Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Kiëra en Yordi bij de couveuse van hun te vroeg geboren dochtertje Louèn.
© Handen aan de couveuse

Als hun dochtertje vier maanden te vroeg wordt geboren, herhaalt de nachtmerrie zich: ‘Ik durfde mijn kindje niet vast te houden’

29 oktober 2024 · 16:30

Update: 30 oktober 2024 · 20:31

Als Louèn vier maanden te vroeg wordt geboren, herhaalt de geschiedenis zich voor haar ouders Kiëra en Yordi. Vier jaar eerder brachten ze ook al maanden door op de afdeling neonatologie met hun oudste dochter D’angely, die zich ook veel te vroeg aandiende. “We waren machteloos als ouders.”

Het duurt even voor Kiëra en Yordi weer een zwangerschap aandurven na de vroeggeboorte van hun oudste dochter D’angely. Maar als ze eenmaal weer een kindje verwachten, hebben ze er vertrouwen in. “Alle echo’s waren goed”, blikt Kiëra terug. “Het kindje was lekker beweeglijk en ik voelde me ook prima. Tot ik terugkwam van een vliegvakantie. Ik was moe en had rugpijn. Het zal wel door de vlucht komen, dacht ik. Maar op een gegeven moment ging ik naar de wc en had ik bloedverlies. Zo begon de rollercoaster bij D’angely ook. Ik wist meteen dat het mis was.”

Niets missen van de verhalen uit 'Handen aan de couveuse'?

Schrijf je in voor de tweewekelijkse Opgroeien & Gezin-nieuwsbrief.

Lees onze privacyverklaring.

24 of 26 weken: een levensgroot verschil

In het ziekenhuis blijkt dat Kiëra één centimeter ontsluiting heeft. Weeënremmers mogen niet baten: twee dagen later komt de bevalling op gang en wordt Louèn na 24 weken zwangerschap geboren. “De minimale leeftijd”, legt Kiëra uit. “In Nederland is het de richtlijn om extreem vroeg geboren kinderen te behandelen en in leven proberen te houden vanaf 24 weken. Ik was hartstikke bang, ook omdat ik wist wat ons te wachten stond. Al voor de bevalling kwamen er allemaal artsen langs, maar wij hadden één vraag: of we de kinderarts mochten zien die D’angely vier jaar geleden ook had geholpen.”

Haar huid was nog doorzichtig, je kon al haar adertjes zien

Yordi knikt: “Tot onze grote opluchting kwam ze naar ons toe. ‘Ik ben blij én niet blij om u te zien,’ zei ik tegen haar. D’angely was geboren na 26 weken zwangerschap, en ze legde aan ons uit dat die twee weken een levensgroot verschil uitmaakten. En ja, dat verschil hebben wij uiteindelijk ook met eigen ogen gezien…” Al in de eerste week na de geboorte krijgt de kleine Louèn een infectie en raakt een stukje van haar darm ontstoken. “We waren machteloos als ouders”, vertelt Yordi. “In die eerste weken en maanden heeft ze zo veel ondergaan en meegemaakt. En je kan er niets aan doen.”

Ieniemienie baby

Kiëra: “In het ziekenhuis willen ze het liefst dat de moeder eerst buidelt met het kindje, omdat het natuurlijk nog in de buik van de moeder had moeten zitten. Maar ik durfde niet. Louèn was zo klein en kwetsbaar – ze woog maar 750 gram. Dat is nog niet eens een pak suiker! Haar huid was nog doorzichtig, je kon al haar adertjes zien. Zo’n kleine ieniemienie baby moet je dan vasthouden, inclusief een wirwar aan slangetjes en beademingsapparatuur. En dat minimaal een uur lang, omdat het verplaatsen heel vermoeiend is voor een kleintje. Doodeng vond ik het. Volgens mij durfde ik het pas op de derde dag aan.”

Wat is buidelen?

Buidelen is een belangrijk onderdeel van de dagelijkse zorg op de neonatologie-afdeling. Met buidelen hebben ouders huid-op-huid contact met hun baby, die met alleen een luier aan op hun blote borst ligt. Tijdens het buidelen ruiken, voelen en horen baby’s hun ouders, wat bewezen positieve effecten heeft op zowel kind als ouder. Als een kind tegen de borst van moeder ligt, hoort het geluiden die al vertrouwd waren in de baarmoeder, zoals moeders hartslag, maar ook het ruisen van bloed en het rommelen van darmen.

Yordi: “Een dag later heb ik voor het eerst met Louèn gebuideld. Op de neonatologie-afdeling is het nooit stil met alle piepjes en geluidjes: elk kindje mankeert wel iets. Tijdens het buidelen probeerde ik me daarvoor af te zonderen en me te richten op de connectie met mijn dochter. Ik praatte tegen haar, probeerde haar zo veel mogelijk aan te raken. Want als vader kun je die connectie pas echt opbouwen als je kind op de wereld is gekomen.”

Spoedoperatie

Twee weken na de bevalling krijgen Yordi en Kiëra een telefoontje: of ze zo snel mogelijk naar de afdeling willen komen, want het gaat niet goed met Louèn. Het stukje darm dat vlak na de geboorte ontstoken raakte, is ondanks de antibiotica niet hersteld. Nu lopen de ontstekingswaarden steeds verder op. “Toen we binnenkwamen, stonden er allemaal artsen bij haar bedje”, vertelt Kiëra. “Ze wilden een spoedoperatie doen om te kijken wat er precies met haar darmen aan de hand was. ‘We weten niet of ze de operatie overleeft, omdat ze nog zo klein is’, zeiden ze erbij. Daarom moesten we voor de zekerheid afscheid van haar nemen. In paniek belde ik mijn moeder. ‘Praat met haar’, sprak ze me moed in. ‘Zeg dat ze moet blijven, ze is niet gekomen om weer weg te gaan.’ Dat heb ik gedaan. Ik hield Louèns handje vast en heb met haar gebeden. Daarna moest ik haar loslaten.”

We moesten voor de zekerheid afscheid van haar nemen

De artsen voeren de operatie op de IC zelf uit: Louèn is te zwak om haar nog naar OK te brengen. Kiëra zucht: “Godzijdank is de operatie geslaagd. Ze hadden een stukje darm van zo’n tien centimeter eruit gehaald. We hebben foto’s gezien: haar darm was helemaal opgezwollen. Als ze haar niet hadden geopereerd, had het kunnen knappen en had ze het niet overleefd. Gelukkig waren de artsen op tijd in actie gekomen.”

Louèn
© Handen aan de couveuse

Bidden aan het bedje

Louèn krijgt na de operatie een tijdelijke stoma. Als ze na twee maanden voldoende is aangesterkt, krijgt ze nóg een operatie om de stoma weer te verwijderen. En zo’n operatie betekent ook weer een stapje terug in het herstel. Kiëra: “Van de high care moest Louèn weer terug naar de IC: opnieuw aan de beademing, en weer met alle toeters en bellen. Ja, dat vonden we wel moeilijk. Gelukkig vonden Yordi en ik veel steun bij elkaar. Ook zat ik elke dag aan het bedje van Louèn te bidden, terwijl ze mijn pink vasthield. Wat ik dan bad? ‘Alsjeblieft, als ze het overleeft, laat haar dan ook een gezond en sterk meisje worden.’ Want ik heb ook genoeg kindjes op de afdeling gezien die het wel overleefden, maar die vertrokken als een kasplantje. Je kunt de impact van een vroeggeboorte niet onderschatten.”

Alsjeblieft, als ze het overleeft, laat haar dan ook een gezond en sterk meisje worden

‘Zwaarste dat ik ooit heb meegemaakt’

Na vier intensieve maanden mag Louèn eindelijk naar huis: een opluchting! Helaas duurt die opluchting maar drie dagen. “Louèn begon te spugen”, vertelt Kiëra. “Spugen hoort natuurlijk bij baby’s. Maar Louèn spuugde hiervoor eigenlijk nauwelijks, dus ik had er een onbestemd gevoel bij. Ook werd haar buikje steeds boller en kreeg het een blauwachtige gloed. Pas toen ik voor de zoveelste keer naar de spoedeisende hulp belde, mochten we langskomen. ‘Voor jullie gemoedsrust’, zei de doktersassistent er nog bij. Maar toen ze in het ziekenhuis foto’s van haar buikje hadden gemaakt, sloeg de paniek weer toe. Er waren verklevingen ontstaan na de laatste operatie. Ze moest wéér geopereerd worden. Met spoed.”

Kiëra schudt haar hoofd: “Dat Louèn weer terug moest naar het ziekenhuis en al voor de derde keer werd geopereerd in haar korte leventje, is misschien wel het zwaarste dat ik ooit heb meegemaakt in mijn leven. Dan ben je eindelijk thuis, en moet je een paar dagen later toch weer vrezen voor het leven van je kind. Gelukkig mochten we na iets meer dan twee weken – vlak voor kerst – weer naar huis, en nu écht! Toch zat de schrik er nog lang in. Ik hield haar voortdurend in de gaten: ademde ze nog? Spuugde ze niet te veel? Het heeft nog minstens tot februari geduurd voor ik durfde te ontspannen.”

Altijd vrolijk

Begin augustus heeft Louèn haar eerste verjaardag gevierd. “Officieel is ze nu één jaar”, knikt Kiëra trots. “Al corrigeren de artsen altijd de leeftijd als een kind te vroeg geboren is. Dan nemen ze de uitgerekende datum als uitgangspunt: 22 november. Dus haar gecorrigeerde leeftijd is elf maanden. We genieten ervan om haar te zien ontwikkelen: ze kruipt nu een paar weken, ze brabbelt, klapt in haar handjes… Ze is iets later dan de rest, maar die achterstand haalt ze vast wel weer in.” Ze lacht en haar ogen beginnen te twinkelen: “Ze huilt alleen als ik haar te langzaam haar eten geef, verder is ze altijd vrolijk. Ze is een klein vreetzakje, haha! Een ideale baby.”

Handen aan de couveuse

In het tweede seizoen van het EO-programma 'Handen aan de couveuse' krijgen we een kwetsbaar inkijkje in het leven van ouders en hun baby’s die terecht zijn gekomen op de afdeling neonatologie. Presentatrice Anne-Mar Zwart volgt ouders van kinderen die veel te vroeg geboren zijn of kort na de geboorte ernstig ziek werden.
Handen aan de couveuse, vanaf woensdag 25 september, 21.25 uur, NPO 1, of kijk terug via NPO Start. Kiëra en Yordi zijn met Louèn te zien in de zesde aflevering op 30 oktober.

Hoe is het nu met Louèn?

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen
Handen aan de couveuse
Handen aan de couveuse

Dit artikel hoort bij het programma

Handen aan de couveuse