Ds. Arie van der Veer: 'Ik ben uitbehandeld'
31 augustus 2024 · 09:47
Update: 2 september 2024 · 07:07
Eerder deelde ds. Arie van der Veer nieuws omtrent zijn gezondheid. "Mijn kracht raakt op," vertelde hij. Onlangs bracht dominee Arie een bezoek aan de oncoloog. Helaas heeft de arts slecht nieuws.
𝑍𝑒𝑔 𝐼𝑠𝑟𝑎𝑒̈𝑙 𝑑𝑎𝑡 𝑧𝑖𝑗 𝑚𝑜𝑒𝑡𝑒𝑛 𝑜𝑝𝑡𝑟𝑒𝑘𝑘𝑒𝑛
"Het einde van mijn aardse leven komt in het zicht. Ik ben uitbehandeld. De dokter had ons uitgenodigd om naar de dependance in Heerde te komen. Het ligt daar in de bossen prachtig. Wij hebben daar meer dan twintig jaar vakantie gehouden. Ik heb daar vaak gewandeld.
De chemo’s hebben niets gedaan. Ja, ze hebben mijn lichaam gesloopt. Ik kan niet ver meer lopen. En als ik het doe, gebruik ik een stok. Ik kan niet meer ver weg. Ik ben intens moe. Hele dagen. Mijn lichaam is en wordt nog meer gesloopt.
Maar, tot nu toe, mijn geest niet. En dat is een zegen.
Ik denk na over de toekomst. Hoe lang zal ik nog leven? Het kunnen nog een aantal maanden zijn.
Ik heb een nieuw boekje gekocht over het hiernamaals. Mijn denken gaat nu verder dan over de tijd vóór mijn dood. Wat gaat er komen? Wat heeft Gods Woord mij nu daarover te zeggen? Ik zal, als het me raakt en verrijkt, jullie er in doen delen.
De eerste, momenteel de grootste zorg is: hoe gaan we nu hier verder? Hoe kunnen we hier samen verder? Dat is in onze situatie nog niet zo eenvoudig. Er wordt door onze kinderen volop gedacht en geïnformeerd. Ja, ik heb het ook Ees verteld dat ik menselijkerwijs niet meer beter wordt. Dat weet ze nu. Maar begrijpen is zeer de vraag.
Ik lig er ’s morgens vroeg aan te denken. En dan merk je trouwens dat het leven om je heen gewoon doorgaat. ‘s Morgens is daar altijd die houtduif die begint te koeren als het licht wordt.
Nu was het de dag na de uitslag erg bewolkt. Ik bad: God zendt toch uw duif. Ik moest namelijk denken aan Jezus die het water van de Jordaan inging om gedoopt te worden. Het water kan ook donker zijn. Niet voor niets spreken we ook van de doods Jordaan. Maar in die rivier daalde Gods Geest als een duif op hem neer. Ik bad nu ook: God zendt toch uw duif.
In de schemer lag ik te wachten. En warempel, ik hoorde hem weer: mijn duif. Hij koerde weer. Ik besef, mijn duif is een gewone duif. En toch. Met name de natuur gaat gewoon door. De kat zat zoals altijd op me te wachten. De papegaai ook. Die begint, als hij me ziet te rammelen met zijn bak.
Veel is nu voorbij. Maar er blijft nog genoeg te doen. Ik moet ook denken aan het volk van Israël dat aan de oevers van de Jordaan gelegerd was. Na een aantal dagen moesten ze toch verder trekken. Het water van de donkere Jordaan in. Ze kwamen er niet zomaar. De voorsten moesten de eerste stap gaan zetten. Stappen in het geloof.
Ik besef dat ik dat ook nu moet gaan doen. Ik reken op Gods hulp. Mijn gebed is nu een gebed vooral om wijsheid en nog een beetje kracht. Ik word omringd door de liefde en hulp van mijn kinderen en kleinkinderen. Ook mijn familie laat zich niet onbetuigd.
Ik zong vorige week: leer mij de weg die ik moet gaan. Die weg weet ik nu: het wordt nu een gebed om wijsheid en kracht. En ook om hoop die blijft. Morgen zal het aan de gemeente verteld worden. Ik blijf thuis. Ees gaat wel. Het leek me goed dat de gemeente het ook weet voordat ik weer naar de kerk kom. Ik ga het vast weer proberen. Maar nu even niet.
Wat een verandering zal dat zijn. Ees achter de rollator en ik met de stok van mijn vader. Ik moet er ook wel een beetje om lachen. Zo kunnen reizigers naar de eeuwigheid er dus uitzien. Wij gaan niet met slaande trom.
De tijd van logeren aan de oevers van de Jordaan is voorbij.
God zegt dat ik moet optrekken."
Dit artikel hoort bij het programma
Nederland Zingt