hij op latere leeftijd theologie te gaan studeren. Hij is inmiddels dominee bij de lutheranen.”
Kaarsje
Talitha als toekomstige predikant? De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Sowieso komt ze graag in kerken, zeker vijftig tot honderd keer per jaar, schat ze. Al verkiest ze wel de katholieke exemplaren boven de protestantse. “Vaak glip ik in een stad even naar binnen om een kaarsje aan te steken of te bidden. Heerlijk! Die ongedwongen vorm past bij me, zonder dat mijn antiautoritaire inborst in opstand komt door een preek.”
Wie weet ga ik ooit m’n vader achterna
Toch is ze zelf misschien meer dominee dan ze doorheeft, als ze praat over hoe ze de rijkdom van het christelijk geloof met nieuwe generaties wil delen. “Laatst sprak ik voor een groep jongeren die aan het begin van hun carrière staan en bij wijze van experiment gebruikte ik – voor het eerst – een Bijbelverhaal. Ik vertelde over Jozef de dromenkoning en kwam tot de schokkende ontdekking dat slechts twee mensen in die hele zaal wisten waar het over ging. Twee mensen! Dit motiveert mij dus om dat vaker te gaan doen, om ontwikkelingen in de politiek of samenleving te verbinden met die geestelijke rijkdom uit de Bijbel. Daardoor kom je echt tot een andere analyse dan de waan van de dag. Misschien ga ik er wel een podcast over maken.”
Het doel van je leven is te sterven zonder angst, vertelde je in 2021 in ‘De Kist’. Hoever ben je daarmee?
Ze schiet in de lach: “Ja, hoever ben ik daarmee. Even denken, hoor... Ik volg in ieder geval op dit moment een therapie om over de angst voor m’n hart heen te komen, want dit blijft een groot struikelblok. Gelukkig beheerst het me niet meer dagelijks, maar soms kan het me weer volledig overvallen als ik bijvoorbeeld een berg beklim of fanatiek sport. ‘Wat als m’n hart het straks begeeft?’
Gelukkig ben ik nu zover dat ik niet langer dingen vermijd om dat gevoel te voorkomen. Ook ben ik die vlammende angst voor de dood uit mijn kindertijd inmiddels kwijt en kan ik er soms zelfs om lachen. De dood spot immers met ons en voelt als een rare grap waar niemand aan ontkomt. Nu ik er zo naar kijk, leer ik te ontspannen en kan ik met steeds minder de rem erop genieten van mijn mooie leven.”
Tekst: Maarten Nota
Beeld: Nathalie van der Straten-Folkersma