Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'God en techniek hebben alles met elkaar te maken'

Theoloog Maaike Harmsen over technologische ontwikkelingen

Bang voor technologische ontwikkelingen? Theoloog Maaike Harmsen dankt God er liever voor. In de jungle van Papoea zag ze er de heilzaamheid van in. “Gods koninkrijk zal vol techniek zijn.”

Deel:

Als ze op de planeet Mars een dominee nodig zouden hebben, zou ze dat beroep zeker overwegen. Voor de gemiddelde predikant is zo’n gedachte wellicht abstracte toekomstmuziek, maar voor theoloog en publicist Maaike Harmsen (47) is het geen sciencefiction. Ze onderzoekt de relatie tussen geloof en techniek en volgt de ontwikkelingen binnen de techniek op de voet. Daar horen ook de Mars-missies van techondernemer Elon Musk bij, die een menselijke kolonie op de rode planeet wil vestigen. En als er mensen wonen, is er een dominee nodig. Welkom in de denkwereld van Maaike Harmsen.

Dank God voor techniek

Voorlopig woont ze overigens nog gewoon in een jarenvijftigwoning in Rijswijk, waar ze net begonnen is als voorzitter van de lokale ChristenUnie-fractie, naast haar schrijf-, studie-, commissie- en spreekwerk. Maar, wil ze maar zeggen: God en techniek hebben alles met elkaar te maken. Zozeer zelfs, dat ze een Bijbelstudieboekje over het thema schreef: Dank God voor techniek. Bij het boekje horen stickers met dezelfde tekst. Zo af en toe komt ze die stickers tegen, vertelt ze: op een rolstoel, een iPad, een scootmobiel of een laptop. Allemaal technische redenen tot dankbaarheid. “Als ik God buiten de techniek zou laten, zou ik Hem heel klein maken.” 

Het is geen alledaags thema, geeft ze toe. Maar dat past wel bij de carrière die ze achter de rug heeft; die is ook niet doorsnee. Zo was ze een van de eerste vrouwen die aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK) studeerde. Eerst leek de keuze op geneeskunde te vallen, “maar ik vond de medische ethiek interessanter dan de zorg zelf. Hoe run je een ziekenhuis? Welke keuzes maak je als arts? Mijn idee was: als je theologie studeert, kun je op al die gebieden meedenken en heel veel artsen helpen. Of politici. Of een krant.” Dus werd het theologie – “een lekker lange studie” – in Kampen, aan de universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt – “een plek waar mensen van de Bijbel en van God houden; waar je geloof wordt opgebouwd.” En om nog wat dieper in te gaan op de waaromvragen, studeerde ze daarnaast filosofie in Utrecht. “Was het in Kampen bijzonder dat ik als vrouw theologie studeerde, in Utrecht was het bijzonder dat ik geloofde. Er werd naar je gekeken alsof je in ufo’s geloofde.” Ze grinnikt even: “Al wordt over ufo’s tegenwoordig ook wat minder lacherig gedaan.”

Aan het eind van de studie was ik moe van het ijsbreker zijn

Alleen mannen
Van haar geloof is ze er niet gevallen, maar pittig was het aan de TUK alsnog. “Er was maar één opleiding: een master op weg naar het predikantschap. Maar dat werk was voorbehouden aan mannen. Een paar jaar lang ben ik de enige vrouw geweest die er studeerde. Ik mocht geen preekcollege volgen, daar kreeg ik vervangende opdrachten voor. Aan het eind van de studie was ik moe van het ijsbreker zijn.”
Dus besloot ze na haar studie niet voor werk binnen de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt te kiezen, waar ze zich als theoloog niet welkom voelde, maar voor het bedrijfsleven. Want, geloofde ze, juist daar kun je als theoloog het verschil maken. En dat was en blijft een drijfveer. “Geloof is niet alleen een kwestie van hart en hoofd, maar ook van handen. Ik sta nu eenmaal in deze wereld, dus wat ga ik doen? Die actieve houding hebben wel meer vrijgemaakten.” Zo belandde ze bij Shell.

Die keuze kwam ook voort uit haar verontrusting rondom het milieu. “Ik was tiener en politiek actief in de tijd van de eerste grote klimaatconferentie, in 1993 in Rio de Janeiro. Dat maakte enorm veel indruk op me. Ik dacht: dit is een groot probleem en het staat nu op de kaart in de wereld, hier gaan we mee aan de slag!” Met een bitterzoet lachje: “Dat viel wat tegen. We zijn nu dertig jaar verder.” De conferentie leidde ertoe dat ze een milieuactiegroep oprichtte. Want denken en doen gaan voor haar hand in hand. Zo combineerde ze haar school- en studietijd ook met lokale politiek en straatevangelisatie. “Drie dingen typeren me nog steeds: lezen, denken en doen.”

Romantisch idee om zeep
Maar Shells arbeidsethos bleek niet te rijmen met Maaikes levensidealen. “Er werd verwacht dat je zestig uur per week zou werken”, vertelt ze. “Dat wilde ik niet. Ik was moeder geworden en kon dat niet combineren met mijn jonge gezin.” Dus verruilde ze de multinational voor een heel nieuwe mogelijkheid: lesgeven op een theologische school in Papoea, midden in de jungle. Na een taal- en cultuurstudie vloog ze naar een dorp waar geen weg naartoe leidde. “De keuze was: vijf dagen met de boot of een paar uur met een vliegtuigje. Ik had een bepaald romantisch idee: als mensen één zijn met de natuur, leven ze lang en gelukkig. Dan leef je in harmonie; mens en natuur in samenhang. Zo leefden de mensen wellicht voordat we kwamen – maar ze leefden niet lang, en over het geluk kun je ook twijfelen. De gemiddelde levensverwachting was er veertig jaar, de zuigelingensterfte enorm hoog. Dat kwam niet door oorlog of vervuiling, maar doordat het leven in de jungle zo zwaar was dat de meeste kinderen overleden voordat ze een jaar waren. Mensen waren er dolblij met simpele technieken als vaccinaties of landbouwhulpmiddelen. En met wetten die gehandhaafd werden. Het zorgde ervoor dat er een samenleving ontstond waar mensen elkaar niet zomaar vermoordden. Dat vonden ze enorme winst. Mijn romantische idee van de natuurmens is er grondig om zeep geholpen.”

Personalia

Maaike Harmsen (1975) werd geboren in Enschede maar groeide op in Engeland. Na haar studie theologie in Kampen met een minor filosofie in Utrecht gaf ze les in dogmatiek en interculturele filosofie in het toenmalige Papoea en doceerde in Nederland, China en Noord-Korea. Ze publiceert onder andere over de rol van vrouwen in de kerk, techniek en God en (zakelijke) ethiek. Namens de ChristenUnie zit ze in de gemeenteraad van haar woonplaats Rijswijk. Maaike is getrouwd met Reinier en moeder van drie kinderen.
                                       

Bedrijfsethicus in China

Terug in Nederland bleef ze lesgeven, onder andere op de Wittenberg, en studeerde ze verder in de filosofie. Toen haar man een baan aangeboden kreeg in China greep ze die kans aan om bedrijfsethicus te zijn. Het ‘hoe’ en ‘waarom’ van bedrijfsvoering bleef trekken. “Ik bezocht er fabrieken en gaf dan advies op ethisch gebied. Dan heb je het over thema’s als corruptie en veiligheid.”
Zo gaf ze ook les aan een groep Noord-Koreanen, die langskwamen voor een zomerschool. Het leidde ertoe dat ze gevraagd werd om over westerse waarden les te geven in Pyongyang, de hoofdstad van Noord-Korea. “Zo’n kans kon ik niet laten liggen. Ik ben er gek genoeg voor en de kans komt niet voor niets. Natuurlijk kan ik niet rechtstreeks het goede nieuws vertellen, maar ik kan wel sprankjes licht brengen. Daar leef ik voor!”

Bijbels boekje in Noord-Korea
In de nationale bibliotheek, met uitzicht op het balkon waar de grote leider het volk toezwaait, gaf Maaike les in westerse waarden aan Noord-Koreaanse functionarissen en hoogleraren. “‘The people’s study hall’ heette dat gebouw. Ik moest wel alles vooraf toesturen, het werd allemaal goed geregisseerd. Op een dag liep ik langs de boekenrijen en pakte er een boekje uit: Corporate social responsibility. Het ging dus over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar onder de titel stond in kleine lettertjes ‘Biblical foundations for business cases’. Dat is natuurlijk heel absurd: een boekje over Bijbelse grondslagen in het hart van Noord-Korea. Ik kon dat boekje gebruiken in de les: kijk, maatschappelijk verantwoord ondernemen staat in jullie eigen boekenkast. Iemand uit mijn klas wilde dat boekje lenen en heeft het tijdens de lessen, een week lang, volledig overgeschreven. Aan het eind van de week smokkelde hij het terug naar mij en zette ik het weer in de kast. Hoe bizar wil je het hebben.” 

Preekwedstrijd
Terug in Nederland bleven de vragen rondom ethiek, bedrijfsvoering en geloof haar boeien. Dus toen ze een aantal jaar geleden attent werd gemaakt op een preekwedstrijd over ‘geloof en techniek’, greep ze die kans. Ze schreef een preek aan de hand van het gouden kalf, rondom de vraag ‘wie is de baas over de techniek?’ “Veel mensen zijn bang dat de techniek de baas over hen wordt. Ik snap die angst. Maar wat we vaak vergeten, is dat wij zelf de techniek ontwerpen. Alles wordt ontworpen vanuit een gedachte. Daarom zou het zo mooi zijn als er meer christenen in de techniek zouden werken.”

Het bleef niet bij die ene preek. “Ik vond het zo’n leuk thema, dat ik bleef schrijven. Daar is het boekje Dank God voor techniek uit ontstaan.”

Veel mensen zijn bang dat de techniek de baas over hen wordt

Blijven ontwikkelen

Techniek zelf is geen vijand van goed leven, maar een reden tot dankbaarheid, bepleit Maaike. In haar boekje definieert ze techniek als “alles wat het leven veiliger, mooier en makkelijker” maakt. Ze kiest bewust voor een optimistische benadering. “Je hoort zo vaak: ‘Pas op voor techniek! Ga naar de natuur om God te leren kennen! Doe zo weinig mogelijk met de techniek, denk er niet te veel aan, werk er vooral niet in want het leidt af van God. Kijk maar naar de toren van Babel!’ Ik kijk veel liever vanuit de dankbaarheid. Wij zijn nu eenmaal technische mensen; geen jager-verzamelaars meer, maar landbouwers. God schiep ons om te ontwerpen, na te denken, te evalueren en telkens opnieuw te proberen. We hebben gereedschappen nodig en moeten die samen met anderen ontwerpen en gebruiken. Zo ontstaat een samenleving. Volgens mij is dat in lijn met de bedoeling van God.”
En dat die techniek steeds verder groeit en meer ruimte inneemt, is voor Harmsen ook niet direct een reden tot zorg. “Gods koninkrijk, waarnaar we op weg zijn, zal vol techniek zitten. De eerste tuin – de hof van Eden – is een heel simpele vorm; twee mensen die het samen uit moeten vinden. Maar het paradijs dat komt, het nieuwe Jeruzalem, wordt voorgesteld als een stad. Met poorten, gebouwen en een infrastructuur. We gaan niet naar een koninkrijk waar iedereen op het gras staat te dansen, maar naar een stad. Steden zitten per definitie vol techniek. Als christenen zijn we geroepen om ons te blijven ontwikkelen. Het paradijs was geen pluktuin. Nog steeds is onze aarde een proeftuin, waarin we mogen werken en groeien.”

Maaike Harmsen: 'Gods koninkrijk zal vol techniek zijn'
Maaike Harmsen: 'Gods koninkrijk zal vol techniek zijn'. Credits: Jacqueline de Haas.

Artifical Intelligence

Dat niet alle christenen allereerst aan dankbaarheid denken bij het woord techniek, snapt ze. Maar angst voor de techniek, gelooft Maaike, komt vaak voort uit onwetendheid. “Ik interviewde iemand die werkt in een bedrijf dat algoritmes (slimme stappen die een computer neemt om antwoorden op vragen te geven red.) ontwerpt. In dat bedrijf werken ook christenen, die samen een gebedsgroep vormen. Ik vroeg: hoe staan zij tegenover AI (Artifical Intelligence)? Vinden ze dat een gevaar of niet? Hij zei: ‘Iedereen die er een studie in heeft gedaan, vindt het niet per se gevaarlijk. Maar degene die personeelsbeleid doet, vindt het wel spannend.’” 

Algoritme

Uiteindelijk, beredeneert ze, is het niet de techniek die ons zorgen moet baren; het zijn de ontwerpers en de gebruikers. “Alles wordt ontworpen vanuit een gedachte. Dus als er een algoritme wordt ontworpen voor een uitzendbureau, mag dat niet discrimineren. Als je dat algoritme z’n eigen gang zou laten gaan, zou het mensen met een niet-Nederlandse achternaam minder vaak selecteren; simpelweg omdat de eindgebruikers, de bedrijven, die mensen minder uitnodigen op gesprek. Het is dus niet de techniek die discrimineert; de gebruikers doen dat, en de techniek houdt daar rekening mee. De ontwerper moet er dus heel bewust voor zorgen dat dat racisme niet wordt overgenomen.”

Lees ook: Vier prangende vragen over Artifical Intelligence
Lees ook: Vier prangende vragen over Artifical Intelligence

Digitale ontmoetingsmiddelen

Dat lijkt op gespannen voet te staan met zorg voor de schepping. Die zorg moet je echter niet bij de techniek leggen, maar bij de mensen die het ontwerpen en gebruiken, benadrukt ze. “Techniek valt altijd te misbruiken; bijvoorbeeld door hebzucht. Heel concreet: wij zijn aan het nadenken over het kopen van een elektrische auto. Dat kunnen we doen uit hebzucht – ik wil net zo’n auto als de buurman. Maar we kunnen ook kijken of we er een deelauto van kunnen maken. Dan hoeven we ’m niet per se zelf te hebben.”

Maaike wijst naar een klein, opgevouwen dekentje. “Zie je dat? Dat is een elektrisch snuggle-matje. Daar ben ik dankbaar voor. Zo’n vijf jaar geleden kreeg ik heel veel zenuwpijn; waarschijnlijk na een middenoorontsteking of een infectie hield ik allemaal vreemde klachten. Ik ben eerst zes weken duizelig in het hoofd geweest, kreeg daarna tintelingen en nu heb ik permanent ontstoken gewrichten, zonder aanwijsbare oorzaken. Als ik dat verwarmde matje op mijn knieën leg, hoef ik minder pijnstillers te slikken. Zo eenvoudig kan het zijn.

We moeten God en techniek niet uit elkaar halen. Waar zouden we tijdens de corona-epidemie zijn geweest zonder digitale ontmoetingsmiddelen? Daar ben ik God echt dankbaar voor.”

Kernwapens
Al moet ze toegeven dat het niet eenvoudig is om voor alle technieken te danken. “Wapens zijn natuurlijk een ontzettend lastig onderwerp. Ik dacht altijd dat kernwapens het ultieme kwaad zijn. Maar hun afschrikwekkende functie is nu noodzakelijk in het conflict met Rusland. De boodschap: ‘Pas op! Wij kunnen onszelf verdedigen!’ Wellicht zijn ze in onze gebroken wereld een noodzakelijk kwaad. En natuurlijk zullen dat soort technieken geen plek krijgen op de nieuwe aarde. Zoals onze harten gelouterd zullen worden, zal de techniek dat ook. Zwaarden worden ploegscharen. Maar op dit moment heeft het zijn functie, die je kunt misbruiken.

Je kunt ook denken aan mensen die ruimteschepen willen bouwen. Is een menselijke kolonisatie van Mars noodzakelijk? Ik denk het niet. Zelfs voor wetenschappelijk onderzoek hoeven we niet naar Mars; dat kunnen robots uitstekend doen. Maar stel dat er een menselijke kolonie op Mars is, en ze hebben er een dominee nodig, dan zou ik het beroep in overweging nemen. Ik zou het niet per se willen, maar ben er ook niet principieel op tegen; er zijn mensen, dus is er een kerk nodig.”

Geloof, ethiek en techniek

Het gesprek loopt ten einde; Maaike moet nog stukken doornemen voor de gemeenteraadsvergadering van vanavond. En ook daar komt de combinatie geloof, ethiek en techniek terug. “Rijswijk gaat zich de komende jaren concentreren op energie, techniek en innovatie. Daar gaan we het vanavond over hebben. Ik stel dan de vraag: welk doel dient het? Willen we alleen dat de economie van Rijswijk groeit, of richten we ons op het welzijn van de mens en het beschermen van de aarde? We zijn als mensen meer dan de homo economicus. Zo ben ik christen in deze stad. Zoals me vroeger altijd is verteld: in, maar niet van de wereld.”

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--