De vuurwerkramp in Enschede liet diepe sporen na bij Aniek (9)
22 april 2025 · 19:48
Update: 22 april 2025 · 20:02
De 9-jarige Aniek ter Horst kijkt, net als iedereen, omhoog. Waarom schieten al die vuurpijlen ineens door de strakblauwe lentehemel boven Enschede? “Zonde dat dit overdag gebeurt”, hoort ze iemand zeggen. Na een oorverdovende knal breekt plotseling paniek uit – maar het ergste moet nog komen.
Het was een zonovergoten, behaaglijk warme zaterdagmiddag: 13 mei 2000. Niemand kon vermoeden dat een vuurwerkramp er, voor velen in de Enschedese wijk Roombeek, een gitzwarte nachtmerrie van zou maken. Er vielen 23 doden (onder wie vier brandweermannen), 950 mensen raakten gewond en tweehonderd woningen werden compleet verwoest. Hoe blikt Aniek terug op wat ze die dag, inmiddels vijfentwintig jaar geleden, als meisje van 9 meemaakte?
‘De middag van 2000’
We ontmoeten elkaar op een nog koude ochtend in maart, bij haar thuis in Enschede. Aniek, inmiddels 34, is altijd in haar geboorteplaats blijven wonen.
Als gezin woonden jullie destijds tegenover de Grolschfabriek?
“Klopt, aan de achterzijde ervan, in de Beekstraat. Niet ver van de plek waar de vuurwerkramp plaatsvond. Een christelijk gezin. Ik was de jongste van drie kinderen.”
Wie is Aniek ter Horst?
Wist jij destijds dat je maar op een paar honderd meter van een vuurwerkfabriek woonde, S.E. Fireworks?
“Nee. Zelf dacht ik altijd dat het een soort opslagplek was voor oudpapier. Tot die dag.”
Zomerse kleding
Omdat de zon uitbundig scheen, droeg vrijwel iedereen zomerse kleding en waren veel mensen op straat. “Ik wilde ‘s middags buiten gaan spelen met Leah, een vriendinnetje. Ze woonde iets verderop, in de Deurningerstraat. Misschien gingen we stoepkrijten, dat weet ik niet meer. Op een gegeven moment merkten we wel dat er op straat iets aan de hand was, en dat de moeder van Leah zei: ‘Laten we even gaan kijken.’ Maar of dat nou door die eerste rookpluim kwam of door iets anders…?” Ze haalt haar schouders op.
Niet veel aan de hand
Sowieso waren er opvallend veel mensen op straat. Onder wie de moeder van Janneke, een ander vriendinnetje van Aniek. De twee gingen bij haar staan (Janneke zelf was even boodschappen doen, met haar vader). “Iedereen stond ontspannen te kletsen. Er leek niet veel aan de hand. Misschien alleen een brandje, ergens in de buurt?”
Herinner jij je nog het geluid van al die fluitende vuurpijlen die opeens door de strakblauwe lucht schoten?
“Jazeker, al dat siervuurwerk... Ik hoorde iemand zeggen dat het zonde was dat dit overdag gebeurde.”
Niet lang daarna klonk de eerste explosie...
“Dat zware geluid gaf mij direct een unheimisch gevoel: wat was dít? Maar ik dacht niet meteen: dit is foute boel.”
Docu: 'De middag van 2000'
‘Kom mee, rennen!’
Dat laatste dacht de moeder van Janneke, wel direct. “Kom met mij mee, rennen!” riep ze tegen Aniek en Leah. Iedereen maakte zich trouwens snel uit de voeten na die daverende klap.
“Wij volgden Jannekes moeder richting haar huis”, herinnert Aniek zich. “Alle ramen waren al gesprongen door de luchtdruk van die eerste explosie. En hun woning was gevuld met rook, stof en glassplinters. Rechts had je de keuken en de woonkamer, en links het toilet. Ik herinner me dat ik verjaardagvlaggetjes in de kamer zag branden. Geen idee wie er jarig was geweest. Janneke? Maar dat beeld vergeet ik nooit meer. Vlaggetjes van papier. Geen uitslaande brand, wel vuur.”
Toch besloot Jannekes moeder niet terug te gaan naar buiten?
“Klopt, misschien ook omdat er overal puin en glas op straat lag na die eerste explosie. Ze geloofde dat we veiliger zouden zijn als we in de wc zouden schuilen. Dus dat deden we. Ik was pas 9. En als kind doe je wat een volwassene in zo’n situatie zegt.”
We hebben op de wc met elkaar gebeden
Rondom de wc-pot
De vier kinderen posteerden zich rondom de wc-pot in het betegelde toilet. “Omdat de deur vanwege ons niet meer dicht kon, bleef Jannekes moeder in de opening staan. Hoelang we daar stonden? Misschien twee, drie minuten. Na die eerste knal werd het, in mijn herinnering, stil op straat – de stilte voor de storm.”
Zei Jannekes moeder in dat toilet nog iets tegen jullie, ter geruststelling?
“We hebben met elkaar gebeden. Ongetwijfeld om bescherming, veiligheid en rust. Ik kom zelf uit een christelijk gezin, dus dat was niet iets vreemds.”
Met niets te vergelijken
Aniek vindt het lastig om het geluid van de tweede explosie te omschrijven.
“Dat was met niets te vergelijken. Nog veel zwaarder dan die eerste klap. Alsof een gigantische muur van geluid steeds dichter op je afkomt en over je heen trekt. Een enorme drukgolf, die je in je hele lijf voelt.”
Je moet wel doodsbang zijn geweest, daar in die kleine wc toen alles schudde en trilde?
Aniek schudt nee. “Niet dat ik me herinner, al zou dat zeker niet gek zijn geweest. Wel weet ik zeker dat ik aanvoelde dat het niet veilig was. Ik was een meisje van 9, en als kind beleef je de dingen toch anders dan een volwassene.”
Niet veilig
Na die tweede explosie besefte Jannekes moeder dat het onverantwoord was om nog langer binnen te blijven. “Zij legde – weet ik achteraf – wel meteen de link met S.E. Fireworks Ze zei: ‘We moeten hier weg.’”
Aniek en de anderen renden opnieuw achter haar aan, naar buiten. Waar het inmiddels een complete chaos was, terwijl de harde vuurwerkknallen onverminderd boven Roombeek bleven klinken en overal sirenes loeiden van ziekenwagens, brandweer en politie.
Wat herinner jij je vooral nog van wat je zag toen jullie weer op straat waren?
“Het deed denken aan beelden die je nu ziet uit oorlogsgebieden: volledig uitgebrande auto’s, gehavende huizen, overal puin en glas. Alles, alles was kapot. En er hing een soort grijze wolk van stof en gruis op straat, waaruit soms andere mensen opdoemden… Al waren dat er maar vier of zo. De rest was allang weg.”
Ik moest wel naar het ziekenhuis
In de chaos van dat moment
“Ik heb trouwens géén idee waar de moeder van Janneke is gebleven toen we eenmaal buiten waren. Kennelijk ging zij in de chaos van dat moment een andere kant op dan wij. We zijn elkaar uit het oog verloren.”
Dus als kinderen waren jullie plotseling alleen?
“Ja. We gingen links, daarna nog een keer links. Op de Roomweg liepen we een brandweerman tegen het lijf, die riep en gebaarde: ‘Jullie moeten die kant op!’ Hij wees in de richting die we al volgden. Wat verderop kwamen we een politieagent tegen. Die heeft ons met de auto naar het park gebracht en daar afgezet.”
Waarom bracht hij jullie naar het park?
“Daar was al een soort opvangplek ontstaan. Daar verzamelden zich steeds meer mensen. Er waren ook hulpdiensten aanwezig. We stonden weer in de zon, gelukkig zonder die enorme wolk boven ons. De rest van mijn eigen gezin was gelukkig ook veilig, al wist ik dat toen nog niet. Mijn moeder was naar Hengelo gegaan met mijn zus. Mijn broer was op het voetbalveld tijdens de vuurwerkramp, en mijn vader was elders in Enschede.”
Naar het ziekenhuis
In het park zag een van de hulpverleners dat Aniek lichtgewond was: ze bloedde aan haar knie. “Door een glasscherf. Die was er al wel uit, maar had een snee veroorzaakt. Geen idee wanneer dat was gebeurd. Al kon ik nog gewoon lopen en kromp ik niet ineen van de pijn of zo, ik moest wel naar het ziekenhuis.”
De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.
Daar was het ongetwijfeld druk, omdat veel mensen uit jouw woonwijk gewond waren geraakt, sommigen zelfs ernstig?
“Het was daar inderdaad heel druk. Iedereen werd snel gecontroleerd en doorverwezen. Ik kreeg een verdoving, daarna drie hechtingen met draad en naald in mijn knie en toen stond ik alweer buiten."
Vreselijk ongerust
Haar vader was de eerste van haar eigen gezin die ze terugzag, ’s avonds rond etenstijd. Aniek verbleef op dat moment bij een man en een vrouw die zich, zolang ze zonder familie was, over haar ontfermden. “Via via had mijn vader gehoord waar ik was, dus hij kwam meteen naar me toe.”
Jouw ouders moeten in de tussentijd vreselijk ongerust zijn geweest: ze wisten niet waar je was en hoe het met je ging?
Aniek knikt. “Sinds ik elf jaar geleden moeder ben geworden, kan ik me daar alles bij voorstellen. Hoewel wij als gezin allemaal vrij nuchter zijn – echte Twentenaren –, voelde het voor mij als thuiskomen na een jarenlange vakantie toen ik zijn vertrouwde gezicht zag. En ongetwijfeld was hij ook enorm opgelucht. Mijn moeder, die nog weer later terugkwam uit Hengelo met mijn zus, was in tranen toen ze mij naderhand zag. Als kind vond ik dat een beetje raar: we waren toch veilig, waarom stelde ze zich nou zo aan? Maar nu ik zelf een dochter heb, snap ik dat haar reactie volkomen normaal was. Ik at op dat moment patat met frikandellen, en ik had zoiets van: laat me maar even en stel je niet zo aan…”
De vuurwerkramp van 13 mei 2000
Dat het dodental niet nog hoger lag, kwam mede doordat het een zonnige lentedag was: veel mensen waren buiten of niet thuis toen de explosies plaatsvonden. De wijk Roombeek is na de ramp volledig herbouwd.
Wisten jouw ouders hoe het met jullie huis was?
“Ja. Na de explosies is mijn vader, op de fiets, vanuit de winkel in de binnenstad naar onze woning gegaan. ‘Meneer, u mag er niet doorheen’, had een agent tegen hem gezegd. ‘Daar kom je achter, ik ga naar mijn gezin’, antwoordde hij – en fietste door. Maar er was niemand. De Grolsch-fabriek heeft de klap deels opgevangen, waardoor de schade aan ons huis meeviel.”
Waar vonden jullie tijdelijk onderdak, totdat jullie weer terug konden keren naar jullie eigen adres?
“Bij een oom en tante, een aantal dagen. De maandag na de ramp gingen we wel weer meteen weer naar school, herinner ik me.”
Beschermende handen
Aniek staat op en loopt naar het aanrecht. Daarop ligt een ingelijste tekening, die de moeder van Janneke heeft gemaakt voor elk van de vier kinderen die met haar op het toilet hebben geschuild. “Een maand of drie na de ramp kreeg ik die van haar”, zegt Aniek.
Op de tekening zie je vier jonge kinderen rondom een toilet staan. In de deuropening het vage silhouet van een volwassen vrouw. Om de ruimte heen zie je twee grote handen: “Dat zijn de beschermende handen van God.”
Waar sta jij op deze tekening?
“Ik ben dat voorste meisje, rechts, met de handen voor haar gezicht. Dat is hoe Jannekes moeder zich het moment herinnerde waarop ze met ons ging bidden.”
‘Ontzettend beschermd’
Anieks blik blijft nog even op de tekening rusten, die in de eerste jaren na de ramp een plekje op haar slaapkamer had.
“De symboliek die Jannekes moeder heeft gekozen, met die handen van God, vind ik prachtig. Ik herinner me – misschien gek genoeg – geen echt angstige momenten. Toch geloof ik zeker dat wij die dag ontzettend zijn beschermd, nu we weten hoeveel doden en gewonden er die zaterdag zijn gevallen en hoeveel woningen er compleet door zijn vernield. Achteraf gezien was het een geluk bij een ongeluk dat het zo’n mooie lentedag was. Heel veel mensen waren buiten tijdens de explosies.”
Op filmbeelden van die dag zie je – na de explosies – bebloede mensen rondlopen, van wie sommigen duidelijk in shock zijn. Heb jij die als kind ook gezien?
“Nee, ook niet in het park, voor zover ik me herinner. Waarschijnlijk wel in het ziekenhuis, maar dat is me niet echt bijgebleven.”
Er schiet haar in dit verband iets te binnen: “Mijn ouders hebben me kort na de vuurwerkramp wel een paar maanden op therapie gestuurd, omdat ik iets had gezegd waar ze nogal van schrokken.”
Wat dan?
“Dat ik die bewuste zaterdagmiddag een brandweerman had gezien met een hoofd onder zijn arm... Nu denk ik: dat moet die brandweerman op de Roomweg zijn geweest die ons richting het park stuurde, en een helm in zijn hand droeg. In mijn kinderlijke fantasie was dat een afgerukt hoofd. Achteraf kan ik er wel om lachen, maar mijn ouders namen dat heel serieus.”
Dramaserie De vuurwerkramp, elke vrijdag, 20.30 uur, NPO 1
Rotjes
Angst voor vuurwerk heeft Aniek niet overgehouden aan die zaterdag, vertelt ze. “In het begin was ik wel bang voor het geluid ervan, hoor. Maar na een jaar of drie stak ik ‘gewoon’ weer rotjes af als we nieuwjaar vierden.”
Na een korte stilte zegt ze: “Ik heb trouwens wel iets anders overgehouden aan die dag: ik wil een wc-deur het liefst nooit helemaal dichtdoen. Ook niet als ik alleen thuis ben. Dat zal toch met toen te maken hebben.”
Lachend: “Inmiddels is het aangeleerd gedrag, hoor. Want geen haar op mijn hoofd denkt dat het niet veilig is om de deur gewoon dicht te doen. Maar de eerste jaren na de vuurwerkramp zat dat gevoel van onveiligheid er – misschien onbewust – nog wel diep in. Daarom hield ik de wc-deur altijd het liefst een stukje open. Zo van: áls er nog eens iets gebeurt, moet ik wel meteen weg kunnen.”
Meest gelezen
- Pasen uitgelegd in één minuut
Wat vieren christenen eigenlijk met Pasen?
Pasen uitgelegd in één minuut
- Dit moet je weten over Goede Vrijdag
Waarom we vandaag ‘goed’ noemen, ondanks Jezus’ kruisiging
Dit moet je weten over Goede Vrijdag
- Stille Zaterdag: de stilste dag ooit
Pasen krijgt meer glans als je op deze zaterdag eens stilstaat
Stille Zaterdag: de stilste dag ooit
Lees ook
- Bede van bisschop Budde ging viraal: ‘Ik wist dat ik een risico nam’
Wil je zien
Bede van bisschop Budde ging viraal: ‘Ik wist dat ik een risico nam’
- Rick Evers: 'Voor de koninklijke familie ben ik 'noodzakelijk kwaad"
Het weekend van Rick Evers
Rick Evers: 'Voor de koninklijke familie ben ik 'noodzakelijk kwaad"
- Chatten met Jezus én paus Franciscus?
Jurjen ten Brinke: 'Ik zou er geen gebruik van maken'
Chatten met Jezus én paus Franciscus?