Ed Kerkdijk overleefde een bizar vuurwerkongeluk
vandaag · 13:22
Update: vandaag · 13:43
Elk jaar rond oud en nieuw beginnen zijn klanten er weer over: “Weet je nog, dat ongeluk, tien jaar geleden? Je hebt wel geluk gehad he?” “Nee,” zegt kaasboer Ed Kerkdijk dan, “het was geen geluk, maar redding. Dat is wat anders.”
De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.
Het is een jaarlijkse traditie in het Twentse Vriezenveen: met een klaphamer in een bak met magnesiumpoeder slaan. “Machtig mooi”, lacht Ed. “Het knalt als een malle. Maar ik doe het nooit meer. Veel te gevaarlijk.”
Handgranaat
Ed (54) weet waarover hij spreekt. In de middag van oudejaarsdag 2015 – hij heeft net z’n kaaswinkel schoongemaakt en afgesloten en kijkt uit naar een vrije week – staat hij met zijn zwager en een handvol vrienden buiten voor zijn huis een biertje te drinken. Traditiegetrouw staan ze om een klaphamer heen, een soort mechanische hamer die steeds op een bak met magnesiumpoeder slaat. “Door de wrijving ontstaat er dan een harde knal”, vertelt Ed. “Echt hard, denk aan een handgranaat.”
‘Stekeblind’
De mannen hebben al een keer of tien geknald, als het poeder op is. Geen punt, Ed heeft nog genoeg liggen. Hij zet zijn biertje op de grond en loopt naar zijn huis om nieuw poeder te halen. Zolang er geen vuur of metaal bij het poeder komt, is er niets aan de hand. Maar als Ed terugloopt met de bak magnesium in zijn handen en net vijf meter voorbij zijn huis is, explodeert het poeder met een gigantische knal in zijn gezicht. Tot op de dag van vandaag weet niemand hoe het precies is gebeurd. Het enige wat Ed kan bedenken, is dat het nieuwe werkvest dat hij droeg, wat statisch was, waar het poeder op reageerde.
Hoe het ook zij, Ed is er slecht aan toe. Hij is zijn middelvinger kwijt, en van een andere vinger mist hij een deel. Bovendien is zijn gezicht zwart en kan hij zijn ogen niet opendoen. Zijn zwager is er als eerste bij en zegt meteen: ‘Ed, ik zal er niet omheen draaien: dit is niet best.’ Ed probeert om zich heen te kijken, maar is “stekeblind”. Hij ziet rare druppels en allemaal vreemde kleuren.
Een grote glazen bol
Terwijl direct 112 wordt gebeld en Ed verwoede pogingen doet om op een rijtje te krijgen wat hem zojuist is overkomen, krijgt hij een visioen. “Het was alsof ik in een zeepbel zat, een grote glazen bol. Er zat iemand naast mij, van wie ik zeker wist dat het Jezus was. Ik zag zijn gezicht niet, maar Hij zei tegen me: ‘Je hoeft niet bang te zijn, alles komt goed.’ Op dat moment zag ik buiten de zeepbel de satan staan. Het was een ondefinieerbaar figuur, een soort donkere wolk, maar ik wist ook bij hem zeker wie hij was.”
Als het visioen verdwijnt, voelt Ed geen pijn en evenmin angst. Tegen zijn zwager zegt hij: ‘Je hoeft niet bang te zijn, want het komt helemaal goed.’ “Hij dacht natuurlijk dat ik onzin praatte en ook het ambulancepersoneel dat inmiddels was gearriveerd, concludeerde: het is de adrenaline. Toen ik dat ontkende en zei dat ik zojuist Jezus had gezien die had gezegd dat alles goed zou komen, zeiden ze: ‘Hij is in shock.’ Maar ik wist dat dit niet waar was. Ik vroeg: ‘Waar ik mijn vrouw?’ Ze bleek voor in de ambulance te zitten, zij was wel in shock. Ik zei tegen haar: ‘Belinda, kun je me horen? Je hoeft niet bang te zijn, alles komt goed. Jezus heeft me dat net beloofd en daar vertrouw ik op.’”
Twee gitzwarte ruimten
In het ziekenhuis in Enschede wordt Ed in coma gebracht en vervolgens geopereerd. “Vier dagen later kwam ik uit mijn coma. Blind, dat wel. Maar ik schrok niet, ik was vol vertrouwen. Ik ben geen moment bang geweest. En dat terwijl mijn gezicht vreselijk gehavend was. Mijn ogen waren verband en er zaten stukjes metaal en kruit in. Als je naar mijn gezicht keek, zag je twee holle, gitzwarte ruimten. ‘Dit komt nooit meer goed’, zei de oogarts. ‘Er zit geen zicht meer in.’ ‘Toch zie ik dat u met iets voor mijn gezicht zwaait’, zei ik. Dat kon volgens hem niet, maar goed, het was toch zo.”
Een raadsel
Na tien dagen mag Ed naar huis met de mededeling dat het herstel minstens drie jaar zal duren en dat hij diverse hersteloperaties zal moeten ondergaan. “Ik zal je vertellen: op 8 augustus 2016 – acht maanden later dus – stond ik weer in mijn eigen winkel. Weet je wat het is? Ik vertrouw er maar Eén. En als Hij zegt dat het goed komt, dan komt het goed.”
Die eerste weken dat Ed weer aan het werk is, gaat zijn klandizie van honderdvijftig klanten per week naar driehonderd. “Iedereen wilde mij zien en het verhaal horen. ‘Je hebt geluk gehad’, zeiden ze dan. En dan vertelde ik dat het geen geluk was, maar redding. Dat is echt wat anders.”
Eds rechterhand is vakkundig hersteld, al mist hij nog steeds één vinger. Aan Eds ogen is voor een buitenstaander geen schade meer te zien. “Met contactlenzen zie ik nu weer 150 procent. Ik zie zelfs meer dan dat ik vóór het ongeluk zag. Ik lees ’s ochtends de krant zelfs zonder lenzen. De oogarts staat voor een raadsel. Ik kom om de zoveel tijd bij hem terug voor een oogmeting en elke keer blijkt dat mijn ogen nog steeds aan het herstellen zijn. Het kan niet. En toch is het zo.”
Podcast 'Het ene moment'
Luister ook de podcast 'Het ene moment', waarin Elsbeth Gruteke de gast uitgebreider spreekt.
Dit artikel hoort bij de podcast
Het Ene Moment