Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding
© Eljee

Ebbe Rost van Tonningen vond zijn eigen weg

23 januari 2021 · 23:00

Update: 15 november 2024 · 08:49

“Het is maar goed dat je geen Róst van Tonningen heet,” zei iemand toen Ebbe zichzelf voorstelde met Van Tonningen. Sindsdien gebruikt hij zijn volledige naam weer. En waarom ook niet? Op eigen kracht wist Ebbe, los van zijn ouders, een indrukwekkende maatschappelijke loopbaan op te bouwen. “We moeten eerlijk in de spiegel kijken.”

Hij had, zoals anderen dat noemen, ‘foute ouders’. Zelf moest hij niets hebben van het naziregime. Ebbe Rost van Tonningen (77) distantieerde zich publiekelijk van de overtuiging van zijn ouders. Enkele jaren geleden verscheen zijn boek In niemandsland. De vader verloren, de moeder verstoten over de rol van zijn ouders in de oorlog en wat dat met hem deed. Overwogen om zijn naam te veranderen heeft hij nooit. “Ik heb het een tijdje alleen afgekort. Maar ik zat continu in angst om ontdekt te worden, evenals dat het geval zou zijn als ik mezelf Jansen zou noemen. Ik ben trots op mijn naam en ik wil niet capituleren voor schaamte. Ik hoef me toch niet te schamen? Ik ben weerbaarder geworden, moeilijk klein te krijgen en open in mijn contacten.”

Het is een opluchting als je een zondebok vindt

Bovendien, zijn naam levert hem soms ook voordeel op. “Ik stelde me in een kroeg in Bilthoven, waar ik politicus was, eens aan iemand voor. Die man zei: ‘Hoe is het mogelijk dat iemand met jouw naam de politiek in gaat?’ Iedereen onthoudt mijn achternaam, terwijl anderen daar tonnen in moeten steken. Zakelijk merkte zowel mijn broer – die consultant was – als ikzelf dat opdrachtgevers eerder met ons afspraken, omdat ze benieuwd zijn naar onze levensverhalen. Ze leerden iets van onze kwetsbaarheid. Je spreekt al snel over de zin van het leven. Dat is een onverwacht cadeau.”

Historische kermis

Over zijn jeugd straks meer, maar eerst de film Bankier van het verzet uit 2018, over de broers Gijs en Walraven van Hall die illegaal miljoenen guldens van De Nederlandsche Bank wisten door te sluizen naar het verzet. Ebbes vader, de prominente NSB’er Meinoud Rost van Tonningen (zie het kader verderop in het artikel), was op dat moment president van De Nederlandsche Bank. Afgelopen 4 mei zond de EO de film uit. Ebbe bekeek de film op televisie en was kwaad over de manier waarop zijn vader werd neergezet. Een gesprek met de EO en de filmmaker volgde, wat leidde tot dit interview in Visie. Ebbe weegt zijn woorden zorgvuldig. Elke genuanceerde opmerking over zijn ouders zou bij het grote publiek zomaar verkeerd kunnen overkomen.

Wat stuitte je precies tegen de borst in de film?

“Allereerst vond ik het erg onplezierig om mijn vader terug te zien in een martelkamer en hem dood te zien gaan in een plas bloed. Ik was erg teleurgesteld hoe de rol van mijn vader in scène was gezet. Ik had in Vrij Nederland al gelezen dat er veel historische onjuistheden in de film zaten.”

Artistieke vrijheid

© Eljee

Volgens Vrij Nederland klopten bepaalde martelingen, ontmoetingen en relaties niet met de werkelijkheid of was daar geen bewijs voor. ‘Omdat de producenten uit waren op effectbejag en het scenario volstopten met clichés, is het een film geworden die niet anders is te omschrijven dan als een historische kermis van bedenkelijk allooi,’ oordeelde het blad.

Ebbe zag dat zijn vader in de film “nog zwarter gemaakt werd dan-ie al was”. Maar, benadrukt hij, het gaat hem niet eens zozeer om zijn vader. Ebbe stoort zich aan het, in zijn ogen, simplistische goed-foutschema in oorlogsfilms. “Het is altijd de helden versus de schurken. Als je een schurk wilt tonen, kun je beter een fictief figuur verzinnen dan een historisch onjuiste film te maken over echte mensen. Als zoon moet ik steeds eenzijdige kritiek op mijn vader aanhoren. Dat is heel vervelend. Tijdens het gesprek met de EO en mij zei de producent dat hij de artistieke vrijheid heeft om de film te maken zoals hij heeft gedaan. Ik ben het daar fundamenteel mee oneens als je, zoals nu, mensen onnodig beschadigt. Ten onrechte werd in de film getoond dat die op waarheid gebaseerd is.”

Niet verwacht

Voor de goede orde: Ebbe ziet zichzelf niet als slachtoffer. “Mensen zien me liever als slachtoffer dan als iemand die vérder is gekomen.”
Dat hij verder is gekomen blijkt uit een blik op zijn cv: een indrukwekkende lijst van maatschappelijke inzet. Na de hbs werd Ebbe officier in het Nederlandse leger. Vervolgens studeerde hij internationale politieke economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Mensen zien me liever als slachtoffer dan als iemand die vérder is gekomen

In 1991 startte Ebbe een eigen bedrijf in interim-bestuurswerk voor prestigieuze opdrachtgevers in het openbaar bestuur en het bedrijfsleven. In 2006 werd hij als gemeenteraadslid volksvertegenwoordiger en lijsttrekker van een door hem opgerichte lokale partij. Ook werd hij wethouder. De laatste tien jaar van zijn arbeidzame leven was hij onder meer leraar economie en management op middelbare scholen.

Eerder al, in de jaren 70, kon hij zonder problemen docent op twee middelbare scholen worden. “Dat had ik niet verwacht. Het was een pluspunt van de samenleving.” Hij straalt. “Ik werd niet gediscrimineerd door mijn achternaam.”

'Kind van'

Ook later, in zijn werk als ondernemer, bleek zijn achternaam geen beletsel voor klanten. “Ik wilde een klus doen voor de overheid. Een Joodse man moest erover beslissen. ‘Een bekende naam,’ zei hij. Dat had ik al zo vaak gehoord. Maar ik kreeg de opdracht tóch.” Hij glimt. “Het bleek totaal niet relevant.”

Geen slachtoffer of slechts ‘kind van’ dus, zoveel is duidelijk. Waar Ebbe zich vooral druk om maakt, is de te makkelijke manier waarop Nederlanders omgaan met het verleden. “Of het nu gaat om de oorlog of de politionele acties in Indonesië, het is belangrijk om eerlijk in de spiegel te kijken. In Bankier van het verzet werd zelfvoldaan teruggekeken op de rol van het verzet en een te makkelijke antiheld gemaakt van de rol van mijn vader. Maar, los van mijn familie, heeft Nederland iets geleerd van de bezetting? We waren boos dat de Duitsers ons bezetten, maar deden intussen precies hetzelfde met politionele acties in Indonesië. Ons kolonialisme lijkt veel op fascisme.”

Hij wist woorden te geven aan mijn opgekropte emoties

Omdat Ebbes moeder het gedachtegoed van haar man trouw bleef, lijkt zij voor veel Nederlanders de verpersoonlijking van het kwaad. Ebbe herinnert zich haar echter als “een warme en hartelijke vrouw”. ‘Ha, Ebbe!’ zei ze enthousiast als hij thuiskwam uit school. “Ze kon als bioloog in Artis ook boeiend spreken over haar werk met apen. Het was een leuke vrouw, zolang het maar niet over de oorlog ging. Omdat zij in de media steeds haar loyaliteit aan de NSB bleef uitspreken, zijn we een aantal maal gebrouilleerd geweest.”

In zijn kindertijd was het aanvankelijk onmogelijk om een school voor zijn broers en hem te vinden. “Wij werden steeds geweigerd en ik ben drie keer van school gewisseld. Ik was ongewenst, maar wist niet waarom. Toen ik een klassenavond bij mij thuis organiseerde, trok iedereen zich terug. Ik betrok het op mezelf: ze zullen mij wel niet aardig vinden. Pas later snapte ik dat het door mijn ouders kwam.”

Zwart-wit

Ebbe raakte in een isolement en dankzij wijze mensen lukte het hem om zijn gevoelens onder woorden te brengen. Zoals de Joodse gymleraar die het regelmatig voor de recalcitrante Ebbe opneemt in de lerarenkamer. Als hij op volwassen leeftijd coördinator is van de kerkelijke samenwerking tussen hervormden en remonstranten, heeft Ebbe veel aan de contacten met dominee Wim Overdiep. “Hij wist woorden te geven aan mijn opgekropte emoties. Hij had echte belangstelling en probeerde de open wonden in mijn gemoedstoestand te helen: het isolement waar ik met niemand over kon spreken. Mijn moeder dacht zwart-wit over de oorlog, maar de goede Nederlanders op hun eigen manier óók. Ik zat daartussen.”

© Eljee

Op welke manier wist dominee Overdiep je te bereiken?

“Door een onderscheid te maken tussen de vijand en de tegenstander. Als vijanden elkaar zwarter en zwarter maken, worden ze bevestigd in het standpunt dat ze al hebben en escaleert de boel. Overdiep zei: ‘Promoveer de vijand eens tot een tegenstander, want met een tegenstander praat je tenminste nog. En probeer begrip te krijgen. Via begrip kun je elkaar vinden.’ Overdiep liet zich inspireren door het zondebokmechanisme van de filosoof René Girard. Nederlanders voelden zich na de oorlog onprettig: hadden we niet meer kunnen doen? Het is een opluchting als je een zondebok vindt op wie je je kunt richten: ‘Het is allemaal de schuld van...’. Daardoor komt er vrede terug in de samenleving. De zondebok vervult een belangrijke rol voor een vreedzame samenleving waarin je elkaar de maat niet meer neemt.”

Zochten ‘goede Nederlanders’ in jouw ouders een zondebok?

“Daar doe ik geen uitspraken over, dat is aan de lezers. Wel vind ik dat journalisten mijn moeder misbruikten om zichzelf te verheffen als symbool van het goede. Ik herinner me een televisieprogramma waarin Jaap van Meekren mijn moeder keihard interviewde. Dat was een goedkoop mechanisme met als doel te laten zien hoe zuiver hij zelf was. Maar meer nog: het vermijdt het gegeven dat we zelf in de spiegel moeten kijken. Nelson Mandela is een icoon van hoe het anders kan. Na jarenlange gevangenschap en vijandigheid tóch de hand reiken naar de tegenpartij is buitengewoon indrukwekkend. Dat is de enige weg om geweld om te keren naar iets vreedzaams.”

Christenen zien Jezus Christus als zondebok. Hoe zie jij dat?

“De Romeinen accepteerden Zijn koningschap niet en Hij stierf terwijl Hij geen schuld had. Jezus’ gebed was: ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’ Volgens René Girard is dat het bijzondere van het christendom. Hij was vijand, maar gebruikte geen geweld, sloeg niet terug, nam geen wraak. Hij liet zich niet meesleuren in iets wat tot niets leidt. Het liefhebben van je vijanden is een uitgangspunt van het christendom. Jezus laat zien wat het betekent om zonden te vergeven op het moment dat Hij op een weerzinwekkende manier aan een kruis wordt genageld. Ik ben geen kerkganger, maar ik vind het christendom een belangrijke inspiratiebron.”

Wie was Meinoud Rost van Tonningen?

NSB’er Meinoud Rost van Tonningen (1894-1945) was zoon van Marinus Bernardus (legercommandant van het KNIL, het Nederlandse koloniale leger) en jonkvrouw Menauda Sara Johanna van den Bosch.

Tijdens de oorlog was Rost van Tonningen onder meer directeur van De Nederlandsche Bank. In juni 1945 pleegde hij volgens de officiële lezing zelfmoord. Na onderzoek stelt Ebbe dat hij daartoe gedreven werd vanwege martelingen. Florentine – bijgenaamd ‘de zwarte weduwe’ – bleef tot haar dood in 2007 trouw aan de idealen van haar man.

Verloren vader

Ook raakte Ebbe geïnspireerd door het boek Eindelijk thuis van Henri Nouwen over Rembrandts schilderij ‘De terugkeer van de verloren zoon’. “Een fantastisch schilderij. De vader vindt de liefde voor zijn verloren zoon belangrijker dan wat die gedaan heeft. De zoon kreeg de kans om terug te keren. De andere broer neemt dat met gemengde gevoelens waar.”

Hij wil niet ingaan op de vraag om die gezinssituatie eens op zijn eigen familie te projecteren. Maar: “Voor mij is mijn vader een man van vlees en bloed geworden. Hij was voordat hij tot de NSB toetrad een internationaal gerespecteerd financieel expert voor de Volkenbond in Oostenrijk.

Voor mij is mijn vader een man van vlees en bloed geworden

Een idealist, maar met een blinde vlek voor de dramatische uitwassen van het Hitler-regime. Hij was een verloren vader voor mij. Hoewel ik hem nooit gekend heb, zouden wij na een stevige confrontatie waarschijnlijk vrienden zijn geworden.”

Maar veel meer dan zijn verleden heeft de toekomst Ebbes aandacht. Zoals de klimaatuitdagingen waar de komende generatie voor gesteld is. Hij verwijst naar de bekende kernvragen van de filosoof Immanuel Kant: wat kan ik weten, wat moet ik doen en waar mag ik op hopen? “Mijn antwoord is: wij kunnen weten dat de aarde wordt uitgeput! Volgende generaties hopen dat wij een leefbare wereld achterlaten. Maar dan zullen wij onze maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen. Een ander als zondebok aanwijzen is geen oplossing.”

Beeld: Eljee

Deel dit artikel: