Gynaecoloog Suus onderging zelf vruchtbaarheidsbehandelingen
‘Dat grote gezin zal er niet komen’
Als tiener heeft Suus* twee dromen: arts en moeder worden. Dat laatste van een groot gezin met biologische en adoptiekinderen. Ze studeert medicijnen en specialiseert zich in gynaecologie. Ze raakt echter niet zwanger en komt - bij een collega - in ‘de medische molen’ terecht.
Als Suus en haar man een jaar getrouwd zijn, schrijven ze zich in voor adoptie. Suus: “We wilden graag een groot gezin met biologische en adoptiekinderen. We wisten dat adoptie een tijdrovend traject is, daarom hebben we dat als eerste in gang gezet. We moesten anderhalf jaar wachten tot we een verplichte cursus mochten volgen. Daarna werd er gekeken naar onze gezinssituatie. Toen dat achter de rug was, konden we naar een bemiddelingsbureau om onze wensen te bespreken. Vervolgens moet je alle papieren verzamelen en dan pas gaat de klok tikken.”
Medisch traject
Inmiddels wil Suus ook graag zwanger worden. Het lukt niet spontaan, waardoor ze in een medisch traject belandt. “Er werd bij ons geen aanwijsbare reden gevonden waardoor een zwangerschap uitbleef. Wij wilden alles proberen om zwanger te worden, eerst werden er inseminaties gedaan en later IVF. Ik ging positief de behandeling in. Dat ik zelf gynaecoloog ben, maakte niets uit, ik was gewoon een vrouw die zwanger wilde worden. Ik vertrouwde volledig op mijn behandelend arts - een collega - en heb me nooit bemoeid met de behandeling.”
Suus ondergaat de inseminaties- en drie IVF-pogingen, maar een zwangerschap blijft uit. “Ik vond het tijdens de behandelingen heel confronterend als mensen zeiden: ‘En, weet je al wat?’ Ik weet dat het lief bedoeld is, maar de teleurstelling is al zo groot. En je hebt ook niet altijd behoefte om het te delen. Laat ons maar even samen ons verdriet verwerken, dacht ik dan. En als het wel was gelukt, hadden we dat ook eerst samen willen vieren.“
Een gynaecoloog kan niet alles in zijn spreekkamer bespreken
"De psychische belasting tijdens een fertiliteitstraject is groot. Ik heb ook de pijn gevoeld die veel vrouwen in dit traject ervaren; de terughoudendheid die mensen voelen om je te vertellen dat zij wel zwanger zijn en de eindeloos vele kraambezoeken in de omgeving."
Ook nu zij patiënt is geweest, vindt Suus dat gynaecologen hier goed mee omgaan. “In de gynaecologie komen vaak psychische heftigheden voor. Niet alleen onvruchtbaarheid, maar ook miskramen, vroeg- of stilgeboortes of afwijkende uitslagen. Daar is tijdens de opleiding zeker aandacht voor. Dat maakt het vak mooi en bijzonder.
Maar de behandeling en begeleiding van psychische en relationele problemen zijn vaak meer op zijn plek bij bijvoorbeeld een psycholoog. Als je relatie lijdt onder een onvervulde kinderwens, is een gynaecoloog niet de aangewezen persoon om daaraan te werken. Al is het zeker goed om te benoemen dat het moeilijk is, zodat je als stel de tijd kan nemen in een dergelijk traject.
Het is belangrijk dat je realiseert dat een vruchtbaarheidstraject veel tijd kost. Geduld, hoe moeilijk ook, helpt je het best. Als je direct resultaat verwacht, is de teleurstelling des te groter. De wereld is tegenwoordig heel maakbaar: we nemen een huis, een hond én een kind. Maar zo werkt het niet. Ik was ook gewend: als je hard genoeg voor iets werkt, dan lukt het. Dat geldt helaas niet voor alles.”
Het is belangrijk dat je elkaar in het oog houdt’
“Ik begrijp als geen ander de machteloosheid, de frustratie en het verdriet. Maar je hebt het niet in de hand, je moet je overgeven. Neem de tijd en ruimte die jij én je partner nodig hebben. Besluit sámen hoe ver je wilt gaan. Veel relaties gaan kapot door de stress tijdens zo’n traject. Het is belangrijk dat je elkaar in het oog houdt, daar hebben wij echt moeite voor gedaan.
Na elke mislukte poging namen wij ruim de tijd voor de verwerking, om te rouwen dat het niet gelukt was. Wij deden tussendoor iets leuks; we gingen naar een concert of boekten een mooie reis. In het begin vonden we dat wel lastig, want stel dat ik zwanger zou zijn. Maar op een gegeven moment lieten we dat los. Als ik niet zwanger was, hadden we iets om naar uit te kijken. Als ik wel zwanger zou zijn, hadden we de beste reden ooit om te annuleren.”
Ik was klaar met de onzekerheid of het ooit zou lukken
“Op een gegeven moment had ik geen zin meer in de behandelingen. Aan het begin van het traject kun je je niet voorstellen dat je er ooit geen zin meer in zal hebben, maar je wordt het zo zat. De continue ziekenhuisbezoeken en het feit dat iedereen bezig is met jouw privéleven. En ik was klaar met de onzekerheid of het ooit zou lukken. Als je weet dat de honderdste poging slaagt, dan doe je ze met liefde alle honderd. Maar de onzekerheid maakt je moedeloos.”
Ik voelde me niet gelijk moeder
Tijdens het medische traject ligt de adoptieprocedure die Suus en haar man hadden gestart stil - een vereiste. Als ze de adoptie na twee jaar weer oppakken, moeten ze lang wachten op een kindje. Na vijf jaar en heel veel papierwerk is er eindelijk het verlossende woord: er is een klein meisje waar Suus en haar man voor mogen zorgen.
“Toen we haar kregen, dacht ik: kom maar lieverd, ik wil voor je zorgen. Maar ik voelde me niet gelijk moeder. Je wereld staat op zijn kop. Niet alleen jij moet wennen, ook zo’n kind. Zij ervaart een cultuurshock van jewelste. Alles is anders dan in het tehuis waar ze woonde; een ander land met blanke mensen, andere geuren en ander eten, een eigen kamer met een bed en elke dag te eten. Ze heeft honger gekend, dat doet veel met een kind. Bovendien was ze niet gewend om alleen te slapen. Het duurde lang voordat ze erop durfde te vertrouwen dat er elke dag te eten is. De eerste tijd was overleven, maar het gevoel groeide. Na een maand of drie voelde ik me echt moeder.”
Gewenst
“Soms zeggen mensen: ‘Wat fijn dat je nog kon adopteren.’ Alsof onze adoptiedochter een vervanging is voor biologische kinderen. Daar kan ik boos om worden, want dat is ze niet!”, zegt Suus fel. “Ze was altijd al gewenst, we zijn zelfs eerder gestart met het adoptietraject dan met proberen zwanger te worden.”
Een match made in heaven
“Natuurlijk blijf ik het jammer vinden dat we geen biologische kinderen hebben gekregen, geen klein hummeltje met karaktertrekken van ons samen. En ik vind het nog steeds heel jammer dat het grote gezin dat ik voor ogen had, en me zo gezellig leek, er niet zal komen. Maar ik ben zo ongelooflijk gelukkig met mijn dochter. Ik ben nu helemaal haar moeder. Het is een match made in heaven, dat weet ik zeker. Ik word er emotioneel van als ik dit zo vertel. Dit moest zo zijn.”
* Suus is niet de echte naam van de geïnterviewde
Geschreven door
Annemarie Kok-van Twillert