Eenzaamheid en stilte in 'Wie kent mij nog?'
17 september 2024 · 10:21
Update: 19 september 2024 · 07:25
In een rustige wijk in Rotterdam slijt Mien (97) haar dagen in stilte, wachtend tot de deurbel gaat. Even verderop wandelt Ringo (48) met zijn hond Guru, op zoek naar nieuwe vriendschappen. In een ander huis vult Mies (86) haar dagen met schilderen. In de documentaire 'Wie kent mij nog?' volgen we drie Rotterdammers die zich eenzaam voelen. “Ik heb er niet voor gekozen om alleen te zijn.”
Mien heeft in haar leven al twee echtgenoten en haar enige dochter naar het graf moeten brengen. Veel familie heeft ze niet meer. “Ik heb een kleinzoon, maar die zie ik nooit”, verzucht Mien. Toch probeert deze rasechte Rotterdamse positief te blijven. Haar hele leven woont ze al op het schiereiland Katendrecht. “Ze zeggen dat ik de oudste bewoner van Katendrecht ben. Ik ben op het eerste huizenblok geboren en hier op het laatste blok ga ik eruit, een bejaardentehuis krijg je mij niet meer in.” Mien wil tot haar laatste adem thuis blijven wonen. Veel mensen om haar heen zijn inmiddels overleden. “Ze zijn allemaal weg. Verhuisd of gestorven.”
Mien heeft zich neergelegd bij haar eenzaamheid. “Het is hier stil. Heel af en toe kom ik de buurman tegen. Héél af en toe. Ik kom niet veel buiten. Ik zit wat op een stoel en loop een beetje rond. Een paar keer maak ik wat te drinken. En ik ga soms opruimen als er rommel ligt. Maar er ligt haast niks. Want ik maak heel weinig vuil in mijn eentje.”
Kunstwerken
We krijgen ook een inkijkje bij Mies. Zij heeft haar huiskamer in gebruik als atelier. Waar je ook kijkt zie je potten verf, kwasten, doeken en schildersezels. Mies ontdekte op de avondacademie haar talent voor tekenen en schilderen. Vooral haar nachtmerries waren een inspiratie voor haar schilderijen en kunstwerken. Ze heeft er boeken vol van.
Bij het kunstatelier De Herenplaats heeft Mies haar draai gevonden en krijgt ze als ex-psychiatrische patiënt de kans om haar kunst te exposeren. De Herenplaats is opgericht in de jaren negentig als atelier voor kunstenaars die buiten het reguliere kunstcircuit werken, bijvoorbeeld vanwege een psychiatrische achtergrond of een verstandelijke beperking. Hier wordt Mies’ talent gekoesterd en haar creatieve drang gestimuleerd.
Mies groeide op in een groot gezin. Als kind voelde ze zich altijd al anders dan anderen. “Ze noemden me een dromer die alleen maar naar de wolken staarde. Ik ben eigenlijk altijd alleen geweest, maar ik heb er niet voor gekozen om alleen te zijn.” Mies heeft nooit een relatie of kinderen gehad. Nu ze 86 jaar is, vraagt ze zich af wat er straks met haar kunstwerken en tekeningen zal gebeuren die ze toch een beetje beschouwt als haar kinderen. “Ik maak expres grote doeken. Ik denk dat grote werken na m’n dood niet zo snel kapotgemaakt zullen worden.”
Verkeerde vrienden
Tenslotte maken we in Wie kent mij nog? kennis met Ringo en zijn hond Guru. Ringo had in het verleden veel verkeerde vrienden en kampte met een gokverslaving en flinke schulden. Nu probeert hij zijn leven stukje bij beetje weer op te bouwen. “Mijn oudste broer zie ik bijna nooit. En mijn andere broer spreek ik niet zo vaak als ik zou willen. Het lijkt wel of niemand met mij wil praten.”
Ringo probeert afstand te houden van mensen die hem weer op het verkeerde pad zouden kunnen brengen, maar dat is niet eenvoudig. We zien in Wie kent mij nog? hoe hij op zoek gaat naar vrienden met een positieve invloed. “Ik heb een oproepje geplaatst op een zogenaamd ‘maatjesplatform’”, vertelt Ringo. “Ik zoek iemand met een luisterend oor met wie ik leuke dingen kan doen.” Hij beseft dat hij niet de makkelijkste is om mee om te gaan krijgt professionele hulp vanwege zijn impulsiviteit. “Ik weet dat ik minder fel en ad rem moet reageren, want daardoor ben ik veel mensen kwijtgeraakt.” Ringo’s oproep levert weinig reacties op, wat hem erg frustreert. Samen met zijn begeleider Amy onderzoekt hij de mogelijkheden van vrijwilligerswerk. “Ik wil toch proberen een beetje onder de mensen te komen en afleiding te hebben. Ik hoop dat iemand ziet dat ik besta.”
Wie kent mij nog?
Dit artikel hoort bij het programma
Wie kent mij nog?