'Hij deed zijn prothese af en zwaaide ermee in het rond'
15 oktober 2024 · 11:18
Update: 15 oktober 2024 · 11:25
Tegen de tijd dat u deze column leest, is Parijs allang alweer in zijn oude staat hersteld. De tribunes zijn afgebroken, het zwembad in het stadion van Nanterre is gedempt, de straten zijn schoongeveegd. Alleen de ringen aan de Eiffeltoren herinneren nog aan de Olympische Spelen van afgelopen zomer. Maar in mij zindert het feest nog na. Want ik was erbij.
Dat was een daad van totale overmoed. Ik ben totaal niet avontuurlijk aangelegd, en het was meer dan 35 jaar geleden dat ik voor het laatst in Parijs was. Maar het moest. Ik moest de hoofdpersoon van mijn boek in actie zien.
Vijftien jaar geleden kreeg de 11-jarige Olivier van de Voort, de zoon van onze vrienden, een verschrikkelijk ongeluk met zijn pony. Hij verloor zijn onderbeen, en zijn sportieve toekomst leek in duigen te vallen. Maar na zijn revalidatie ging hij weer zwemmen, en precies twee jaar na het ongeluk was hij de allersnelste zwemmer van Friesland. Ik schreef een boek over hem: 'Kampioen'.
Olivier had een doel: goud halen op de Paralympische Spelen. In Rio lukte dat niet. Olivier stopte met professioneel zwemmen, ging studeren en daarna werken. Maar de droom bleef, en deze zomer, vijftien jaar na het ongeluk, besloot Olivier het nog één keer te proberen. Hij kwalificeerde zich voor de 100 meter rugslag.
Toen ik het hoorde, dacht ik: wacht even. Parijs. Dat is wat anders dan Rio of Tokio. Parijs, daar kun je zomaar naartoe, met de trein. Dus op de dag van de finale nam ik ’s morgens in alle vroegte de trein naar Amsterdam, ik stapte over op de Eurostar, en aan het begin van de avond zat ik met 15.000 man in een volgepakt stadion in Parijs.
De zwemmers kwamen uit de catacomben. Olivier zwaaide naar het publiek en deed zijn prothese af. Hij was in zijn categorie de enige zwemmer met een amputatie, en kon zich bij de start en het keerpunt dus maar met één voet afzetten. Een enorm nadeel.
Het waren de 58 spannendste seconden van mijn leven. Maar Olivier tikte als eerste aan. Tijdens de huldiging deed hij op het podium zijn prothese af en zwaaide ermee in het rond. Het stadion stond op zijn kop. Kampioen.