Navigatie overslaan
Sluit je aan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Het woord dat alles verandert (spoiler: het is Jezus).
© AI

Het woord dat alles verandert (spoiler: het is Jezus)

28 maart 2025 · 10:18

Update: 28 maart 2025 · 16:52

In de kerk zijn woorden alomtegenwoordig: Bijbel, preek, gebeden, liederen. Taal is een belangrijk onderdeel van het christelijk geloof. Maar hoe zit dat eigenlijk met die God die schept door te spreken? Wat scheppen we zelf met onze woorden en wat bedoelen we met het ‘Woord van God’?

Het christendom is een heel talige geloofstraditie. Een van mijn lievelingsliederen is al sinds de basisschool ‘God heeft het eerste woord’. Ik vind het als schrijver maar ook als mens troostrijk om te beseffen dat elke zin en alle onzin wordt voorafgegaan door de allereerste spreker, God zelf. “Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen – Hij spreekt nog altijd voort.” Dat laatste is ook essentieel. Als mensen praten we wat af en sinds de komst van massamedia en chatapps vliegen de woorden je om de oren. Meer dan ooit en sneller dan ooit. Toch is God ook nooit gestopt met spreken, voor wie ernaar kan en wil luisteren.

Als ik een godheid moest bedenken die de hemel en de aarde schiep, zou ik hem of haar waarschijnlijk met de armen laten zwieren. Een beetje als de zandtovenaar. Of met een stokje laten zwaaien, of in de handen laten klappen. Een lichamelijk gebaar waarmee de godheid alles tevoorschijn toverde. Zo gaat het niet in de Bijbel. In de Bijbel bestaat de aarde eerst nog uit een grote chaotische zee. Dan ademt God in, zodanig dat het water gaat rimpelen. Ten slotte is er het grote begin: God schept het licht alleen maar door te spreken. Het is geen fysieke handeling maar een woord waardoor het licht aangaat.

Woorden kunnen daden zijn

Scheppen door alleen maar te spreken, het is een onvoorstelbare combinatie. Toch zijn we als mensheid in de loop van de tijd steeds dichter bij die werkelijkheid gekomen. Sinds er computers zijn uitgevonden, is het ineens wat minder gek geworden. Computers draaien immers op programmeertaal. Je tikt wat woorden, en plotseling verschijnen er lichtjes op je scherm. Door zulke technologische mogelijkheden aan te boren zagen wij definitief bevestigd wat Bijbellezers al honderden jaren wisten: met taal kun je een compleet nieuwe werkelijkheid creëren. Er zijn maar een paar woorden nodig om vanuit het niets iets in het leven te roepen.

Help ons ook om te weten wanneer we die mond beter even dicht kunnen houden

Wie een beetje Hebreeuws kent, weet dat die wetmatigheid al in deze Bijbelse taal vervat zit. Het woord voor ‘woord’, davar, kan net zo goed daad, gebeurtenis, of verhaal betekenen. Er is voor de Hebreeërs geen radicaal onderscheid tussen woorden en daden – zij zouden vreemd opkijken bij het horen van de bekende leus van Feyenoordsupporters. Een woord kan tegelijkertijd een scheppingsdaad zijn. Dat betekent dat we er goed mee moeten omgaan. Ik bid in bijna elke kerkdienst waarin ik voorga: “Heer, open onze mond opdat we het juiste woord op het juiste moment leren spreken. Help ons ook om te weten wanneer we die mond beter even dicht kunnen houden.”

De grote impact van taal

Ook als je nooit een woord in de Bijbel hebt gelezen, weet je dat eigenlijk wel. Alle mensen lopen rond met in hun hoofd, hart en ziel de herinnering aan woorden die anderen tegen hen zeiden. “Jongen, jij komt nog op het verkeerde pad”, zei de leraar. “Jij vindt na mij toch nooit meer een partner”, zei de ex. “Ik ben zo trots op hoe mooi jij kunt zingen”, zei de oma. Zinnen die soms achteloos worden uitgesproken en direct weer vergeten, laten een blijvende indruk achter op degene aan wie ze zijn gericht. Ze veranderen de werkelijkheid ten goede of ten kwade.

Jakobus, de broer van Jezus, was zeer onder de indruk van de macht van onze taal. “Bedenk eens hoe een kleine vlam een enorme bosbrand veroorzaakt. Onze tong is net zo’n vlam.” Niemand was zich daar zó van bewust als de profeet Jesaja. Hij was uitzonderlijk goed met woorden. Maar toen hij God ontmoette, realiseerde hij zich dat hij vooral kwaad had aangericht met dat talent: “Ik ben verloren, want ik ben een mens met onreine lippen”, schreeuwde hij. Een engel reinigde zijn lippen symbolisch met een gloeiend kooltje en daarna mocht Jesaja zijn woorden gaan inzetten voor het goede. Jesaja werd de eerste die sprak over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, hoop verlenend aan ontelbare generaties lezers en hoorders.

Fascinerend geloofsstuk

Door de hele Bijbel heen blijven de woorden van God belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan de tien geboden, vanuit het Hebreeuws ook wel de tien woorden genoemd: een soort grondwet van God voor de mensen. God gaf leefregels aan Mozes en bood via de profeten zowel kritiek als beloften aan alle volken. Daar hebben we nu ons bijzondere heilige boek aan te danken, bestaande uit tientallen boeken. Het is een fascinerend geloofsstuk dat de God die ooit wereld en aarde schiep door te spreken, ook tot ons wil blijven spreken. Veel mensen hebben zijn stem gehoord, alleen al door in de Bijbel te lezen.

Woord van God

Tegelijk is het christendom geen geloof van het boek. Ondanks het kolossale gewicht dat de Bijbel draagt, zet het boek zichzelf minstens op het tweede plan in het begin van het evangelie naar Johannes. Dat begint met een lofzang op het Woord van God dat er al in het begin was en dat erbij betrokken was toen alles werd geschapen. “In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.” Maar daarna zegt Johannes iets wat alles anders maakt: “Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid”. De ode aan Gods scheppende Woord is een ode aan Jezus geworden.

Nog steeds is Gods woord scheppend aanwezig

Voor christenen is het Woord van God dus het hoogste wat er is. Maar in tegenstelling tot wat velen denken, hebben ze het dan niet over de Bijbel. Ze hebben het over Jezus. Beter kunnen we dus zeggen: voor christenen is het Woord van God de hoogste die er is. Nog steeds is Gods woord scheppend aanwezig, nog steeds heeft God het eerste en het laatste woord. Maar dat woord wordt belichaamd door Christus. Zoals Jezus rondliep over de aarde, genezend, onderwijzend en omhelzend, zo is Gods Woord als het ware ontsnapt aan het keurslijf van de taal, de afstand en de geschiedenis.

Verstaanbaar

Al deze zinnen zijn geheimenissen. Ze zijn geen theologische wartaal, ze zijn geloofs­taal. Ze betekenen niets voor wie het niet wil of kan vatten, ze betekenen alles voor hen die deze geloofstaal verstaan. De kern van dit evangelie is nabijheid. De schrijvers van de evangeliën waren diep onder de indruk van het feit dat God zo dichtbij kon komen. Dat Jezus zó een van hen was geweest. Terwijl er tegelijkertijd niets werd afgedaan van de macht van die God. Dat zagen ze wel aan Jezus: zijn woord was wet, overal waar Hij kwam. En Hij liep gewoon al die tijd tussen hen in! Vis etend, meubels makend, zijn voeten bevuilend aan de stoffige wegen.

Daarmee wordt de geheimtaal ineens begrijpelijk voor iedereen. Want er is eigenlijk geen mens die Jezus niet kan begrijpen. Zelfs iemand die nooit meer een voet in de kerk wil zetten, kan Jezus vaak nog goed waarderen. Dat is wat het betekent als we zeggen dat Jezus het Woord van God is. We zeggen daarmee dat God voor eeuwig aan het woord is, en dat alle mensen het mogen verstaan.

    Deel dit artikel:

    Meest gelezen

    Lees ook