'Ik ben 37 en voel me als een puber die alles moet ontdekken'
14 april 2022 · 14:20
Update: 24 juli 2023 · 16:26
Tot voor kort draaide het leven van de bruisende 37-jarige Henriëtte Hoegen om maar een ding: vluchten voor de pijn en angst die haar van jongs af aan beheerste. Ontsnappend aan een vader die haar mishandelde en misbruikte, raakt ze verstrikt in een leven met destructieve relaties, drugs, alcohol en suïcidale strijd. Totdat er zich een kans aandient en Henriëtte een nieuw leven instapt.
Van de een op de andere dag stopt Henriëtte met verdovende middelen. Cold turkey! Geen alcohol meer, geen drugs. Niet meer wegvluchten. Haar verlangen naar een ander leven is zo groot dat ze de ontwenningsverschijnselen dapper draagt en volhoudt. Het is nu alles of niets. Een half jaar daarvoor deed ze nog een zelfmoordpoging met een overdosis pillen. “Ik heb altijd alleen maar pijn kunnen voelen in m’n leven. Daarom was ik dag en nacht bezig om dit te verdoven, maar dit lukte niet. Het ging van kwaad tot erger. Ik wilde niet meer leven.”
Voorgeschiedenis
Als kind groeide Henriëtte op als jongste van een gezin met drie broers en een zus. “Mijn ouders hadden een bedrijf, maar mijn vader had ook een alcoholprobleem. Ik werd door hem mishandeld en seksueel misbruikt. Op mijn 6e gingen mijn ouders uit elkaar.” Daarop volgde een periode waarin het gezin steeds op andere plekken moest wonen.
“Hij mocht ons niet vinden. Dit was heel angstig voor ons allemaal. We waren altijd bang dat hij ons toch zou vinden. Ik weet nog dat ik naar school gebracht werd met een een taxi, zodat mijn vader mij niet zo snel zou herkennen en mij niet mee kon nemen. Zodra we aankwamen bij school, rende ik vanuit de taxi naar binnen. Dit was altijd een heel angstig moment voor mij.”
Ik deed alles om maar niet stil te hoeven staan bij mijn pijn en verdriet
Henriëtte zoekt beschutting bij vrienden, vrienden die drugs gebruiken. Ze gaat zelf ook gebruiken en ontdekt dat de roes haar continue pijn en angst enigszins verdooft. Softdrugs worden harddrugs. Sterk als ze is, begint ze wel ook een opleiding, vindt een baan, was kapster. “Dit was allemaal om maar niet stil te hoeven staan bij mijn pijn en verdriet én om mijn verslaving te betalen.” Ondertussen raakt Henriëtte dieper verstrikt in het criminele circuit. Dan uiteindelijk die grote wanhoopsdaad, een zelfmoordpoging. Na deze ziekenhuisopname woont ze een tijd bij een vriendin in huis. Zij en anderen wijzen haar op de hulpverlening van De Hoop. Na een half jaar kan ze daar terecht.
'Alles is nieuw voor me'
Henriëtte stopt cold turkey met alle verdovende middelen. “Dit was echt ontzettend zwaar, maar ik wilde volhouden. Het is gelukt om mijn verslavingen te breken. Maar, daaronder lagen de trauma’s, deze aangaan was minstens zo pittig. Ik heb zoveel gehuild. Ik was altijd alleen maar aan het wegrennen en vermijden. De medewerkers van De Hoop hebben me geleerd dat ik mezelf mag zijn. Dat huilen goed is.”
Ik had altijd een masker op. Ik wist niet wat genieten was.
Daar staat ze dan, clean en kwetsbaar, volop verlangend om haar nieuwe leven verder te verkennen. “Het grootste verschil met hiervoor is dat ik nu nuchter ben. Ik was altijd onder invloed en dan voel je niets. Nu voel ik van alles.” Lachend vervolgt Henriëtte: “Ik ben 37 jaar maar ik voel me net een puber die alles moet ontdekken. Alles is nieuw voor me. Ook het daten, wat ik overigens echt heel spannend vind om te doen. Hiervoor was mijn leven niet leuk. Ik had altijd een masker op. Ik wist niet wat genieten was, dat heb ik vanaf m’n tienerleeftijd weggedrukt. Dit begin ik nu weer te ontdekken.”
(Tekst loopt door onder de foto)
Schaamte
Er zit ook wel wat schaamtegevoel laat Henriëtte weten. “Pas op m’n 34e leerde ik hoe ik met mijn emoties om moest gaan. Daar schaam ik me wel voor. Daarvoor kon ik alleen maar wegvluchten of zelf agressief worden. Emoties waren zo nieuw voor me! Ik heb alles moeten leren over hoe je met emoties omgaat. Ik heb daarin heel veel geleerd in therapie en in de kerk en van vrienden.
Laatst zat ik op een terras en ik zie het gelijk als iemand drugs gebruikt
Is er iets wat Henriëtte mist aan het leven wat ze hiervoor had? “Ik ben een thrillseeker, ik geniet van spontane acties en feestjes. Die had ik in die tijd heel veel, dat mis ik soms wel. Maar, deze feestjes waren altijd bedoeld om te verdoven. Zo veel mogelijk drugs en alcohol om alles weg te drukken. Dat wil ik nooit meer. Ik maak nu andere keuzes. Laatst werd ik meegevraagd naar een festival, maar dat vind ik nu nog lastig, ik wil niet terugvallen. Laatst zat ik op een terras en dan zie ik het gelijk als er mensen zijn die ‘gebruiken’ (drugs, red.). Dan denk ik: ‘ah joh, wat zit daar nou onder bij je? Wat wil je verdoven?’. Verdoven is helemaal niet leuk. Je wilt iets wegdrukken. Laten we nou gewoon leren praten! Zo simpel is het. Gewoon praten.”
Samen met Stichting Chris en Voorkom! bezoekt Henriëtte schoolklassen om te vertellen over de gevaren van drugs en verslaving. De nieuwe manier van drugs dealen is namelijk juist om jonge kinderen in te zetten. “Het is zo belangrijk om dit aan kinderen te vertellen. Als kind weet je namelijk niet beter en ga je niet uit jezelf bedenken of iets goed of slecht is.”
Hoe kan het dat mijn school nooit wat heeft gevraagd?
Henriëtte benadrukt hoe ongelooflijk belangrijk het is om als ouder, docent of hulpverlener alert te zijn. “Kinderen die het moeilijk hebben zijn overal. Je kunt ze herkennen, als je goed kijkt en luistert. Zorg dat ze goede hulp krijgen. Ik vraag me zelf af waarom niemand mij als kind gezien heeft. Hoe kan het dat mijn school nooit wat heeft gevraagd? Ik plaste tot mijn 10e in mijn broek, sliep overdag in de poppenhoek. Dan ga je toch denken: wat is er met dat meisje? Op de middelbare school ‘bewerkte’ ik jongens met een hockeystick. Dan denk je als opvoeder toch: hier klopt iets niet?”
Henriëtte vertelt de kinderen ook ‘dat niemand jou zomaar intiem mag aanraken of pijn doen’. En als dat wel gebeurt, dat je het aan iemand moet vertellen. “Hier moeten ouders, buren en leraren echt alerter in zijn. Ik merk in de klassen dat de vragen die de kinderen stellen, heel veelzeggend zijn. Je kunt hier veel uit afleiden. Ik let goed op of ik ‘kleine Henriëttes’ zie en als dat zo is, overleg ik met de docent over hulpmogelijkheden. Ik heb jarenlang mijn mond moeten houden. Dat doe ik niet meer. Ik ben gaan praten, over mezelf, maar ook met anderen. Het is heel erg wat er allemaal gebeurt. Maar door te praten, elkaar te vertellen en waarschuwen, kun je ongezonde situaties helpen stoppen.”
God bestaat
Een ander groot verschil tussen nu en voorheen, is dat Henriëtte gelovig is geworden: “Ik heb de Heer leren kennen. Dat was is heel bijzonder gegaan, dankzij een vriendin die christen is. Op een dag zei ze: “Ik heb God gesproken, en die vroeg wanneer je mee gaat naar de kerk.’ Ik stond met mijn mond vol tanden. Ik had niets met de kerk, maar die vriendin en haar man hadden veel voor mij gedaan en ik wilde respectvol met hen omgaan. Dus ging ik mee. In de auto naar de kerk vroeg ze hoe het met mij ging. Ik vertelde dat ik bedolven raakte onder de golven, dat ik probeerde naar boven te zwemmen voor lucht. Net als ik naar adem wilde happen, kwam er weer een golf over me heen.
Het contact met de Heer is wat mij op de been houdt
In de kerk onderbrak de voorganger de dienst. Hij zei dat hij een woord van de Heer had: ‘Er is een vrouw die het gevoel heeft dat ze bedolven raakt onder de golven, dat ze snakt naar adem en dat er dan weer een golf over haar heen komt.’ Ik keek mijn vriendin aan en ze zei: ‘Ik zei toch dat je mee moest gaan, wijfie, deze is voor jou!’ Ik barstte in tranen uit. Ik wist: God bestaat echt. God ziet mij."
Henriëtte besluit om naar de kerk te blijven gaan. ”Ik ging er helemaal voor. Ik heb twee keer een Bijbelschool gevolgd en ga naar allerlei conferenties. Ik heb me laten dopen, op mijn favoriete plek, midden in de natuur. Het contact met de Heer is wat mij op de been houdt.”
(Tekst loopt door onder de foto)
Tweede kans: gekregen én genomen
Lachend vervolgt Henriëtte: “Ik zeg altijd: Kansen liggen er om te grijpen en niet om naar te kijken. Dit is mijn favoriete uitspraak. Ik heb de kans gekregen om een nieuwe start te maken, maar ik heb ‘m ook gegrepen!” Op welke andere kansen hoopt ze nog? “Mijn hart gaat uit naar mensen die mishandeling of misbruik hebben meegemaakt, of die uit een moeilijk gezin komen. Ik ken die pijn. Soms hoef je dan helemaal niet zoveel te zeggen, je ziet het aan mekaar. Juist naast de mensen die niet gezien, of begrepen worden, wil ik staan. Of helpen. Of iets doen. Daar ligt mijn hart!”
Henriëtte werkt als fondsenwerver voor Stichting Vrienden van De Hoop, is vrijwilliger bij Stichting Chris en Voorkom! en knipt in mei de haren van een grote groep vluchtelingen uit de Oekraïne.
Beeld: Nataschja de Boer