De wonderlijke ommezwaai van Glenn en Esther: ‘Ik dacht: Congo? Nooit van m’n leven!’
25 augustus 2023 · 10:59
Update: 21 november 2024 · 08:26
Dat het Belgische echtpaar Glenn en Esther Vantieghem nu al vijftien jaar in twee sloppenwijken in Congo werkt, kun je gerust een wonder noemen. Want na een oriënterend bezoek aan deze voormalige Belgische kolonie was het voor Glenn glashelder: “Tenzij God een of ander teken zou geven, zou ik hier nooit meer terugkomen.”
Namens EO Metterdaad-partner Christ’s Hope zetten Glenn en Esther zich – dag in, dag uit – met hart en ziel in voor de meest kwetsbare kinderen in de twee grote sloppenwijken van Kinshasa.
Mensonwaardig
Loop je daar als buitenstaander rond, dan ga je onwillekeurig oppervlakkiger ademhalen vanwege de penetrante stank. En je ontdekt al snel dat je constant moet uitkijken waar je je voeten neerzet. Want je zou zomaar op menselijke uitwerpselen kunnen stappen: sanitair en riolering ontbreken. Om nog maar te zwijgen over de andere problemen die het leven van duizenden kinderen en volwassenen hier mensonwaardig maken.
Jonggehuwden
Hoe Glenn en Esther in Congo en meer specifiek bij dit project betrokken zijn geraakt, is een wonderlijk verhaal. Ze trouwden eind 2006, hadden een mooi huurappartement en Glenn werkte als leerkracht op een middelbare school. Ze droomden van kinderen. Ze kenden de oprichter van Christ’s Hope International. Die vroeg de jonggehuwden om in 2007 tien dagen naar Congo te komen, waar hij net een nieuw project was begonnen voor sloppenwijkkinderen. “Hij sprak zelf geen Frans”, legt Glenn uit, “dus hij vroeg mij tijdens een aantal vergaderingen in Kinshasa te vertalen.”
Er was geen elektriciteit, geen stromend water uit de kraan en het was warm
Onwerkelijke ervaring
Het werd een onwerkelijke ervaring. De vergaderingen duurden maar drie dagen. De oprichter besloot ter plekke de stekker uit dit nieuwe project te trekken: er waren te veel problemen. Glenn: “Hij vertrok op de vierde dag naar Zambia, naar een conferentie. Dus wij dachten: en nu? We hadden nog zeven dagen…” Esther: “Er was geen elektriciteit, geen stromend water uit de kraan. En het was heel warm. Toch had ik zelf, al van jongs af aan, het verlangen God te dienen en ‘iets’ met kinderen te doen. Misschien was dit tóch de plek en het project waar God ons wilde hebben?”
‘Iets gevaarlijks’
Glenn: “Maar ik dacht ik: nooit van m’n leven! Ik had een mooie baan. En hier? Geen goede wegen, geen elektriciteit, geen water. We kenden niemand. Esther sprak zelfs geen Frans. Zo’n ommezwaai maken? Terug naar zo’n rampzalige plek? Dat zou niet gebeuren.” Het gebeurde tóch. Dat had te maken met (Glenns woorden) “iets gevaarlijks” wat ze deden: ze besloten de situatie in gebed voor te leggen aan God. Glenn: “Esther had zoiets van: als we hier een verschil kunnen maken, waarom niet? Ik had wel dúízenden redenen om in België te blijven. Ons leven samen was net begonnen. Alles opgeven, naar Congo gaan? Nee.”
Naar school
Hoe God, op heel verrassende manieren, ook voor Glenn alle barrières slechtte om samen met Esther de grote stap te wagen, vertellen ze in onze tv-uitzendingen. “We hebben het in Gods handen gelegd”, blikt Glenn terug. “En Hij heeft gezorgd.” Esther: “Al vijftien jaar vangen we kinderen in extreme nood op. Momenteel zijn dat er zo’n 350. We zorgen onder andere dat ze naar school kunnen gaan. Hun families hebben daar geen geld voor.”
Al vijftien jaar vangen we kinderen in extreme nood op
Niets gegeten
Glenn: “Alle kinderen die wij helpen, leven onder de armoedegrens. Die ligt op één euro per gezinslid per dag. Moeders vertellen ons soms dat hun gezinnen al drie dagen op rij niets hebben gegeten.” Esther: “Alle basisvoorzieningen ontbreken. Als kinderen ziek worden, is de ellende niet te overzien. Voor medische zorg hebben deze gezinnen geen middelen.” Glenn: “’s Morgens gaan de kinderen naar school, en ‘s middags komen ze naar ons zorgcentrum. We nemen ze niet op; ze blijven in hun gezin. Wij willen naast hun gezinnen staan en samen met hen voor de kinderen zorgen.”
Een ander leven
“Kort samengevat willen we de vicieuze cirkel van hopeloosheid en armoede doorbreken”, vervolgt hij. “Een cirkel van ongeletterdheid, slechte keuzes, tienerzwangerschappen, drugs, bendegeweld, HIV, honger, ziekte… Als deze kinderen de juiste keuzes maken en de mogelijkheid krijgen, is er écht een ander leven mogelijk.” Esther: “Dit hebben we de afgelopen jaren keer op keer zien gebeuren, en dat bemoedigt ons om door te gaan.” Glimlachend: “Nee, het is hier bepaald geen paradijs – maar wel de plek waar God ons roept.”
Dit artikel hoort bij het programma
EO Metterdaad
Dit artikel hoort bij de campagne
Veilige haven voor kinderen in gevaarlijke sloppenwijk Congo