Gert van Hoef vond in het orgel zijn passie
9 juli 2021 · 12:17
Update: 11 december 2024 · 13:57
Sommige organisten krijgen de muziek met de paplepel ingegoten. Bij Gert van Hoef was dat niet het geval. Op zijn 13de ontdekte hij dankzij een filmpje op YouTube per toeval zijn passie voor het orgel. Dat vuur is sindsdien blijven branden. In deze aflevering van ‘Alle registers open’ vertelt Gert aan Elsbeth Gruteke over de vele facetten die het orgelspelen voor hem heeft. Van het bewerken van geestelijke gezangen tot het spelen van filmsoundtracks en van het begeleiden van kerkdiensten tot het geven van concerten op zijn populaire YouTube-kanaal.
De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.
Toccata en fuga
‘Ik had eigenlijk niks met het orgel,’ bekent Gert van Hoef aan Elsbeth Gruteke. Maar toen kwam hij op YouTube langs een animatiefilmpje van de beroemde toccata en fuga in D-klein van Johan Sebastiaan Bach. Toen hij dat probeerde te spelen op het kleine orgeltje dat hij van zijn oma had gekregen, ontdekte hij de passie waar hij al een tijd lang naar op zoek was: ‘Dit kan weleens mijn ding worden.’
En dat was ook zo. Aangemoedigd door zijn vader verdiepte Gert zich steeds meer in de orgelmuziek en al gauw ontstond de wens om naar het conservatorium te gaan. Dat ging niet vanzelf, want om daar toegelaten te worden is een havodiploma nodig, en Gert deed vmbo. Maar nu had hij zijn motivatie gevonden: ‘Toen ik muziek in het oog kreeg, had ik een doel; ik ging ervoor.’ Hij maakte zonder problemen de havo af en stroomde door naar het conservatorium in Den Haag, waar hij in de leer ging bij Jos van der Kooy.
Improviseren
Na zijn bachelor koos Gert ervoor om niet door te gaan met zijn master. ‘Ik ben niet zo’n studiebol,’ geeft hij toen. Hij legde zich liever toe op het geven van concerten, wat hij inmiddels al veel deed. Daarbij bracht hij een breed repertoire ten gehore: klassieke werken, geestelijke gezangen, filmmuziek en ook eigen improvisaties.
Dat improviseren is echt een vak apart, ontdekte Gert. Het vereist muziektheoretische kennis, een hoop ervaring en ook wel aanleg. Maar uiteindelijk blijft het ten diepste toch iets ongrijpbaars. Zoals ‘Mijn definitie van improviseren is: je doet maar wat,’ zegt Gert.
Geloof
Veel van de improvisaties die hij maakt, zijn bewerkingen van geestelijke gezangen. Zijn populairste is nog altijd ‘Heer, u bent mijn leven’. Deze woorden beaamt hij van harte. Maar net als met het orgelspelen, gebeurde dat pas op relatief late leeftijd, pas op zijn 20ste. Zijn beleving van de muziek veranderde daardoor compleet. Aanvankelijk ging het hem vooral om de muziek en het weggeven van een mooie show. ‘Nu heeft de tekst een meer centrale rol gekregen. En daardoor wordt de muziek alleen maar mooier.’
Dit artikel hoort bij de podcast
Alle Registers Open - Dé orgelpodcast van Nederland