'Een kerkelijk gebouw als verblijfplaats van een gevangene'
25 september 2024 · 13:45
Update: 25 september 2024 · 14:12
Of ik een keer wil preken over het bezoeken van gevangenen, vroeg de dominee al voor de zomervakantie. Nu is dit in mijn ogen niet zo groots, maar omdat hij bleef aandringen, heb ik maar ja gezegd. Nu ik weer een paar mensen ga bezoeken en de datum dichterbij komt, moet ik toch eens beginnen aan die preek.
Maar ineens vliegt het me aan. Wat moet ik de gemeente nou vertellen over het bezoeken van gevangenen? Een preek is niet echt geschikt om mijn persoonlijke reisverhalen te gaan delen. Niemand wil weten hoe ik onderweg geniet van de koffie op de meest afgelegen plaatsen. Of welke mooie steden, met prachtige kathedralen en kloosters en imposante orgels, ik aandoe na het gevangenisbezoek. Of hoe ik geniet van de zee aan de oostkant, en dat ik overweeg in Galicië in het noordwesten te gaan wonen als ik met pensioen ga, want de bergen, bossen en zee daar zijn schitterend. Ik kan natuurlijk een heel aantal Bijbelteksten aanhalen waarin het gaat over gevangenenbezoek, maar dat weten de gemeenteleden allang en ik wil ook niet de indruk wekken dat ik het nou allemaal zo goed weet en doe.
Mijn eerste bezoek deze reis is aan Dominica (niet haar echte naam) uit Curaçao, een vrouw die inmiddels al meer dan drie jaar vastzit. We voeren ons gesprek in het Spaans, want zij spreekt geen Nederlands en ik geen Papiaments. Dominica’s verlof werd tot drie keer toe zonder reden geweigerd en daardoor voelde ze zich depressief. Op mijn vraag of ze in die moeilijke tijd misschien kracht putte uit haar geloof, antwoordt ze dat ze niets heeft met religie, maar dat ze door de kerk wel haar depressie kwijt is.
Uw adres is vastgezet op de dichtstbijzijnde rooms-katholieke kerk
Ik snap niet helemaal wat ze daarmee bedoelt, maar we praten eerst nog wat door over haar werk in de gevangeniskeuken. Het koken voor een paar honderd mensen vindt ze erg leuk en als ze over een paar jaar vrijkomt, wil ze dan ook graag iets doen met de opgedane ervaring. Toch zag het er een tijdje niet zo rooskleurig uit. Door de verlofweigeringen vervloog haar toekomstperspectief en voelde ze zich steeds zwaarmoediger. Uiteindelijk besloot ze een brief te schrijven aan de rechter. Na lang wachten kwam het antwoord: “U hebt wel degelijk recht op verlof, maar in verband met het in gebreke blijven van een vast woonadres, mag u het verlof niet opnemen. Om u toch in staat te stellen het verlof te gebruiken, heeft de rechterlijke macht uw adres vastgezet op dat van de dichtstbijzijnde rooms-katholieke kerk.”
Opgetogen vertelt Dominica dat ze inmiddels op verlof is geweest en dat de priester een leuk appartement heeft, met een mooie, grote ontvangstruimte en een fijn gastenverblijf. Tijdens het verlof heeft ze samen met de priester alvast onderzoek gedaan naar mogelijk werk in restaurants en hotels. Ze weet nu dat ze altijd welkom is in de kerk en dat ze haar willen helpen terug te keren in de maatschappij. Ik vind het bijzonder dat een overheidsinstantie een kerkelijk gebouw aanwijst als verblijfplaats van een gevangene, en ik ben nóg meer onder de indruk van die priester. Misschien moet ik vragen of híj wil komen op die zondag dat ik moet preken. Zijn omzien naar Dominica is een veel betere preek dan die ik zou houden.