'O God, laat ons het niet verleerd zijn de liefde te wekken'
18 december 2018 · 07:45
Update: 15 november 2024 · 13:00
Elsa doet vrijwilligerswerk en waar ze komt ontmoet ze zachtheid, warmte en soms liefde. Maar dat komt niet door haar, maar door haar metgezel: een zachte robot-zeehond.
Elsa ziet met eigen ogen hoe een robot liefde en ontroering opwekt bij mensen in het verpleeghuis. Het voelt als een persoonlijke nederlaag: zijn wij zelf verleerd om de liefde te wekken, zodat een Japanse fabriek het vóór ons moet doen?
Sinds een paar weken ga ik wekelijks op pad met een robotzeehond in een verpleeghuis voor dementerende ouderen. Als startende ZZP’er met beide kinderen op school heb ik zeeën van tijd. In mijn zoektocht naar enige structuur – en een zinvolle besteding van die tijd – bladerde ik door de online vrijwilligers-vacaturebank. Daar stuitte ik op een vacature waar ik in eerste instantie heel hard om moest lachen:
Gezocht: begeleider interactieve robotzeehond.
Ik maakte er zelfs een screenshot van en deelde ‘m geamuseerd met mijn Facebookvrienden. Maar na enige research vertederde het idee me. En ik meldde me aan.
Robotzeehond roept liefde en vertedering op
Nu ben ik sinds een paar weken officieel begeleider interactieve robotzeehond in een verpleeghuis. De zeehond heeft een naam: Paro. Paro is sneeuwwit en zacht, hij beweegt en maakt aandoenlijke geluiden. Hij heeft grote zwarte ogen met lange wimpers. Ogen waar je verlegen van wordt als ze je lang aankijken. Ja echt, lach me uit, maar het is me al een paar keer overkomen! Paro reageert op aanraking en geluid, maar is bovenal ontworpen om reactie uit te lokken.
Paro doet iets wat wij niet meer lijken te kunnen: liefde en vertedering opwekken. Hoe? Door volslagen hulpeloos en weerloos te zijn. En vooruit, ook lekker zacht.
Ik zag ze op YouTube, de reacties van bewoners op Paro. Reacties die een regelrechte doorbraak waren op hun normaal apathische gedrag.
Ik zag het voor mijn ogen gebeuren, die twee dagen dat ik in het verpleeghuis rondliep. Het is werkelijk briljant. Eén bewoonster ontdooide volledig, de zon brak door op haar gezicht terwijl ze vertederd de liefste woorden over de zeehond uitstortte. Dat deze reactie verraste, bleek uit het feit dat de medewerksters van het huis meteen naar de camera grepen om het vast te leggen. Het was een ontroerend moment.
“Zo’n zielloos ding uit een Japanse fabriek wekt de liefde beter dan ik. Hoe kan dit?”
Persoonlijke nederlaag
Hoewel ik de sterke neiging heb argwanend tegenover technologische ontwikkelingen te staan, ga ik tot nu toe met volledige overtuiging op pad met deze pluizige robot. Het geeft voldoening om het dier z’n werk te zien doen. Het enige wat ík hoef te doen is: de lieve huisvriend introduceren aan de koffietafel en de goed verborgen aan-knop vinden.
Dan ontstaat er bijna altijd iets. Dit heeft altijd met zachtheid te maken, met liefde, met warmte. Een liefdevol staaltje techniek. Tegelijk voelt Paro als een persoonlijke nederlaag en maakt hij mij bij tijd en wijle triest. Zo’n zielloos ding uit een Japanse fabriek wekt de liefde beter dan ik. Hoe kan dit?
De liefde wekken
Het is Advent. Sinds mijn ervaringen in het verpleeghuis heeft mijn uitzien naar het Kind een compleet andere lading gekregen. Want hoe komt God op de wereld, volgens het verhaal en de christelijke traditie? Als een weerloos, hulpeloos kind. Een baby.
Een baby. Hét schepsel bij uitstek dat spontaan vertedering wekt, liefde en de niet te onderdrukken neiging om ervoor te willen zorgen. We willen het overstelpen met kusjes, aanraken, ons laven aan haar zachtheid. Daarom zeg ik: het eerste wat God deed toen Zijn voeten de aarde raakten, was de liefde wekken.
In zijn latere leven wekte Jezus ook een heleboel andere dingen, maar ik ben ervan overtuigd dat dit steeds de kern was – en nog steeds de kern vormt – van Zijn beweging. De liefde wekken. Vandaar misschien het weerloze lam als Christus-icoon. Vandaar misschien dat Jezus zijn leerlingen het kind als ultiem voorbeeld stelde: het Koninkrijk is voor wie is zoals zij. Zie o.a. Lucas 18:16,17.
Hulpeloos
Zíj, de kinderen, zetten de toon van een rijk dat te herkennen is aan hún unieke kwaliteiten. Ja, want zij zijn onbevangen en kunnen onvoorwaardelijk vertrouwen, dacht ik altijd. Mooi. En zij maken zich niet zo druk om status, dacht ik daarnaast. Ook mooi. Nu is daar een nieuwe kwaliteit bij gekomen: want zij wekken de liefde. Misschien wel het allermooist.
O God, laat ons het niet verleerd zijn de liefde te wekken, zodat een Japanse fabriek het vóór ons moet doen. Maak ons hulpeloos tegenover de liefde van het Kind. Laat deze liefde ons overvallen en meesleuren, zodat ze geen keuze meer is. Geen opdracht. Geen geste. Schenk ons de gift dat het vanzelf gaat.
Wek in ons de liefde, baby Jezus. En laat ons de liefde wekken, door toe te geven aan dat wat we altijd al waren: weerloos en hulpeloos. En zacht.
<hr/>
Afbeelding: still uit de video Robtos in de zorg van Wereldomroep Archief