FILMBLOG |"Te mooi om waar te zijn"
20 december 2012 · 21:31
Update: 15 november 2024 · 08:12
'Pi' is een irrationeel getal. Het is ook de bijnaam van de hoofdpersoon: een Indiase jongen die met zijn familie schipbreuk lijdt tijdens hun oversteek naar Noord-Amerika. ‘Life of Pi’ vertelt zijn overlevingsverhaal.
Hindoe, christen én moslim
De film begint in India, waar de familie van Pi een dierentuin heeft. Zijn vader moet niets van religie hebben. Hij is een man van rede en wetenschap. Maar zoon Pi zoekt God. Eerst vindt hij God als Vishnoe, de oppergod in het hindoeïsme. Later komt Pi tot geloof in Jezus, als hij in een kerkje een icoon ziet met een uitbeelding van de dood van Gods Zoon: “Een onschuldige die voor schuldigen sterft? Wat voor liefde is dat?”
Vervolgens leert hij God kennen als Allah, en Pi wordt ook Moslim. Dat doet hij zonder zijn rug naar de andere religies te keren: Pi ziet zichzelf gewoon als overtuigd hindoe, christen én moslim. Voor hem is elke religie een openbaring, met elk verhalen die hem aanspreken.
En zolang je niet verder dan iconen kijkt, kun je daarmee wegkomen, maar mocht je willen lezen wat de Koran over Jezus zegt en dat gaan vergelijken met wat het Nieuwe Testament over hem zegt, dan wordt die mogelijkheid afgesloten. Rationeel is of het één waar, of het ander, of geen van beide, maar ze kunnen niet allebei waar zijn. Maar Pi is irrationeel.
Tijgerverhaal
Nadat het schip zinkt, is Pi de enige overlevende in de reddingsboot. Dat wil zeggen: Pi en nog wat dierentuindieren, waaronder een volwassen tijger. De tijger heeft honger, dus al snel zijn Pi en de tijger de laatste overlevenden. Het is een fantastisch verhaal hoe de twee samen de tocht overleven. Te fantastisch. Als de scheepsverzekeringsmaatschappij Pi na zijn uiteindelijke redding ondervraagt, kunnen ze zijn ooggetuigenverslag niet geloven. Dus vertelt hij ze nog een ander verhaal. Een geloofwaardiger verhaal zonder tijger, zonder wonderen. Maar die versie trekt het hele tijgerverhaal in twijfel.
Wat is er nu echt gebeurd? 'Life of Pi' laat de kijker beslissen. Pi heeft overleefd, dat is een feit. Kies er dus zelf je favoriete overlevingsverhaal bij. De meeste zullen kiezen voor het tijgerverhaal. Die is het mooist. De moraal? Zo is het ook met God. Kies er zelf je favoriete verhaal en religie bij. Het komt volgens Pi op hetzelfde neer.
Liever sterven
De bijbelse verhalen over Jezus zijn ook ooggetuigenverslagen. Doet het er toe of ze echt gebeurd zijn? Of zouden we die ook als symbolische, inspirerende verhalen mogen zien? Toen er aanvankelijk aan de geloofwaardigheid van de ooggetuigenverslagen over Jezus werd getwijfeld, deed het er wel toe. Zoveel zelfs dat zijn vrienden uiteindelijk liever stierven dan de waarheid los te laten voor een ander verhaal.
De enige manier om serieus in alle religies te geloven is door geen van hun geschriften al te serieus te nemen. Want zodra je dat doet moet je kiezen.
Wat 'Life of Pi' goed onderkent is de moeite die we hebben met bovennatuurlijke verhalen. We zoeken bewijzen, vaste grond. En het probleem van het Evangelie, en van de bijbel in het algemeen, is dat het ongeloofwaardig overkomt. Engelen? God die mens wordt? Opstanding uit de dood? En begin alsjeblieft niet over de hemel.
Te snel tevreden
In ‘The Weight of Glory’ onderkent C.S. Lewis hetzelfde probleem: de reden dat mensen niet kunnen geloven in wat het Evangelie ons werkelijk aanbiedt is dat het allemaal te mooi is. Te mooi om waar te zijn. Dus wenden we ons ervan af. Ons probleem is dat we veel te snel tevreden zijn.