Hoe kun je God vertrouwen?

1. Accepteer Gods trouw

Gods trouw is een van de mooiste karaktereigenschappen van God. Hij is trouw aan Zichzelf, trouw aan Zijn woord en trouw aan Zijn schepping. Hij is intens betrouwbaar. Als Hij iets belooft, doet Hij wat Hij zegt. Misschien maakt Hij Zijn beloften pas jaren later waar (denk aan Abraham, die heel lang moest wachten op de vervulling van Gods belofte), maar Hij zál doen wat Hij heeft beloofd. En al voel je je door iedereen om je heen verlaten, Híj zal je nooit in de steek laten.

God is altijd trouw, ook wanneer wij ontrouw zijn
Telkens weer toont God Zijn trouw, ook als mensen ontrouw aan Hem en aan Zijn geboden zijn. God wil al die ellende in de wereld niet (waar Hij overigens wel vaak de schuld van krijgt, alsof Hij het heeft veroorzaakt), maar Hij wil Zijn schepselen zijn liefde en genade tonen.

Hij zegt: ‘Wie mij met hart en ziel zoekt, die zal Mij vinden.’ (naar Jeremia 29:13). Hij laat nooit los wat Zijn hand ooit is begonnen!

2. Aanvaard Gods liefde

Een goed gehecht kind vertrouwt gewoon. Als hij iets eng vindt, zal mama hem troosten. Als hij springt, vangt papa hem op. En als een vreemde hem een snoepje wil geven, pakt hij dat gewoon aan. Maar in het leven van iedereen komt een moment van teleurstelling in mensen – op school, in de familie, in de kerk of op het werk. Anderen blijken toch niet zo betrouwbaar te zijn als jij dacht. Dan knakt je vertrouwen.

Is je vertrouwen beschadigd, dan zul je opnieuw moeten leren vertrouwen en je opnieuw aan mensen en ook aan God leren verbinden. Dan kun je de volle liefde ervaren zoals God die wil geven.

Hoe mooi is het dat God Zelf jou dat vertrouwen (terug) wil geven. Hoe geweldig is het dat je door Jezus’ offer God als je ‘Abba Vader’, jouw Papa, in je leven mag ontvangen (Romeinen 8:15). Gods liefde voor jou is zó ongelooflijk groot… wat voor ellende je ook meemaakt of hebt meegemaakt, Zijn liefde kan alle pijn en verdriet herstellen!

3. Ga op weg

Pas als je je ‘ik-wil-graag-alles-onder-controle-hebben-neiging’ loslaat en je gewoon stapje voor stapje op weg gaat, kun je je vertrouwen op God ontwikkelen.

Als je altijd op de bank blijft zitten, kun je nooit vertrouwen ontwikkelen. Simpelweg omdat er niets te vertrouwen valt. Juist dán kun je groeien. Dus gá, ook al ben je bang. Gá, ook al weet je niet vooraf wat het je zal brengen. Gá, gewoon omdat God het van je vraagt. Hij zal je hand vasthouden en Hij belooft: Ik zal altijd bij je zijn!