Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Ik droom van een wereld waarin we allemaal kiezen voor liefde’

Mpho Tutu-van Furth schijnt haar licht op het slavernijverleden

Op 1 juli is het 161 jaar geleden dat de slavernij in de toenmalige Nederlandse koloniën werd afgeschaft. Afgelopen jaar was een herdenkingsjaar waarin Nederland stilstond bij deze pijnlijke geschiedenis en de gevolgen ervan. Dominee Mpho Tutu groeide op met apartheid en zet zich – in de voetsporen van haar vader Desmond Tutu – in voor waarheid en verzoening.

Deel:

Vergeving of excuses is niet slechts iets wat je geeft, maar het is het begin van een gezamenlijke reis naar heling toe. Dat schrijft dominee Mpho Tutu-van Furth in haar laatste boek Forgiveness and reparation, over de reis van vergeving en heling. Als dochter van de Zuid-Afrikaanse Nomalizo Leah en Desmond Tutu groeit Mpho op met de apartheid en de strijd ertegen. Vanaf de jaren vijftig tot net voor de eeuwwisseling, was het in Zuid-Afrika – en in veel andere delen van de wereld overigens ook – heel normaal om beoordeeld te worden op basis van je huidskleur.

Vanwege haar donkere huidskleur werd ook Mpho in haar kindertijd bepaalde dingen ontzegd. Ze mocht niet met witte kinderen op school zitten, niet in een ‘witte’ speeltuin komen en haar ouders mochten geen huis bezitten. Toch groeide ze niet op met het idee dat witte mensen superieur zijn, misschien wel dankzij haar vader Desmond. 

Tijdens de periode van slavernij in Zuid-Afrika werd de basis gelegd voor het racistische apartheidssysteem waarin mensen op hun huidskleur werden beoordeeld. Voor de meeste witte Nederlanders is dit gegeven een ver-van-hun-bedshow, net als het feit dat Nederland een slavernijverleden heeft. Daarom weten sommigen niet waarvoor ze precies excuses aan zouden moeten bieden. “Waarom zou je excuses aanbieden voor iets waar je geen weet van hebt?” zegt Tutu. “Dat snap ik wel. De eerste stap is daarom: vertel het volledige verhaal van je geschiedenis.”

Desmond Tutu

Met een kobaltblauw breiwerk in haar handen, legt Mpho uit dat ze een muts maakt voor haar 17-jarige zoon, die nog thuis woont. “Hij is muzikant en ‘wil ’m wel dragen op het podium”, zegt ze lachend. Haar dochter en kleinkinderen wonen in Zuid-Afrika. Ze heeft ze onlangs bezocht. “Facetimen is fijn, maar er gaat niets boven een echte knuffel”, zegt ze met een brede lach. Dan vertelt ze over het gezin van herkomst. “Het ritme bij ons thuis werd bepaald door de gebedstijden van mijn vader. Als kind wist ik dat we pas gingen avondeten als ‘papa klaar was met bidden’ en een deel van de middag moest ik stil zijn thuis omdat mijn vader dan bad of mediteerde. Dat was wat van ons verwacht werd en het maakte deel uit van ons leven. Ik wist niet hoe het eraan toeging in andere gezinnen. Als kind dacht ik altijd dat bidden en stiltetijd onderdeel was van mijn vaders werk en iets wat je gewoon deed. Maar toen ik later uit huis ging, ontdekte ik dat het gebedsleven van mijn vader toch wel rijker was dan dat van de meeste mensen. Zijn roeping was om pastor te zijn en zielzorg te geven aan mensen. Het was altijd druk in huize Tutu, want er was altijd wel iemand die langskwam om advies te vragen. Toen hij in 1984 de Nobelprijs voor de Vrede won – ik studeerde inmiddels in de Verenigde Staten – deed iedereen een beroep op hem.”

Het ritme bij ons thuis werd bepaald door de gebedstijden van mijn vader

Apartheid

“Mijn ouders waren beiden onderwijzers tot de Bantu Education Act in 1953. Er kwam een apart, inferieur onderwijssysteem voor zwarte studenten. Als protest stopten mijn ouders met hun werk in het onderwijs. Mijn ouders besloten dat hun kinderen onderwijs zouden genieten buiten Zuid-Afrika. Als je zwart was, mocht je alleen in bepaalde gebieden wonen, mocht je niet naar school met witte leeftijdsgenoten. Dat had de Zuid-Afrikaanse overheid ineens besloten, maar mijn ouders hadden een andere boodschap en leefden dit voor. Ze zeiden: ‘We zullen er alles aan doen om ons te verzetten tegen de overheid. Alle mensen verdienen namelijk respect en waardigheid.’

Ik weet nog dat we in Soweto woonden, een zwarte gemeenschap die in dienst staat van de witte Zuid-Afrikaners in Johannesburg. Elke dag wanneer ik richting huis ging, zag ik een soort nevel over de township. Dat werd veroorzaakt door brandende kolen. Er was namelijk geen elektriciteit. Het ironische was dat er aan de rand van de township wel twee grote elektriciteitstorens waren, maar die waren voor de witte gemeenschap, niet de zwarte.

Toen ik heel klein was, ging ik een keer met mijn vader naar Port Elizabeth. We liepen door de stad en ik zag een speeltuin, dus ik wilde op de schommel. Mijn vader zei: ‘Nee, dat kan niet.’ Hoezo niet? Er zijn toch ook andere kinderen? ‘Nee, dat is niet voor jou’, zei hij nogmaals. Het bleek een speeltuin te zijn waar alleen witte kinderen mochten spelen. Ik weet niet hoe mijn vader het mij heeft uitgelegd, maar ik heb nooit het gevoel gekregen dat witte mensen superieur waren of dat ik slecht over hen moest denken.”

Zwarte piloten

“Toen ik in de jaren tachtig in New York studeerde, kreeg mijn neef een studiebeurs om in New York te studeren. Ik leidde hem dus rond in de stad. We liepen langs een restaurant en zagen wat mannen de patio vegen en schoonmaken. Mijn neef vroeg me of het gevangenen waren en ik keek hem verbaasd aan. ‘Gevangenen? Nee, dat geloof ik niet’, zei ik. Zijn gedachtegang was: witte mensen maken niet schoon, dus dan moeten het gevangenen zijn. Daar schrok ik van. Het is maar wat je van huis uit geleerd is. Mijn vader vertelde heel vaak de anekdote dat hij in Nigeria op het vliegtuig stapte en zag dat de piloten beiden zwart waren. Hij groeide op dat moment zeker een paar centimeter van trots, want hem was geleerd dat zwarte mensen bepaalde technische beroepen niet konden uitoefenen. Het was een enorme bemoediging voor hem, maar toen ze in een storm terechtkwamen en het vliegtuig in een luchtzak kwam, zei hij: ‘O mijn God, we gaan allemaal dood, want er zitten geen witte mensen in de cockpit!’” Mpho begint heel hard te lachen. “Ook mijn vader was gewoon een mens. Kennelijk was het er bij hem ook ingesleten. Het bewijst dat we er hard aan moeten werken om deze manier van denken uit ons systeem te krijgen.”

O mijn God, we gaan allemaal dood, want er zitten geen witte mensen in de cockpit!

Ketikoti

“Een tijdje geleden luisterde ik naar journalist Elizabeth Wilkerson. Ze vergeleek geschiedenis met een oud huis. Misschien zit er een uitstulping in het plafond doordat jarenlang de verwarming heeft gelekt. Doordat het al die tijd genegeerd is, is het een zootje geworden. Je weet dat het plafond openbarst als je niets doet, maar toch kies je ervoor het te blijven negeren. Of je begint met reparaties. Als ik denk aan de feestdag Ketikoti en de geschiedenis van Nederland, dan kun je ervoor kiezen om alleen maar naar de mooie dingen te kijken: we hadden immers de Gouden Eeuw en het geld was er ineens voor Nederland. Je kunt praten over hoe geweldig die tijd was en hoe geweldig dit land is, maar dan negeer je de enorme bult in het plafond die elk moment kan gaan scheuren. Je kunt je dan beter afvragen: hoe is Nederland zo rijk geworden? Wie betaalde de prijs daarvoor? Het feit dat mensen werden verhandeld, afgeslacht en soms vermoord, is niet deel van de Nederlandse geschiedenis. Dat verhaal is generaties lang nooit verteld, dus dat betekent dat een groot deel van de bevolking eigenlijk in een leugen leeft.”

Rol van de kerk

“De kerk heeft hier ook schuld aan. Zij stuurde zendelingen naar het zendingsveld en betaalde hen in slaven. Zij wist ook waar het geld vandaan kwam als er op het zendingsveld kerken werden gebouwd. En wie bouwden die kerken? En met welk geld werden deze kerken ondersteund? Als geloofsgemeenschappen moeten we hiervoor verantwoordelijkheid nemen. Weet je, het handelsmerk van de kerk is het vertellen van verhalen. Dat doen we elke week en we nodigen mensen uit om deel te zijn van die ervaring. Als christenen vertellen we het verhaal van een timmerman die stierf, meer dan tweeduizend jaar geleden. Ik denk dat we dan óók best een verhaal kunnen vertellen dat ruim tweehonderd jaar geleden plaatsvond. De kerk heeft hierin een leidende rol. Ik weet dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vorig jaar heeft beloofd om in de kerkarchieven te duiken om eerlijk te kunnen vertellen welke rol zij heeft gespeeld in de slavernij. In Zuid-Afrika waren er geloofsgesprekken, gefaciliteerd door de Waarheids- en Verzoeningscommissie, over hoe de kerk soms dingen heeft verzwegen of heeft samengewerkt wat betreft apartheid. Hier is hetzelfde aan de hand en schuldbelijdenis daarover van de betrokken partijen is daarom op z’n plaats.”

Ketikoti is een dag dat we mogen stilstaan bij bevrijding en gerechtigheid

Kies liefde

“Ik droom daarom van een wereld die de moed heeft om te leven vanuit liefde in plaats van angst. Een wereld waarin jij en ik werken en dingen creëren. Heel vaak nemen we beslissingen door niet te kiezen, hè? Ik droom van een wereld waarin we altijd kiezen voor liefde, een wereld waarin we allemaal tot bloei mogen komen. We staan als mensen niet los van elkaar. We zijn met elkaar verweven, afhankelijk van elkaar, zichtbaar en onzichtbaar. Hoe mooi als we kunnen erkennen dat we elkaar hard nodig hebben. Ketikoti is een dag dat we mogen stilstaan bij bevrijding en gerechtigheid. Het is een feest van vrijheid. Mijn droom is dat Ketikoti net zo belangrijk wordt als 4 en 5 mei en het een nationale feestdag wordt die de Nederlanders eren als deel van hun geschiedenis.”

Mpho Tutu-van Furth (1963) werd geboren in Londen als dochter van de wereldberoemde Zuid-Afrikaanse aartsbisschop en mensenrechtenactivist Desmond Tutu en zijn vrouw Nomalizo Leah. Ze volgde de religieuze voetsporen van haar vader en werd in 2003 in de Verenigde Staten ingezegend als anglicaans priester. Vandaag de dag is ze predikant van de Amsterdamse kerk Vrijburg.

Wat is Ketikoti?

De zeventiende eeuw wordt in de Nederlandse geschiedenisboeken de Gouden Eeuw genoemd. Er wordt echter niet altijd bij verteld dat deze rijkdom over de ruggen van slaven ging. De West-Indische Compagnie verscheepte vanuit West-Afrika slaven en zette ze aan het werk in de Nederlandse koloniën. Dit duurde van de zeventiende tot de negentiende eeuw. Op 1 juli 1863 werd de slavernij afgeschaft en deze dag wordt sinds 1955 gevierd. Ketikoti is van oorsprong een Surinaamse feestdag. De naam komt uit het Sranantongo, een creoolse taal in Suriname, en betekent ‘ketenen gebroken’. Ook in diverse steden in Nederland wordt sinds de millenniumwisseling Ketikoti gevierd door met name Afro-Surinamers en Afro-Antillianen. Op de eilanden Aruba, Curaçao, Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten heet deze feestdag Emancipatiedag.

Geschreven door

Jeannette Coppoolse

--:--