“Dit is het ware gezicht van God”
6 april 2017 · 12:50
Update: 8 december 2022 · 11:54
Het is bijna Goede Vrijdag, Jezus sterft aan een kruis. Maar waarom? Verhalenverteller en missionair pionier Matthijs Vlaardingerbroek wist precies hoe het zat, totdat een Schotse vreemdeling hem aansprak in een museum.
Het is een winterse dag in Glasgow, de stad waar mijn dochter studeert, als ik eindelijk de kans krijg om het wereldberoemde schilderij ‘De Christus van de Heilige Johannes van het Kruis’ te bewonderen, geschilderd door de Spaanse kunstenaar Dalí. Ik heb hiernaar uitgekeken. Zittend op een bankje op de eerste etage van het Kelvingrove Museum staar ik minutenlang naar het metersgrote schilderij. Boven mij hangt een gekruisigde Jezus, zwevend in het luchtledige tussen hemel en aarde. Achter hem een donkere wolk. Jezus, hangend tussen Gods oordeel en de aarde die Hij gaat redden.
Gods donkere oordeel
“Impressive, isn’t it?” Een Schotse stem doet mij opschrikken. Naast mij is een oudere man in een geruit colbertje komen zitten. Met een zwaar Schots accent begint hij tegen mij aan te praten. Hoewel mijn Engels goed is, moet ik mijn best doen om hem te verstaan.
“Wat zie je erin?”, vraagt hij.
Ik vertel hem mijn gedachten over Jezus, die tussen Gods donkere oordeel en de verlichte aarde hangt. Het schiet mij te binnen dat zijn vraag een uitgelezen kans is hem het evangelie te vertellen. Niet wetende of en wat hij gelooft, begin ik voorzichtig over het verzoenend sterven van Jezus.
Precies andersom
“You’re wrong, you know!”, zegt hij lachend. “Maar het is niet jouw schuld, hoor. Ook ik heb als kind geleerd dat God ten diepste boos op mij was, dat Zijn toorn op mij rustte.” Hij wijst naar het schilderij. “Jezus die stierf om Gods boosheid weg te nemen. Alsof Hij door Zijn sterven Gods gedachten over ons moest veranderen.” Ik zie hem verbijsterd zijn hoofd schudden. “Maar... dat is toch zo!” ga ik ertegen in. “Onze zonde die tussen God en de mens in staat en door het verzoenend sterven van Jezus wordt weggenomen. Tenminste, dat is wat ik geloof.”
“Wat als het nu eens precies andersom is? Dat God nooit Zijn gedachten over ons heeft hoeven te veranderen?” Hij beweegt zijn handen om het uit te leggen. “God is boos op ons. Dat is ons geleerd, toch?” Hij maakt van zijn rechterhand een vuist. “Maar doordat Jezus sterft, laat God Zijn boosheid los en reikt Hij ons de hand.” Hij maakt van zijn gebalde vuist een open hand. Ik knik bevestigend.
Wie God werkelijk is
“Stel je nou voor dat het helemaal andersom is.” Hij maakt van zijn linkerhand een vuist. “Dit zijn wij. Wij staan boos en angstig met gebalde vuisten tegenover God. Maar dan sterft Jezus. En waarom? Zodat wij gaan zien wie God werkelijk is. Daar gaat het om! Niet dat God Zijn gedachten over ons hoeft te veranderen, maar dat wij Gods gezicht zouden zien en hierdoor onze angst voor Hem en onze boosheid naar Hem kunnen loslaten.” Hij toont mij een open hand. “Stel je voor dat Gods hand altijd al open was. Dan kunnen we nu elkaars hand vastpakken en elkaar blijven vasthouden.” En met zijn linkerhand pakt hij zijn rechterhand beet.
Het gezicht van God
Ik kijk hem met open mond aan en vertel hem dat ik er zo nog nooit naar gekeken heb.
“Jij bent bekend met de Bijbel, toch?” Ik maak een bevestigend geluidje. “Dan ken je vast en zeker het verhaal van Mozes. Hij was een vriend van God, maar toen het erop aankwam, mocht Mozes het gezicht van God niet zien.” Ik knik en hij gaat door... “En Elia, ook hij mocht alleen de achterkant van God zien. Niemand in de Bijbel heeft ooit het gezicht van God gezien. Tot dit moment!”
Met zijn verrimpelde hand vol pigmentvlekken wijst hij opnieuw naar het schilderij boven ons. “Hier laat God voor het eerst Zijn gezicht zien. Maar Dalí heeft het niet begrepen. Zijn Jezus laat Zijn gezicht niet zien. En moet je kijken! Zijn Jezus wordt netjes bedekt door een lendendoek. Als God aan het kruis Zijn ware gezicht laat zien, hangt Hij daar helemaal naakt. Zo naakt als twee geliefden, die zich voor het eerst zonder kleren aan elkaar laten zien, en in kwetsbaarheid tegen elkaar zeggen: ‘Dit ben ik.’”
Machteloze liefde
“En zo is God!” Hij grijpt mijn schouder beet. En nu begrijp ik het. Ik ben allang niet meer hem het evangelie aan het uitleggen, maar andersom. “Luister.” Ik voel zijn hand krachtig in mijn bovenarm knijpen. “Aan het kruis laat
God Zijn gezicht, Zijn ware kern, voor het allereerst zien. En weet je wat dat is?” Hij kijkt mij stralend aan. “Machteloze, opofferende liefde... Dat is God ten voeten uit. God is machteloze, opofferende liefde. Dat is Zijn kern.”
Niet meer bang
Op dat moment weet ik dat ik hem heb. Hoe fout kun je zitten om te denken dat God ten diepste machteloos is! En met
een gevoel van superioriteit vertel ik hem: “God is de Almachtige. Voordat Jezus naar de hemel gaat, zegt Hij tegen Zijn discipelen: “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde.”
Maar wat ik ook zeg, mijn woorden raken hem niet. Als een volleerde jiujitsu-meester gebruikt hij mijn kracht tegen mij: “Autoriteit is niet hetzelfde als macht. God is liefde, ja toch?” Ik knik. Hij praat door: “Ware liefde is machteloos. Alles verdraagt ze. Alles gelooft ze. Alles hoopt ze. In alles volhardt ze. Ware liefde is machteloos, omdat zij voor machteloosheid kíést. Omdat zij geen enkele vorm van macht wíl uitoefenen. En dat is het ware gezicht van God! Hier aan het kruis toont Hij wie Hij ten diepste is. Machteloze, kwetsbare, opofferende liefde, omdat Hij hoopt dat wij onze gedachten over Hem zullen veranderen. En wij niet meer zo bang voor Hem zullen zijn.” Doordringend kijkt hij mij aan. “Zodat jij niet meer zo bang voor Hem hoeft te zijn.”
Hij laat een stilte vallen. Ik ben de regie in dit gesprek allang kwijt.
Dan staat hij op en zegt: “It was nice talking to you.” En zo laat hij mij achter. Als de Jezus op het schilderij boven mij, hangend in het luchtledige.
Tekst: Matthijs Vlaardingerbroek
Beeld: Kelvingrove Art Gallery and Museum