Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

De heilige les die de monnik ons kan leren in het migratiedebat.

De heilige les die de monnik ons kan leren in het mi­gra­tie­de­bat

22 augustus 2017 · 07:35

Update: 15 november 2024 · 12:46

Radicaal gastvrij, zo opent iedere gastenbroeder de poort van het klooster. Monnik Thomas Quartier weet wel waarom. ‘Je moet dankbaar zijn voor iedereen die je mag ontvangen.’

Onder alle pleidooien, demonstraties en acties in verband met de velen die vandaag aan de deuren van Europa kloppen, is voor mij één statement het krachtigst. Het komt uit onverwachte hoek: van een oude monnik die de poort van zijn klooster bewaakt. Wanneer er aangebeld wordt, antwoordt hij consequent volgens oud monastiek gebruik: ‘Deo gratias’. Met die groet wordt traditioneel iedereen verwelkomt die voor de deur staat. Ook in mijn eigen abdij houden we ons aan dit gebruik wanneer iemand aan de deur van onze cellen klopt.

Godzijdank doet de oude monnik dat ook bij de voordeur. Hij brengt in praktijk wat bij het bewaken van onze grenzen vaak vergeten wordt: dat er een heilige dimensie zit aan het bewust openen van je poort, en dat díe moet bepalen wat je doet. Gewoon opendoen, geen gedoe.

De poort is niet van jou

Dat betekent: leren inzien dat je niet een claim kunt leggen op de poort – alsof je de ander een gunst zou bewijzen door hem of haar binnen te laten. De poort is niet van jou. Wanneer persoonlijke of maatschappelijke omstandigheden ertoe leiden dat er aan een deur wordt geklopt, dan is dat altijd een geschenk voor alle betrokkenen, aan beide kanten van de poort.

Hoe moeilijk is dat in te zien wanneer we ons in ons eigen huis bedreigd voelen. En hoe irreëel zijn soms de scenario’s die ons weerhouden, openhartig ‘Deo gratias’ te zeggen. Ze spelen met onze angst. Opeens weet iedereen heel goed excuses te vinden waarom bij hem geen vluchtelingen in huis kunnen wonen.

Ik zei dit laatst tegen een aantal oudere broeders die niet bij mij in huis wonen. Bijna verlegen antwoorden ze: ‘Er wonen twee gezinnen bij ons’. Ik schaamde me. Want ik vertelde over het ‘Deo gratias’ – zij deden het. Hoe goed onze bedoeling ook is, we houden toch vaak genoeg onze deuren dicht.

Een heilig fundament is nodig

Om het geschenk van de aankloppende ander op waarde te kunnen schatten, kom je niet ver met enkel goede intenties. Die ebben snel weer weg en verdwijnen onder een sluier van argwaan en doemdenken. Dat dreigt nu in veel Europese landen te gebeuren waar de ‘cultuur van het welkom’ (Willkommenskultur) dreigt om te slaan in goedkope propaganda.

Om het geschenk te waarderen is iets diepers nodig. Een heilig fundament. Het besef dat jij er niet over gaat of de ander welkom is of niet. Iedereen die je iets anders wijsmaakt, gaat in tegen het statement van de oude monnik; onopvallend en bescheiden aan de poort.

Wanneer mensen aan de kloosterpoort kloppen en de stem van de oude broeder horen, zien ze hopelijk die bescheidenheid. De monnik maakt geen ophef, maar doet gewoon wat er te doen valt: mensen laten delen in het leven van zijn gemeenschap. Hij bedankt de nieuwkomers niet dat ze gekomen zijn, maar hij dankt God – de heiligheid van de ontmoeting maakt elke situatie bijzonder. Daarom voelt menig gast aan de poort ook dat het niet nodig is om de monnik te bedanken. Soms zegt hij: ‘Bedank mij niet, maar God’.

Wie is die ‘we’ wanneer de wereld in beweging is?

Ik moet toegeven dat dit onwennig is en behoorlijk ingaat tegen mijn eigen opvoeding waarin ik gewend was mijn handelen aan de etiquette af te meten. Het eigen gedrag richt zich naar sociale codes, die op hun beurt bepaald worden door belangen die we min of meer met elkaar delen. Maar wie is die ‘we’ wanneer de wereld in beweging is? Wat voegt de noodlijdende ander die voor de deur staat toe aan onze belangen? Over die vragen kan je eindeloos discussiëren, maar wellicht is wat de monnik doet het allerbeste: richt je blik naar boven.

Het God danken van de monnik geeft mij daarom te denken. Wat zegt dit gebaar in deze woelige tijden, waarin we vaak lezen dat we ‘grenzen moeten beschermen’ (en niet mensen)? De monnik leert ons een theologische les: we moeten de heiligheid van elke situatie waarin mensen elkaar ontmoeten aan het licht brengen. Daar hoef je geen bijzonder vroom type voor te zijn. Wel moet je aanvoelen dat er juist in politiek lastige situaties een laag in de werkelijkheid verstopt kan zitten die niet in een strategie te vangen is. Er zijn heilige principes die gekoesterd moeten worden. Dat besef wakker houden is de opdracht van de monnik aan de kloosterpoort.

Een gastvrijheid die radicaal is

Kloosters kunnen op kleine schaal kiemcellen van gastvrijheid zijn, gastvrijheid hoort ten slotte bij de kerndeugden van het monastieke leven. Een gastvrijheid die radicaal is. Wanneer een klooster niet zonder enige voorwaarde dankt voor iedereen die komt, hoef ik hun gastvrijheid niet. Natuurlijk, dat is een ideaal. Het is een lastige taak voor een gastenbroeder om met de soms heel uiteenlopende populatie gasten te dealen, met veel uitgesproken karakters. Maar als het in het klooster op kleine kiemcellenschaal niet lukt, waar dan wel?

Als monnik en theoloog voel ik mij geroepen om mensen in alle bescheidenheid woorden aan te reiken die hen in staat stellen voor die radicale gastvrijheid op te komen. Migratie is niet iets wat je moet beperken of reguleren, je moet dankbaar zijn voor iedereen die je mag ontvangen. Benedictus zegt in zijn Regel niet voor niets dat er in het gastenverblijf ‘voldoende opgemaakte bedden’ moeten staan (hfdst 53).

Kloosters móeten plekken van ontwapenende naïviteit zijn

Is dat naïef in de huidige tijd van grote mensenmassa’s die naar een gespreid bedje lijken te verlangen? Wellicht. Maar kloosters móeten in mijn optiek plekken van ontwapenende naïviteit zijn. Dan hebben ze iets te zeggen. ‘Realistische’ inschattingen zijn er al genoeg.

Koester dus je eigen naïeve plek waar iedereen welkom is. Vind hem in je huis en in je hart. En vergeet daarbij nooit de oude monnik die naar de ander kijkt en dat een reden vindt om God te danken. Zijn ‘Deo gratias’ herinnert ons aan de opdracht het heilige principe in praktijk te brengen: ieder mens is een geschenk voor de ander – op de Griekse eilanden én in Doetinchem.

Andere afleveringen van deze serie vind je hier

afbeelding

Thomas Quartier vertelt in deze serie wat het betekent om een benedictijnse monnik te zijn. Meer lezen? Thomas Quartier osb, Kiemcellen, van klooster naar wereld, € 19,90

Deel dit artikel: