EO-presentator Hans van der Steeg: 'Ik wil niet over alles een harde mening hebben'
Wat kreeg Hans mee over God en het geloof en waar staat hij nu?
Zijn stem is regelmatig te horen in de avondprogramma’s op NPO Radio 1 en hij maakte diverse journalistieke reportages voor de EO. Misschien vormde zijn favoriete Bijbelverhaal uit z’n kindertijd al wel de inspiratie voor zijn beroepskeuze. “Als ik er nu over nadenk, is de geschiedenis van Jozef een prachtig journalistiek verhaal.”
Met een fotoalbum onder zijn arm komt Hans van der Steeg iets laten dan afgesproken binnen. Terwijl hij door het boek bladert, zoekend naar een geschikt exemplaar om na te maken tijdens de fotoshoot voor dit interview, valt op dat hij als kind graag buiten was. Volgens zijn moeder moest ze voor Hans dan ook het vaakst een nieuw paar schoenen kopen. Zijn schoeisel versleet ook tijdens de actieve vakanties naar Italië en Frankrijk, waar een dagje bij de tent zitten tot de uitzonderingen behoorde. Alleen zondags. Dan luisterde het hele gezin in een kring rond de draagbare cassetterecorder naar een kerkdienst. “We mochten doorspoelen tot de preek. Wij zetten het geluid altijd zachter, omdat we niet wilden dat de hele camping kon meegenieten. Maar mijn vader draaide hem vervolgens weer harder, omdat hij het anders niet kon verstaan. Zei hij tenminste.”
Ik keek als kind niet vreemd op als mijn vader drie avonden in de week druk was met de kerk
Toewijding van hier tot Tokio
De presentator groeide als jongste van vijf kinderen op in Amersfoort en verliet zijn geboorteplaats nooit. De hervormde Sint Joriskerk, waar zijn ouders veel tijd in staken, had een centrale plaats in het gezin. “Ik keek niet vreemd op als mijn vader drie avonden druk was met de kerk. Op die dagen kwam hij na zijn werk thuis om snel te eten en nog even de krant door te lezen – maar als je goed keek,” grinnikt Hans, “had hij zijn ogen dicht. Daarna ging hij weer op pad. Mijn moeder bracht bezoekjes aan ouderen uit de kerk en deed actief mee met de vrouwenvereniging, waar ze ook de financiële zaken regelde. Ze toonden toewijding van hier tot Tokio, daar heb ik nog steeds veel respect voor. Ik vraag me af of ik dat zelf, naast mijn werk en mijn gezin, zou kunnen en willen.”
Prachtig journalistiek verhaal
“In de schoolbanken kon ik moeilijk stilzitten,” vertelt Hans verder over zichzelf als kind. Maar als er spannende verhalen uit de Bijbel werden verteld, zat hij op het puntje van zijn stoel. “Mijn favoriete verhaal? Als ik na het eten mocht kiezen wat mijn moeder uit de Kinderbijbel van Evert Kuijt zou voorlezen, koos ik altijd het verhaal van Jozef.” Lachend: “Als ik er nu over nadenk, is die geschiedenis een prachtig journalistiek verhaal. Er gebeurt iets verschrikkelijks, wat uiteindelijk uitgroeit tot iets heel moois. Die verhalen kom ik in mijn eigen werk vaak tegen en boeien me mateloos.”
Het lied 'Hoger dan de blauwe luchten' schalt door mijn kindertijd heen
Had je ook een favoriet lied in die tijd?
“‘Jozef zoekt zijn grote broers’, natuurlijk,” grijnst hij. “Maar als ik een lied moet noemen dat als het ware door mijn kindertijd heen schalt, is dat toch ‘Hoger dan de blauwe luchten’. Dat vat mijn beeld van God toentertijd mooi samen. Daar in de hemel woont de Vader ‘die van al Zijn kinderen houdt’, die voor ons zorgt en die bijvoorbeeld fikste dat het goedkwam met Jozef, ondanks alles wat hij in Egypte allemaal meemaakte.”
Regeltjescultuur
Hans, die ook regisseur is van programma’s als Oases in de Oriënt, vertelt hoe hij met vallen en opstaan zijn havodiploma binnensleepte op de reformatorische middelbare school in Amersfoort. Aan die periode koestert hij mooie herinneringen. Maar als hij terugkijkt, denkt hij ook aan de moeizame momenten. “De identiteit van de school ging me op een gegeven moment tegenstaan. Sowieso hoorde ik al bij een minderheid. Mijn ouders waren lid van een hervormde kerk, stemden op de RPF, hadden televisie en waren lid van de EO. Die zaken pasten niet bij mijn school. Het ging tijdens de lessen godsdienst regelmatig over hoe slecht we als mensen waren, hoe het volgens de leraar zat met het geloof en wat we allemaal moesten doen om een echte christen te zijn. Ik kon geen vervulling vinden in de regeltjescultuur van het geloof.”
Het terras op na de dienst
“Als journalist ontdekte ik ontzettend veel nieuwe levensperspectieven,” vervolgt Hans, die na zijn studie journalistiek en een baan bij RTV Utrecht de overstap naar de EO maakte. Tijdens het maken van reportages en programma’s in het buitenland zag hij ook hele andere kanten van het geloof. “Zo bezocht ik tijdens het maken van een reportage in Griekenland een doopdienst. Na de dienst staken de kerkgangers de weg over naar het dichtstbijzijnde restaurant. Daar gingen ze op het terras feestvieren. Zoiets zou bij ons thuis uit den boze zijn: als kind mocht ik op zondag niet eens met de andere kinderen uit de buurt spelen! Maar dat soort zaken spelen in veel culturen nauwelijks een rol, ontdekte ik.” Ook in het Midden-Oosten ontmoette Hans verscheidene christenen. “Zij vormen daar een minderheid en hebben hele andere zaken aan hun hoofd dan wat er op zondag wel en niet mag, bijvoorbeeld. Daarom denk ik nu: waarom zou ik na al die verhalen en ontmoetingen nog volhouden dat het geloof een regeltjesfabriek is?”
Hawaii-shirt
“Tegelijkertijd merk ik steeds meer dat ik niet over alles een harde mening wil hebben,” vult hij aan. Het schoppen tegen bepaalde regels zoals hij op de middelbare school deed, doet Hans niet meer. “Als ik mezelf erop betrap dat ik oordelend uit de hoek kom, voel ik me daar niet prettig bij.” Inmiddels is hij ervan overtuigd dat alle verschillende visies op geloof goed naast elkaar kunnen bestaan. “Wil je in een zwart pak naar de kerk, of draag je een zondags Hawaii-shirt? In beide gevallen heb je mijn zegen.”
Ik wil niet over alles een harde mening hebben
Hoe zou je jouw geloof omschrijven?
Hans denkt na en wrijft over zijn kin. “Ik heb nog steeds het ‘hoger-dan-de-blauwe-luchtengeloof’, denk ik. Wie of wat God ook is, Hij is een hogere macht die de wereld bestuurt.” Er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht. “Wanneer mijn jongste zoontje van 4 op zijn fietsje door de straat crost en ik in de tuin zit, hoor ik hem soms zingen: ‘God is een kunstenaar, een grote kunstenaar’ (Opwekking Kids 22, red.). Dat kinderlijke beeld van God vind ik prachtig en helpt mij persoonlijk geloven dat Hij er altijd bij is. Moet het meer zijn dan dat kinderlijke vertrouwen? Weet ik niet. Al hoor ik genoeg terechte vragen. Als God van alle kinderen houdt en een helper voor de grote en de kleine wil zijn, zoals dat kinderliedje zingt, waarom zien we dan zo veel ellende?”
Opnieuw blikt Hans terug op een situatie tijdens zijn werk. Zo was hij een tijd terug in Egypte, waar hij een weduwe van een koster sprak. Haar man was in zijn eigen kerk onthoofd door terroristen. Maar ondanks het verdriet en de vragen die de aanslag bij haar opriep, straalde ze een enorm vertrouwen op God uit. “Als zij zo’n groot vertrouwen op God heeft, waarom zou ik dan degene moeten zijn die deze vragen stelt? Daarbij hebben we als mensen ook de talenten gekregen om er hier iets moois van te maken. God de schuld geven van alle ellende, vind ik te kort door de bocht.”
God de schuld geven van alle ellende, vind ik te kort door de bocht
Behalve je fietsende en zingende zoontje heb je nog twee jochies. Hoe geef je het geloof aan hen mee?
“De beste momenten daarvoor zijn ‘s avonds als ik ze naar bed breng. Ik praat met hen over wat ze die dag op school hebben geleerd, maar vraag ook voor wie of wat ze willen bidden en waarom. Daarnaast stimuleer ik ze om vooral het onbevangene vast te houden: dat ze al fietsend ‘God is een kunstenaar’ blijven galmen. Op een gegeven moment zullen ze ook met vragen komen en ik weet nu al dat ik in veel gevallen geen antwoord kan geven. Maar ik vind het vooral belangrijk dat we daar dan open gesprekken over kunnen voeren, daar ligt mijn prioriteit. En niet of ze straks twee keer naar de kerk gaan, bijvoorbeeld.” Lachend: “Dat gesputter begint nu al. Tijdens de online diensten is het ingewikkeld genoeg om hun aandacht vast te houden. Ik vind het wat dat betreft nog steeds bijzonder hoe mijn ouders dat vroeger op de camping hebben voor elkaar hebben gekregen.”
Avontuur
“In het dagelijks leven kom ik waarschijnlijk nog een heel eind,” antwoordt Hans op de vraag wat hij zou missen zonder geloof. Maar een leven waarin God totaal geen rol speelt, zorgt na verloop van tijd voor onrust, veronderstelt hij. “Zonder geloof zou er veel meer druk op me staan. Ik ervaar nu natuurlijk ook druk, ik ben ambitieus en kan stress ervaren door de dagelijkse gang van zaken. Maar in dat alles ben ik ontzettend dankbaar voor mijn geloofsopvoeding. Ik mag er nog steeds op vertrouwen dat ik er niet alleen voor sta.”
Zonder geloof zou er veel meer druk op me staan
Of hij in de toekomst nog tot ingrijpende nieuwe inzichten komt? Hans denkt van niet, al blijft hij graag het avontuur van andere blikvelden en meningen opzoeken, zoals hij zijn werk omschrijft. “Dat is de luxe van mijn baan: ik mag wezenlijke vragen stellen aan mensen. De antwoorden neem ik mee in mijn eigen leven en houden me scherp. En als mijn leven ophoudt?” Hans slaat het fotoalbum dicht dat nog voor hem op tafel ligt. “Dat is voor iedereen een vraag. Zelf heb ik niet een heel concreet beeld van de hemel. Maar wie weet lopen daar de mensen in zwarte pakken naast de mensen in Hawaii-shirtjes.”
Tekst: Lukas ten Napel
Beeld: Ruben Timman