Een testament in dertien vragen
gisteren · 16:16
Update: gisteren · 16:17
Een beetje ongemakkelijk voelt het wel, nadenken over je nalatenschap. Om uit te zoeken of het nodig en belangrijk is, gaat redacteur Pieter-Jan op bezoek bij een notaris. “Ik probeer het woud aan mogelijkheden terug te brengen tot een paar duidelijke opties.”
Achter de grasgroene deur van een grachtenpand, hartje Delft, huist notaris Ewout Jansen. Vandaag is hij mijn gids op weg naar een testament. Want wat komt er eigenlijk kijken bij het vastleggen van zo’n document? Welke keuzes heb ik? En – niet onbelangrijk – waarom zou ik er eigenlijk eentje moeten hebben? “Die vraag kun je technisch insteken”, steekt de notaris van wal. “Dan heb je het over de civiel-juridische kant en de fiscale kant. Dus: aan wie wil je iets nalaten (dat is de civiele) en hoe bespaar je erfbelasting (de fiscale). Hoewel de centen belangrijk zijn, is de belangrijkste reden om een testament op te stellen een gerust gevoel. Dat alles goed geregeld is.”
De startpositie
Een testament opstellen begint altijd met een hand en een kopje koffie, vertelt Ewout. Daarna komen de vragen. Hoe ziet jouw gezinssituatie eruit? Heb je kinderen? Stiefkinderen? Eerdere huwelijken? Wat voor werk doe je? Wat is je vermogen? Heb je een huis? Een levensverzekering? “Zonder die informatie kan ik geen duidelijk advies geven.”
Stap twee: wat wil je eigenlijk? “Er zijn honderden keuzes, die allemaal weer tot andere varianten leiden. Daarbij is het voortdurend de vraag: wat vind je belangrijk? Ik probeer dat woud aan mogelijkheden terug te brengen tot een paar duidelijke opties.”
Om de startvragen van Ewout heel kort te beantwoorden: mijn startpositie is betrekkelijk eenvoudig. Ik ben 38, in 2007 getrouwd zonder huwelijkse voorwaarden en nog steeds bij elkaar, drie kinderen, een huurhuis, weinig vermogen, geen schulden en geen levensverzekering. Dat brengt ons naar de volgende vragen.
1. Wat als je geen testament opstelt?
“Dan is de wet aan zet. Daarin staan regels voor wie wat krijgt na je overlijden. Als je, zoals in jouw geval, voor 2018 getrouwd bent, is dat in de ‘oude’ gemeenschap van goederen. Dat betekent dat de helft van je bezit – de andere helft is van je partner – nalatenschap is. Eventueel komt daar nog eigen vermogen bij, bijvoorbeeld als iemand je iets geschonken of nagelaten heeft wat echt alleen voor jou is. Op grond van de wet erven de langstlevende echtgenoot en de kinderen ieder een gelijk deel van de nalatenschap. Dus bij jou: je vrouw en je drie kinderen elk een kwart. Maar de kinderen krijgen hun erfdeel ‘op papier’. Pas als je vrouw overlijdt of failliet raakt, kunnen de kinderen het opeisen. Zo regelt de wet het. In jouw geval – getrouwd en weinig vermogen – is die wettelijke optie niet gek.”
Achter de grasgroene deur van een grachtenpand, hartje Delft, huist notaris Ewout Jansen. Vandaag is hij mijn gids op weg naar een testament. Want wat komt er eigenlijk kijken bij het vastleggen van zo’n document? Welke keuzes heb ik? En – niet onbelangrijk – waarom zou ik er eigenlijk eentje moeten hebben? “Die vraag kun je technisch insteken”, steekt de notaris van wal. “Dan heb je het over de civiel-juridische kant en de fiscale kant. Dus: aan wie wil je iets nalaten (dat is de civiele) en hoe bespaar je erfbelasting (de fiscale). Hoewel de centen belangrijk zijn, is de belangrijkste reden om een testament op te stellen een gerust gevoel. Dat alles goed geregeld is.”
2. Moet ik het voogdijschap over mijn kinderen ook in het testament regelen?
“Dat kan zeker,” zegt Ewout, “maar het hoeft niet. Je kunt het ook online vastleggen in het gezagsregister bij de Rechtbank, gewoon door in te loggen met je DigiD. Dat is gratis.”
En als je niets doet? “Dan buigen de Raad voor Kinderbescherming en de rechter zich erover. Die kijken naar de mensen die het meest nabij staan – ouders, broers, zussen. Dat kan soepel gaan, maar het kan ook een hoop gedoe geven, en dat zou ik altijd willen voorkomen.”
3. Hoe zit het met die erfbelasting?
Alleen al het laten vallen van de term ‘erfbelasting’ is genoeg om een verhit verjaardagsgesprek te starten. Maar, legt Ewout uit, een testament kan in ieder geval ervoor zorgen dat nabestaanden minder hoeven te betalen. “Er is sowieso een vrijgesteld bedrag. Een partner hoeft over ongeveer 800.000 euro geen belasting te betalen, een kind over ongeveer 25.000 euro. Daarboven heb je nog trappen: tot ongeveer 150.000 euro betaal je tien procent, daarboven twintig procent. Voor kleinkinderen is dat tarief wat hoger, en voor mensen die nog verder staan dertig tot veertig procent. Behalve goede doelen met een ANBI-status, die betalen geen belasting over nalatenschappen.”
Maar, legt Ewout al schetsend op een blad papier uit, er zijn mogelijkheden om die belasting lager uit te laten vallen. “Allereerst door in een testament de breukdelen te wijzigen. Dus: wie krijgt wat? Je kunt ook spelen met een rentecomponent. De langstlevende partner leent dan als het ware de erfdelen van de kinderen: zij betalen wel de erfbelasting over hun deel, maar lenen dat bij wijze van spreken uit aan hun ouder. Over die lening kun je een rente laten vergoeden. Als de partner dan overlijdt, krijgen de kinderen niet alleen het erfdeel waar ze al belasting over hebben betaald, maar ook de rente belastingvrij als erfdeel. Dat is een complexe rekensom, maar daar kunnen notarissen heel goed in adviseren met behulp van rekenmodellen.”
4. Waarom zou ik naar de notaris gaan? Ik kan toch ook gewoon zelf een testament opstellen en dat in de kluis leggen?
Ewout lacht even. “Dat kan zeker, maar het heeft weinig nut. Zo’n testament is namelijk niet rechtsgeldig. De wet bepaalt dat een notaris een testament moet vaststellen. Dat is sowieso verstandig, want als notaris ben ik op de hoogte van de laatste wetswijzigingen en voorwaarden. In sommige andere landen kun je wel een handgeschreven testament opstellen, maar in Nederland volgens de wet niet.”
5. Ik heb niet zoveel geld, maar wel spullen die ik wil verdelen. Moet ik daarvoor ook een testament opstellen, of kan ik daar gewoon stickertjes op plakken?
“Stickertjes zijn wat simpel, dat werkt niet, maar voor bepaalde voorwerpen kun je een codicil maken. Dat hoeft niet door een notaris te worden opgesteld, maar moet wel voldoen aan strikte eisen. Het moet bijvoorbeeld volledig handgeschreven, voorzien van een datum en plaats, en ondertekend zijn. In zo’n codicil kun je de wensen voor je uitvaart zetten of voorwerpen nalaten. Denk aan sieraden, boeken, documenten, kledingstukken of meubelstukken. Maar voor geld, verzamelingen of onroerende goederen zoals je huis, geldt een codicil niet. Daarnaast kun je er ook geen executeur mee aanstellen.”
6. Kan ik mijn kinderen onterven?
Niet dat ik dat van plan ben, maar is het een optie? “Ja en nee”, geeft Ewout aan. “Je kunt ze onterven, maar een kind heeft op grond van het huidige erfrecht altijd recht op zijn zogenaamde legitieme portie: de helft van wat het kind volgens de wet zou erven. Hij of zij moet het dan wel binnen vijf jaar vorderen bij de erfgenamen."
7. Wie zorgt ervoor dat je testament na je overlijden wordt uitgevoerd?
“Daarvoor kun je één of meerdere executeurs aanstellen. Dat zijn degenen die jij het vertrouwen geeft dat de nalatenschap wordt afgehandeld. De erfgenamen kunnen ook een zogenaamde boedelnotaris aanwijzen voor de afwikkeling.”
8. Ik heb een leuke platencollectie. Kan ik de voorwaarde stellen dat die compleet moet blijven?
“Je kunt allerlei voorwaarden stellen, maar ik raad het je af. Zoiets noem je een ‘erfenis onder last’. In de praktijk werkt het bijna nooit. Of omdat het niet te controleren is, of omdat het te ingewikkeld wordt. Je kúnt wel over je dood heen regeren – dat heet een tweetrapsmaking. Daarin regel je dat een erfenis ook in tweede instantie niet bij mensen terechtkomt bij wie je het niet wilt hebben. Maar ook aan zo’n tweetrapsmaking zitten veel haken en ogen. Doe zoiets niet te snel.”
9. Hoe voorkom ik ruzie over mijn erfenis?
“Allereerst natuurlijk door het goed te regelen. Maar ik pleit ook voor transparantie, zeker bij samengestelde gezinnen. Bijvoorbeeld door eerst met z’n tweeën langs te komen bij mij, de opties te bespreken, en daarna samen met de kinderen langs te komen, als die oud genoeg zijn om het te begrijpen. Dan kan ik aan hen uitleggen waarom er voor die optie is gekozen. Er zijn niet veel notarissen die dit doen, toch helpt het enorm, is mijn ervaring. Een testament is een puur persoonlijk document, maar je hoeft er niet geheimzinnig over te doen.”
10. Stel dat ik nu een testament maak. Is dat over vijf jaar niet verouderd?
“Zowel jouw situatie als de wetgeving kan veranderen. Je kunt een erfenis krijgen, je huis kan veel meer waard worden, je relatie kan veranderen – alles is in beweging. Dus ik raad iedereen aan bij zo’n verandering of minimaal iedere tien jaar naar het testament te kijken.”
11. Wat als ik niet meer wilsbekwaam ben, bijvoorbeeld omdat ik ga dementeren?
“Daarvoor kun je een levenstestament opstellen. Daarmee geef je een ander – bijvoorbeeld je partner – de volmacht over je financiën en medische zaken. Dat kan een gang naar de kantonrechter, inclusief kosten, schelen. Het is een blijk van vertrouwen: ik geloof dat jij mijn zaken kan behartigen, mocht het misgaan.”
12. Kunnen mijn kinderen de erfenis ook weigeren?
“Jazeker. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de erfgenamen denken dat er meer schulden zijn dan bezittingen. Ze hebben drie opties. Ze kunnen ’m zuiver aanvaarden. Dan zijn ze ook aansprakelijk voor een eventueel tekort in privé – dus ze nemen ook je schulden over, als je die hebt. Dat kan een nare verrassing zijn. Verder is er de optie van het beneficiair aanvaarden. Dan hoeven ze de schulden in privé niet te betalen, maar komen ze bij schuld in een soort faillissementssituatie. Dat noem je een vereffening. De afwikkeling is dan meestal ingewikkelder. En tot slot kunnen je kinderen de erfenis verwerpen.”
13. Tot slot: hoeveel kost het vaststellen van een testament?
“Daar zijn geen vaste afspraken over, dat bepaalt iedere notaris zelf. Het ligt ook aan de situatie. Bij samengestelde gezinnen zijn de kosten bijvoorbeeld hoger dan bij een ‘normaal’ gezin – al hoorde ik laatst in een cursus dat samengesteld het nieuwe normaal is. Het beste is gewoon zelf te informeren naar de mogelijkheden.”