Ex-drugsverslaafde en -dakloze Raymond viert Kerst als een ander mens
11 december 2024 · 16:31
Update: 12 december 2024 · 12:27
Strengchristelijk opgevoed, gleed Raymond (41) als tiener af naar een leven vol drugs, drank en dakloosheid. Vier jaar lang leefde hij in een houten tuinhuisje. Nog weer later bivakkeerde hij, inmiddels vader geworden, twaalf maanden in een tentje in het bos. “Tot God me in de kraag greep.”
Sinds januari woont Raymond bij het Leger des Heils in Ede. Zijn kamertje bevindt zich op de begane grond. Er is weinig ruimte tussen het strak opgemaakte bed en zijn blankhouten bureau. Dat is helemaal bedekt met christelijke boeken, een opengeslagen bijbel en allerlei losse aantekeningen. Daarnaast staat een voorraadkast, met – onder andere – foto’s van zijn beide kinderen erop, tegenover een keukenblokje. Achterin bevindt zich een compacte doucheruimte met wc. Een paar vierkante meter leefruimte.
Een buitenbeentje
“Het doet een beetje denken aan een gevangenis”, zegt Raymond, om zich heen gebarend. “Dit is amper groter. Hopelijk kan ik hier zo snel mogelijk weg. Maar voor nu is het wat het is.”
Terwijl hij op zijn bureaustoel gaat zitten, geeft hij aan dat hij zijn achternaam liever niet gepubliceerd ziet. “In verband met de nogal ingewikkelde relatie met mijn ouders.”
Samen met een zeven jaar oudere zus groeide hij op in een reformatorisch gezin. “Wij hoorden bij de Christelijke Gereformeerde Kerken. Ik ben heel streng opgevoed en mocht niks. Ik wilde bijvoorbeeld heel graag op voetbal, net als mijn vriendjes. Dat mocht niet.
Al jong voelde ik me dus een buitenbeentje. Als ik vroeg wat er verkeerd aan was, zeiden mijn ouders iets als: ‘Voetbal is niet goed. Als je verliest, ga je vloeken.’ Dat was geen echt antwoord, wat ik frustrerend vond.
En waarom moest ik naar een kleine, reformatorische school – het Van Lodenstein College in Hoevelaken – terwijl er gewoon een christelijke school in ons dorp was?” Met opgetrokken schouders: “Die was in de ogen van mijn ouders ‘niet goed genoeg’.
Toen begon de rollercoaster van ellende
Diepe kras
Raymond bestempelt het als een jeugdtrauma. “Een van de drie. Het tweede trauma was dat ik op mijn 10e seksuele handelingen moest verrichten bij een oudere buurjongen, die homoseksueel was. Dat heeft me lang flink dwarsgezeten, het gaf een diepe kras op mijn ziel. Inmiddels heb ik hem kunnen vergeven.
Het derde trauma was dat mijn eerste serieuze vriendin niet welkom was. Ze hoorde niet bij ‘de goede kerk’ en droeg een broek. Ook die ervaring heeft me, als 16-jarige, veel pijn gedaan. Omdat mijn ouders haar afwezen, voelde het alsof ze mij eveneens afwezen.”
Op het orgel
Aan het eind van de middelbare school kreeg Raymond niet-christelijke vrienden. “Ik was jaloers op wat zij allemaal deden. Blowen, drinken en uitgaan. Achteraf was dat de eerste stap in de verkeerde richting. Tegelijkertijd dreef ik steeds verder weg van de kerk en het geloof.
Toch ben ik dankbaar dat ik christelijke ouders heb
Ondertussen ging ik nog braaf mee naar de kerk, naar catechisatie en speelde ik thuis graag psalmen op het orgel, waar ik veel talent voor bleek te hebben. Mijn ouders vermoedden wel wat ik allemaal uitvrat in het weekend. Ze zeiden er soms wat van, maar ik wilde niet luisteren. Toch ben ik dankbaar dat ik christelijke ouders heb: zij hebben me wel een basis meegegeven.”
Loodzware opleiding
Raymond is niet groot, wel breedgeschouderd. In zijn tienerjaren trainde hij op zijn slaapkamer met een set halters. Die had hij stiekem gekocht en naar binnen gesmokkeld. Want als kind had hij al een grote droom: marinier worden.
Na zijn middelbare school rondde hij de opleiding mbo-techniek af, met steeds dat grote doel voor ogen. “Toen ik mijn ouders vertelde dat ik me wilde aanmelden voor de mariniersopleiding, zei mijn vader letterlijk: ‘Ik bid dat je zakt voor de toelatingstest…’”
Raymond, die destijds niet meer blowde, werd toegelaten. Hij genoot intens van de loodzware opleiding. En vooral van de onderlinge kameraadschap die hij dagelijks ervoer, terwijl hij samen met andere jongens keihard knokte om die felbegeerde baret met het anker erop te verdienen. “Het voelde als thuiskomen. De mooiste tijd van mijn leven.”
Verschrikkelijk
Toch knaagde er diep vanbinnen iets. Want die stoere Raymond was zich er continu van bewust dat zijn ouders totaal niet achter zijn keuze stonden om marinier te worden. Innerlijk ondermijnde hun afwijzende houding zijn motivatie meer en meer. Tot hij, met pijn in zijn hart, zelfs besloot met de opleiding te stoppen. “Je kameraden achterlaten? Als marinier doe je dat niet. Nooit. Maar ik deed het.”
Drukte dat schuldgevoel op je?
“Enorm. Ik vond het verschrikkelijk, maar kon niet anders.” Zuchtend: “De eerste stap die ik buiten de kazernepoort zette, herinner ik me alsof het gisteren was. Ik liet iets heel moois achter me, en had geen idee wat ik nu met mijn leven moest. Nooit over nagedacht. Toen begon de rollercoaster van ellende.”
Verleidingen
Raymond vond een baantje bij een viswinkel. Via een jeugdvriend die hij ontmoette, kwam hij weer in aanraking met drugs. “Als je doelloos bent, liggen verleidingen eerder op de loer, hè? Rond mijn 19e begon ik harddrugs te gebruiken. Terwijl ik vanbinnen steeds verder afdreef van de kerk en het geloof, vluchtte ik weg in drugs en drank.”
Waar vluchtte je voor?
“De enorme leegte die ik vanbinnen voelde, al wist ik dat toen niet. En voor het gevoel van afwijzing waar ik mee rondliep. Eén xtc-pilletje en je kunt een hele nacht losgaan. De drugs betaalde ik in het begin van mijn werk. Thuis maakte ik veel ruzie. Tot mijn ouders vonden dat het niet langer ging.
- Speel nu
Vind jij de 15 cadeaus in het kerstverhaal?
Speel onze speciale kerstgame op eo.nl/kerst! Verzamel binnen de tijd alle cadeaus en laat je verrassen door het grootste kerstcadeau ooit.
Rond m’n 22e zetten ze mij de deur uit. Daarna woonde ik een jaar of drie op mezelf. Tot ik helemaal doordraaide door de drank en de drugs. Ik had geen rem. Later, toen ik cocaïne en alcohol gebruikte en niet meer werkte, begon ik te stelen. Koper of oud ijzer, bijvoorbeeld. Maar ik pleegde ook winkeldiefstallen.”
IJskoud
“Op een gegeven moment, toen ik mijn woonruimte verloor, klopte ik weer aan bij mijn ouders. Zij wilden me niet meer in huis nemen: ‘Eens eruit, altijd eruit.’ Toen heb ik vier jaar lang in een tuinhuisje gewoond, ergens in een grote tuin in Veenendaal. Achter de villa van rijke mensen, die er zelden waren. Daar heb ik mijn eerste ontberingen meegemaakt.
Dat huisje was van hout, met een stenen vloer: ijskoud in de winter. Maar omdat ik zo veel drugs gebruikte en daardoor in de war was, leefde ik als het ware in een roes. Fysiek sterk als ik was, kon ik veel hebben. Anders had ik het nooit overleefd. En dankzij mijn mariniersopleiding wist ik hoe je met heel weinig middelen kunt overleven.”
Via een datingsite
“Niemand keek naar me om en ik voelde me door niemand geaccepteerd”, blikt hij terug. “Met mijn ouders en mijn zus had ik maar sporadisch contact.”
Na vier jaar, in 2013, ontmoette Raymond een oud-klasgenootje. ‘Hoe gaat het met je?’ vroeg ze. Die belangstellende vraag zette een wissel om. Want diep vanbinnen wist hij wat het echte antwoord was.
Raymond klopte aan bij een andere opvanglocatie van het Leger des Heils in Ede, beseffend dat hij hulp nodig had. “Daar kreeg mijn leven eindelijk wat meer structuur. Rond diezelfde tijd kwam ik via een datingsite in contact met een leuke vrouw. We kregen een relatie, en op een gegeven moment trok ik bij haar in. Ongehuwd samenwonen is niet Gods bedoeling. Toch zie ik er wel Gods leiding in dat we elkaar ontmoetten. Want precies zoals ik altijd al had gehoopt, werd ik op mijn 30e vader. We kregen een zoon en een dochter.”
Ik kon fluiten naar mijn geld en was weer dakloos
Na vijf jaar liep jullie relatie stuk?
“Helaas. ‘We verschillen te veel’, zei ze. En dat was zo. Opnieuw stond ik op straat, en moest ik de kinderen achterlaten. Via via kreeg ik gelukkig snel een huurwoning. Maar ik was zo dom om te denken dat ik snel veel geld kon verdienen door, met hulp van dealers die ik ontmoette, een wietplantage in mijn appartement te starten. Na een poos betrapte de huurbaas me. Hij zette me er meteen uit. Ik kon fluiten naar mijn geld en was weer dakloos.”
Met opgeheven armen: “Toen draaide ik hélemaal door. Ik wilde met niemand meer iets te maken hebben en leefde een jaarlang in een simpel tentje, dat op den duur nog stukging ook. Net als eerder in dat tuinhuisje: ik was totaal de weg kwijt door alle drugs die ik gebruikte, gekocht met het geld van dingen die ik stal. Niks kon me meer schelen. Wat háátte ik mezelf, om wie ik geworden was…”
Het wonderlijke
Op een avond in 2022 fietste Raymond ’s avonds in het donker terug naar zijn eenzame tentje in het bos. “Zonder verlichting. Vlak voor ik bij dat kleine stuk bos kwam, zag ik dat een politiewagen achter me reed. De agenten hielden me staande om me op de bon te slingeren. Maar in hun systeem ontdekten ze dat ik nog een korte gevangenisstraf moest uitzitten, vanwege een eerdere winkeldiefstal.”
Als U echt bestaat, help me dan!
Wat een ruil: je tentje voor tralies.
Glimlachend: “Vergeleken met die lekkende en koude tent was dat zo slecht niet. Ik had al vaker zo’n korte gevangenisstraf uitgezeten, en ik heb er dit jaar ook nog eentje uitgezeten. Maar toen ik in de gevangenis weer helder werd, riep ik het uit tot God: ‘Als U echt bestaat, help me dan!’ Het wonderlijke? Daarna voelde ik een innerlijke drang om het woord ‘kerk’ op een A4’tje te schrijven. De volgende ochtend vroeg ik aan de bewaarder of ik naar de kerkdienst in de gevangenis mocht.”
Het was alsof ik een pot goud in handen kreeg
Op de brede weg
Raymond wijst naar de muur voor hem, waaraan een kopie hangt van een poster van de brede en de smalle weg. “Als kind vond ik die plaat altijd al fascinerend. Maar in de gevangenis zag ik in dat ik me op die brede weg bevond, naar een eeuwigheid zonder God... Toen ik hoorde dat er diensten werden gehouden in die gevangenis, vroeg ik de bewaker of ik erheen mocht. ‘Dat duurt twee weken; je komt op een wachtlijst’, antwoordde hij. ‘Dan ben ik al vrij’, zei ik teleurgesteld. ‘Hebt u dan geen bijbel voor me?’ Hij zou informeren. De volgende dag vertelde hij: ‘Je mag zondag naar de kerk. Kun je gelijk om een bijbel vragen.’ Wauw, dacht ik, en ik dankte God hiervoor."
Ik heb dit jaar nog in de gevangenis gezeten
"Die zondag ging ik naar de dienst, met een vrouwelijke gevangenispastor. Op een briefje stonden de liederen, waaronder Psalm 119: ‘Uw Woord is een lamp voor mijn voet’. Ik vroeg deze pastor om een bijbel, in de oude Statenvertaling. ‘Is die niet te moeilijk?’ vroeg ze fronsend. ‘Ach,’ antwoordde ik, ‘het leven is ook niet altijd makkelijk…’
Ze moest flink zoeken, maar kon er eentje vinden. Het was alsof ik een pot goud in handen kreeg! Terug in de cel begon ik erin te lezen, bij Jona. Die liep weg van God – net als ik, besefte ik. Dat verhaal trof me enorm. Ik realiseerde me: zonder Gods Woord doe ik alles verkeerd. Dát is het licht op mijn pad. Ik beleed mijn zonden en smeekte Hem om vergeving. Uiteindelijk greep niet de politie, maar God me in mijn kraag. De grote ommekeer én het mooiste moment in mijn leven.”
Fijne contacten
Na zijn vrijlating keerde Raymond terug naar het Leger des Heils. En gaandeweg hervond hij ook de weg naar de kerk: vanaf 2023 ging hij steeds vaker naar de hervormde Oude Kerk in Ede.
“Weet je wat me zó diep raakte? De allereerste preek ging… over Jona! Ik schaamde me enorm voor wie ik was geworden. Maar zonder God en zijn genade kon ik niet meer leven. In die kerk kreeg ik fijne contacten met mensen die me op allerlei manieren aanmoedigden het leven met God vol te houden. Voor het eerst in al die jaren voelde ik me weer echt thuis onder de mensen.”
Eerder dit jaar deed Raymond geloofsbelijdenis in diezelfde gemeente, op zondag 24 maart. Een oorkonde naast zijn bureau herinnert hem eraan.
Het eerlijke verhaal
“Het eerlijke verhaal is dat ik na mijn belijdenis nog één keer een kleine terugval heb gehad en toch weer wat heb gebruikt”, bekent hij. “Sindsdien ben ik gelukkig, met Gods hulp, clean gebleven.”
Wat zijn je dromen als je aan de toekomst denkt?
“Een eigen woning, zodat ik mijn kinderen daar kan ontvangen. Die zie ik nu af en toe, en dat is altijd feest. Mijn zoon is 11 en mijn dochter 8. Ze hebben een heel goede moeder, en daar ben ik God dankbaar voor. Een betere moeder hadden ze zich niet kunnen wensen. We hadden een omgangsregeling. Maar de communicatie tussen haar en mij is heel moeizaam en complex. Bovendien heeft zij onregelmatige diensten. Wat ik verder hoop, is dat de relatie met mijn ouders wat minder stroef zal worden. Er is veel stukgegaan tussen ons. Én ik hoop dat ik ooit werk kan krijgen waarin ik anderen kan helpen.”
Zie je je kinderen met Kerst?
“Dat is nog een verrassing. Gelukkig zie ik hen daarvoor en daarna zeker. Ik zou het geweldig vinden als ik straks weer een plek heb om mijn kinderen regelmatig te ontvangen, bijvoorbeeld in het weekend. Maar eerst moet ik mijn leven weer echt goed op de rit hebben. Dat is waar ik nu vooral voor knok.”
Kerst is het feest van mijn Verlosser
Wat betekent het voor jou dat God in Jezus Christus mens is geworden?
“Kerst, dat is het feest van mijn Verlosser. Zonder Jezus, de Zoon van God, zou ik beslist niet levend voor je zitten. Al mijn zonden, al mijn pijn en verdriet nam Hij op zich aan het kruis. Om ook mij te laten leven in vrijheid.”
Wie is Raymond?
Dit artikel hoort bij de campagne
Waar is Jezus?