IC-verpleegkundige Ivonne voelt zichzelf geen held
‘Soms kun je alleen maar toekijken hoe iemand zieker en zieker wordt’
Thuis is ic-verpleegkundige Ivonne van Eijk (50) niet constant met corona bezig, maar op haar werk staat alles in het teken van het virus. “Bij sommige mensen zie je de angst in de ogen staan. Dan realiseer ik me: dit is echt heftig.”
Op de ic van het Diakonessenhuis in Utrecht draagt Ivonne beschermende kleding, handschoenen, een mondkapje, een muts en een speciale spatbril. Alleen daardoor al is ze zich continu bewust van wat er aan de hand is. “Wat me het meeste raakt, is dat mensen zo ontzettend ziek kunnen zijn, maar dat er niemand van de familie bij mag komen om hun hand vast te houden.
Patiënten moeten deze ziekte alleen doormaken en liggen te wachten tot er weer iemand komt om hen te verzorgen. Dat is zo eenzaam. Ook voor de familie is dit heftig. Je wilt er toch voor je geliefde zijn? Je wilt toch zijn of haar hand vasthouden?”
Agressief virus
Het ziektebeeld van patiënten met corona is heel grillig, valt Ivonne op. “’s Middags zit je nog thuis en is er niets aan de hand. Tot je begint te hoesten, dan lig je voor twaalf uur ’s nachts aan de beademing op de ic. Dit virus is heel erg agressief. Bij sommige mensen zie je echt de angst in de ogen staan. Dat raakt mij diep en dan realiseer ik me: dit is echt heftig.”
Op de ic worden mensen in slaap gehouden, maar van patiënten op de verpleegafdeling hoort Ivonne hoe benauwd ze het kunnen hebben. “‘Alsof er glas in mijn longen zit, zo scherp voelt het,’ zeggen ze zelfs.”
Nog even beeldbellen met familie
Voordat patiënten op de ic in slaap gebracht worden, mogen ze via beeldbellen eerst nog even met een familielid praten. “Dan zeggen we erbij: ‘We hopen dat het tijdelijk is, maar zeg elkaar gedag, want we weten niet hoe lang dit gaat duren.’ Inmiddels weten we dat mensen twee, drie weken aan de beademing liggen en daarvan zeker twee weken niet bij kennis zijn. Daar komt bij: niet iedereen wordt daarna nog wakker. Dat is het heftige.
Onze eerste patiënt met corona is gelukkig na een paar weken lopend het ziekenhuis uitgegaan, maar er zijn nu zo veel patiënten… je weet het niet.”
‘Je ziet alleen de ogen van collega’s
Omdat Ivonne en haar collega’s helemaal ingepakt hun werk moeten doen, herkennen ze soms elkaar niet eens. “Je ziet alleen de ogen van collega’s en weet ook echt niet met wie je werkt. Pas als diegene begint te praten, weet je: ‘O, jij bent het.’ We hebben daarom nu naamstickers op onze jassen.
Door alle protocollen en regels die dagelijks wijzigen is er veel onrust en loopt de druk op, merkt Ivonne. “We hebben nu tien bedden extra en vanaf maandag worden dat er twaalf.”
Vliegt het je weleens aan?
“In het begin minder dan nu. Dat komt ook omdat ik door een aantal nachtdiensten wat vermoeider en emotioneler ben. Toen het van de week even rustig was, keek ik eens rond en dacht ik: wat liggen deze mensen er toch hulpeloos bij. Het zal je familielid maar zijn dat hier ligt! Die eenzaamheid raakt me echt. En soms zitten we zelf ook met onze handen in het haar; we willen graag helpen en mensen beter maken, maar soms lukt dat gewoon echt niet. Dan kun je niets anders doen dan toekijken en zien hoe iemand zieker en zieker wordt.
Fysiek vind ik het overigens niet erg dat het zwaar werk is. Maar mentaal is het zwaar. En het treft echt mensen van alle leeftijden.”
Ben je bang om zelf ziek te worden of anderen te besmetten?
“Ik ben daar redelijk nuchter over: op mijn werk ben ik beter beschermd dan wanneer in de supermarkt iemand in mijn buurt begint te hoesten. Maar voor het thuisfront is dat wel anders. Deze week zei mijn man ineens dat hij het toch wel spannend vond. ‘Je staat in de frontlinie,’ zei hij. ‘Wat als jij straks ziek wordt?’ Als je niet ziet wat er precies gebeurt op zo’n afdeling, snap ik wel dat het best spannend kan zijn.”
Berichtjes van mensen die voor me bidden raken me
Waar put je hoop uit?
“Ik put hoop uit het vertrouwen dat God altijd voor mij zorgt en mij helpt. Het raakt me dan ook als ik berichtjes van familieleden krijg die zeggen dat ze aan me denken en voor me bidden. Dat doet me echt heel goed.”
Voor Mark Rutte ben je een held. Voelt dat ook zo?
“Nee, zeker niet. Nu er zo veel mensen ziek zijn, worden wij ineens allemaal opgehemeld. Allemaal lief en aardig die aandacht, maar een paar weken geleden moest ik iemand verplegen met open tuberculoze. Dat is ook vreselijk besmettelijk, maar toen hoorde je niemand. Dan is het gewoon je werk.
De kleine attenties van mensen doen me eigenlijk meer. Een bos bloemen, een pizza van een plaatselijke pizzeria… Het is leuk dat mensen zien wat je eigenlijk doet. Maar vóór deze crisis vond ik mijn beroep ook al heel mooi. Wij hoeven niet tot helden uitgeroepen te worden.”
Geschreven door
Mirjam Hollebrandse