Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Idealisme: Reinier Sonneveld.
© Shutterstock

‘Er is op dit moment wel erg veel heilige woede’

20 december 2022 · 10:13

Update: 20 december 2022 · 10:06

We worden van alle kanten bestookt met de oproep om beter te leven. We zouden meer idealen moeten hebben en minder individualistisch moeten zijn. Maar is dat echt zo? Theoloog en coach Reinier Sonneveld vraagt het zich af.

Alles kan ‘te’ worden, zei mijn oma soms, behalve tevreden. Waarop ik dacht: er bestaat toch ook zoiets als ‘te tevreden’? Dat noem je ingedut. En daarmee werd het eerste deel van haar uitspraak des te sterker. Kun je inderdaad alles overdrijven? Kan alles uit de bocht vliegen? Of zijn er toch uitzonderingen? Iets waar je niet genoeg van kunt hebben? 

Ik las een tijdje geleden een tekst van Prediker waarbij ik mijn ogen moest uitwrijven. “Wees niet al te rechtvaardig”, schrijft hij. Was dat niet een drukfout? Moest daar geen ‘on-’ voor?

Too much love
Prediker heeft een punt, besefte ik. Ik heb genoeg hulpverleners gesproken die alom worden bewonderd en toch burn-out thuis belanden. Voorgangers die tot diep in de nacht ‘voor de Heer’ werken en dan heel verbaasd zijn dat hun huwelijk strandt. Activisten die iedereen om hen heen terechtwijzen, en maar niet begrijpen dat ze geen vrienden meer overhouden.

Maar de liefde dan? Is de liefde niet zo ongeveer het enige waarvan je niet te veel kunt hebben? Is dat dan de uitzondering? Nou... “Too much love will kill you”, zingt Queen. En inderdaad, we hebben allemaal weleens gehoord over ouders die hun kind voor alles proberen te beschermen en dan gebeurt wat iedereen al vreest: juist dat kind ontspoort. Of die ene geliefde die maar niet kan loslaten en uiteindelijk een stalker wordt. Net als rechtvaardigheid, kan ook liefde een gif worden.

Alles is een preek
Hetzelfde geldt voor onze idealen. Ik vermoed dat we in de meest idealistische tijd ooit leven. Vroeger hoorde je hooguit zondagochtend bij de mis een preekje van een priester die je niet verstond. Inmiddels is zo ongeveer elk socialmediabericht, elke column en elk actualiteitenprogramma een preek geworden. Er was niet eerder in de geschiedenis een periode waarin we zo veel informatie in zo’n hoog tempo toegediend krijgen als nu. En dan niet zomaar losse informatie: het is informatie met een punt; er is ergens een probleem, een groot en acuut probleem, en daar moet nu wat aan gebeuren.

Ik vermoed dat we in de meest idealistische tijd ooit leven

We krijgen de hele dag door oproepen om de oren gesmeten. Vaak niet expliciet; krantenberichten spreken je zelden direct aan. Maar we zijn empathische wezens. We voelen mee met slachtoffers – automatisch. Al wórden we niet direct aangesproken, we vóélen ons aangesproken. Wij zijn de meest aangesproken mensen in de geschiedenis.
Dat komt deels door de enorme sector van ‘morele aansprekers’. Vroeger waren de priesters en later de dominees dé personen die je – één of twee keer per week– vermaanden. Nu zijn er de coaches, de goededoelenmedewerkers, de columnisten, de journalisten, de activisten, de wetenschappers, de kunstenaars... Iedereen heeft een eigen kwestie die op de kaart gezet moet worden en een stem moet krijgen. En het gaat niet alleen om berichten uit je eigen dorp, zoals vroeger, maar het komt vanuit de hele wereld. Is het misschien te veel geworden? Is het ‘te’?

Zelfbescherming
Je hoort meestal het omgekeerde. Er wordt gewoonlijk geklaagd dat mensen zo individualistisch zijn geworden. Vroeger was er gemeenschapszin en zorgden we nog voor elkaar, hoor je dan, maar nu denken we alleen maar aan onszelf en sluiten we ons af van de wereld. Maar gezien wat ik hierboven schreef, denk ik eigenlijk: vind je het gek dat we ons afsluiten? We worden meer dan ooit aangesproken en aangeklaagd. Ergens houdt het op. We kunnen niet voortdurend onszelf verbeteren, empathisch zijn, ons hart openen. Wat we cynisme en individualisme noemen, is misschien wel gewoon zelfbescherming. Het hoeft niet altijd meer en beter. Er is zoiets als ‘te’ rechtvaardig, zei de Prediker al. Soms is het gewoon goed zo.

‘Wij zijn de meest aangesproken mensen van de geschiedenis’

Wat doen we zelf?
Als ik hierover in gesprek ga met zo’n ‘morele aanspreker’ – een predikant, een columnist, een journalist, een activist – frustreert dat hen enorm. Want zij willen hun ideaal in de schijnwerpers hebben. Al die luie mensen daar zijn niet in beweging te krijgen, en dan beweer ik ook nog eens dat dit best begrijpelijk is! Soms, als ik het aandurf, probeer ik dan Jezus’ uitspraak in het gesprek te gooien: “Voordat je begint over die splinter in andermans oog, moet je eerst niet iets met die complete balk daar?”

Een splinter en een balk zijn van hetzelfde materiaal. De suggestie is dat jij aan precies hetzelfde lijdt als wat je bij de ander aanklaagt, maar dan veel erger. Ik denk inderdaad dat we als ‘morele aansprekers’ meestal zelf het grootste probleem hebben. En ik zeg ‘we’, want ik reken mezelf daar ook onder. We verwijten anderen niet te luisteren, maar zenden we zelf niet vooral? We klagen dat anderen zo weinig empathie hebben, maar hoe empathisch zijn wij voor onze doelgroep? We vinden dat iedereen zich zo afsluit, maar hoe divers is onze eigen vriendenkring? We willen dat anderen zich openen voor ons thema, maar met hoeveel thema’s doen we zelf echt iets?

Heilige onverschilligheid
We worden van alle kanten aangemoedigd tot heilige woede. Dat is dan de verontwaardiging die de oude profeten uitten en die ook aan God wordt toegeschreven. Een brandend vuur om onrecht te verschroeien. Maar er is op dit moment wel erg veel heilige woede. Iedereen lijkt profeet. Ga online en van alle kanten stormt het op je af. Worden onze zielen daar niet uiteindelijk een verschroeide aarde van?

Daarom dit voorstel: hebben we in deze unieke tijd niet vooral ‘heilige onverschilligheid’ nodig? Daarmee bedoel ik geen cynisme of egoïsme, maar een nuchter besef van je eigen beperkingen. Alles kan ‘te’ worden, ook rechtvaardigheid, ook idealen, zelfs liefde. We hebben maar twee handen en een dag bestaat uit slechts 24 uur. Het hoeft niet altijd meer en beter. Heilige onverschilligheid is je bewust en zelfs liefdevol afsluiten. Nee zeggen. Ik heb mijn idealen, en daar wijd ik me aan, maar meer kan er nu niet bij. Want als ik nóg meer doe, gaat iets anders in de min: mijn gezin, mijn geliefde, mijn werk, mijn ziel. 

Met hart en ziel
Heilige onverschilligheid is met overgave leven. Je laat de controle los. Jij doet je ding, maar je weet niet of het gaat lukken. Maar stel je voor dat er een God is met een eeuwigheid de tijd en alle handen van de wereld!? Ik heb maar één hart en niet iedereen past daarin. Maar stel dat Gods hart de schepping omvat!? Is dat een zoethoudertje? Een trucje om mijn eigen luiheid en egoïsme tegemoet te komen? Misschien. Soms. Maar het is vooral bittere noodzaak om niet volledig lamgeslagen te worden door alle heilige woede die op je afstormt. Heilige onverschilligheid is uiteindelijk de grootste compagnon van idealisten: het is wat jou de meeste ruimte geeft om de paar dingetjes die je kunt doen in een mensenleven ook met hart en ziel te doen.

Beeld: Jedi Noordegraaf

Deel dit artikel: