'Het platteland moet met de borst vooruit!'
4 november 2022 · 09:38
Update: 13 december 2022 · 09:44
“Nog maar even en de grote stroom vakantiegangers overspoelt alle mooie en minder mooie plekken van Nederland. (...) De boer, liever gezegd de agrariër, is zo langzamerhand wel gewend aan jaloerse of bewonderende blikken van de stadsmens.”
Dit is geen citaat uit de krant van afgelopen weekend, over de dagjesmensen die in de herfstvakantie Nederland overspoelen. Nee, dit komt uit een artikel over de boerderij van mijn ouders, in een krant uit de jaren zestig. Dat zit zo: met mijn broers en zussen ruim ik de spullen van mijn moeder uit haar huis. Zij overleed vorig jaar december, en inmiddels zijn we aangekomen bij haar papieren en krantenknipsels. We stuitten onder andere op dit artikel, dat gaat over de boerderij van mijn ouders. Wat me meteen opviel, is dat in de jaren zestig al gesproken en geschreven werd over de kloof tussen de stad (het westen) en de provincie (het platteland). De kloof tussen ‘de stadsmens’ en ‘de agrariër’. Er is, kortom, niets nieuws onder de zon.
Toch is er wel iets veranderd. Want waar destijds geschreven werd over de jaloerse of bewonderende blikken van de stadsmens, zouden veel agrariërs die blikken nu meer typeren als neerbuigend. Johan Remkes heeft er haarfijn op gewezen hoe politiek Den Haag opereert. Wat is dan nu de oplossing? Er moet meer aandacht en waardering komen voor het platteland. Maar ik denk ook dat het platteland met de borst vooruit moet gaan staan. En dan bedoel ik niet de omgekeerde vlaggen en demonstraties, maar wel: je trots laten spreken. Want het lijkt wel alsof die trots veranderd is in een soort slachtofferschap. Wat ik ook begrijp, overigens. Veel boeren hebben het gevoel dat ze de dupe zijn van de mooie plannen uit Den Haag.
Maar er zijn ook boeren die zelf het heft in handen nemen. Neem mijn neef. Hij heeft samen met een aantal andere boeren een plan gemaakt om én stikstof te reduceren, én de grutto te redden én door te kunnen boeren. Dat zijn staaltjes vakmanschap waar je u tegen zegt.
Niet voor niets ben ik dol op Daniël Lohues, die de trots bezingt van het platteland, met z’n “hier kom ik weg, hier hoor ik thuus”. Díé trots, díé ‘wij-hebben-iets-te-biedenmentaliteit’, daar zou ik voor tekenen.