Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Het atheïsme was Robbert Zandbergen niet atheïstisch genoeg.
© Nathalie van der Straten

Het atheïsme was Robbert Zandbergen niet atheïstisch genoeg

28 oktober 2024 · 08:26

Update: 30 oktober 2024 · 18:08

Op z’n 11e ging Robbert Zandbergen (33) al naar de bibliotheek om filosofische boeken te lezen. Vanaf de middelbare school zette zijn interesse in filosofie zich om in een giftig antireligieus denken. Nu is hij terug van weggeweest, zoals hij het zelf omschrijft. “En wel zó geleidelijk, dat ik het bijna niet doorhad.”

De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Óf je bent wetenschappelijk, slim en vooruitstrevend, óf je bent religieus en achterlijk. Dat was de vaste overtuiging van Robbert, toen hij na de middelbare school natuurkunde ging studeren in Leiden. Hoewel hij hervormd was gedoopt en zijn basisschooltijd had doorgebracht op een christelijke school, zei het geloof hem weinig. “De Bijbelverhalen in de klas hoorden er net zo bij als de reken- en taallessen. Ik dacht er verder niet over na.” Ook in zijn ouderlijk gezin werd er nauwelijks aandacht aan geloven geschonken.

Geraakt door de bliksem

De filosofische boeken die Robbert al op jonge leeftijd ging lezen, radicaliseerden hem, zegt hij. “Nu zijn radicale filosofen niet echt gevaarlijk, maar het zorgde er wel voor dat ik heel vurig werd tegen het geloof. Zeker moderne filosofen zijn heel anti-religie. Zij zien religie als dom, idioot, achterhaald. Daar ging ik in mee. Vrij pretentieus en puberaal, zeg ik nu, maar toen ageerde ik graag tegen de georganiseerde religie. Ik denk dat ik ook gewoon wilde laten zien hoe slim ik was. Het atheïsme was me niet atheïstisch genoeg.

Op de middelbare school zei ik domme dingen, zoals: ‘Als God bestaat, mag Hij dat aan mij bewijzen door mij nu door de bliksem te raken.’ Dat gebeurde natuurlijk niet, dus dat was dan voor mij het bewijs dat God niet bestond. Om die kinderlijke naïviteit kan ik nu hartelijk lachen. Daar komt bij: als ik wel door de bliksem zou zijn geraakt – en ik zou het overleefd hebben – dan had ik dat wetenschappelijk uitgelegd als puur toeval. Ik denk dat mijn hele atheïsme dreef op het provoceren van God.”

Vurig en giftig

Na een jaar natuurkunde switchte Robbert naar filosofie. Die studie beviel hem veel beter. “In die tijd overschatte ik mijn eigen kennen en kunnen. Ik weet niet in hoeverre dat als irritant werd gezien; bij pubers en jongvolwassenen zie je dat misschien eerder door de vingers. Maar ik was ontzettend vurig – giftig eigenlijk – als het op religie aankwam.”

Als ik nu de Bijbel lees, denk ik heel vaak: o ja, dit ken ik!

Geen lichtflits

Toen Robbert filosofie ging studeren, kwamen er langzaam maar zeker scheurtjes in zijn zorgvuldig gemetselde anti-religiebouwwerk. Terugblikkend: “Het was niet één enkel moment waarop ineens het licht aanflitste en ik dacht: hé, er is toch iemand daarboven. Het was een lang proces waarin ik eindelijk volwassen werd. Ik kreeg meer respect voor mijn voorvaderen, de tradities en cultuur waar ik uit kwam. Ik was begin 20, en mijn proces van volwassenwording ging gepaard met een hervonden interesse in het geloof. Een soort herwaardering. Dus nee, het was geen schakelaar die werd omgezet, het ging heel geleidelijk. En wel zó geleidelijk, dat ik het bijna niet doorhad.”

Ironisch genoeg was het precies de atheïstische filosofie die Robbert op een ander spoor zette. “Juist atheïstische denkers als Marx, Nietzsche en Freud brachten me terug bij het geloof. Dat snap ik zelf ook niet precies, want zij schrijven nergens letterlijk ‘God bestaat niet’ of ‘God bestaat wel’. Ik denk dat het niet zozeer de grip van het geloof, maar meer de zwakke grip van het atheïsme was die mij heeft doen terugbewegen.”

Robbert, die momenteel aan de universiteit van Shanghai onderzoek doet naar mentale gezondheid, noemt zijn ommekeer bewust geen bekering. “Van die term gaat mijn bloed fermenteren. Bekering duidt op het omarmen van een vreemde, andere religie. In mijn geval gaat dat niet op, want ik ben gedoopt. Mijn wieg stond in die christelijke context. Dus ik ben terug van weggeweest, zo zie ik het meer.”

Tot zijn verrassing kwamen na al die jaren bepaalde christelijke liedjes weer bij hem bovendrijven. Ook het Onze Vader kende hij nog uit zijn hoofd. “Als ik nu de Bijbel lees, denk ik heel vaak: o ja, dit ken ik!”

Skeletachtig leven

“Wat ik zou missen als ik het geloof niet had? Dan zou ik een redelijk skeletachtig leven leiden. Een leven zonder geloof is als een leven zonder liefde. Ik denk niet dat geloof en liefde hetzelfde zijn, maar het heeft eenzelfde rol in het menselijk bestaan. Het kleurt de lijntjes in.”

Als hij opstaat om nog een kop koffie te tappen, zegt hij: “Misschien is een leven zonder geloof wel te vergelijken met een leven zonder koffie. Het kán, maar ik zou de hele dag zitten trillen.”

Podcast 'Het ene moment'

In deze rubriek vertellen bekende en onbekende Nederlanders over dat ene moment dat hun leven voorgoed heeft veranderd. 
Luister ook de podcast 'Het ene moment', waarin Elsbeth Gruteke de gast uitgebreider spreekt.
Het Ene Moment
Het Ene Moment

Dit artikel hoort bij de podcast

Het Ene Moment

Deel dit artikel:

Neem een koekje.

Jammer! Door je cookie-instellingen kan je dit deel van de site niet zien. Als je meer cookies accepteert, kan je dit deel wel zien.

Toestemmingen aanpassen