Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

De Samaritaanse vrouw bij de put in de serie ‘The Chosen’ en de Bijbel

2 februari 2023 · 16:06

Update: 8 februari 2023 · 12:56

In aflevering 8, de laatste aflevering van seizoen 1 van ‘The Chosen’, ontmoet Jezus bij de waterput een Samaritaanse vrouw. Hij vertelt haar wie Hij is.

Jezus is met zijn leerlingen onderweg naar Galilea, een streek in het noorden van Israël. Om daar te komen, moeten ze door Samaria. Samaritanen zijn mensen van Joodse afkomst die vermengd zijn met niet-Joodse volken. Daardoor zijn een aantal Joodse tradities en gebruiken veranderd of zelfs verloren gegaan. Zo vereren de Samaritanen naast God ook andere goden. Om die reden gaan Joden niet met Samaritanen om.

Toch door Samaria

De discipelen proberen Jezus om te praten. Kunnen ze niet lángs Samaria lopen in plaats van erdoorheen? Ze zijn bang voor aanvallen van Samaritanen en komen met allerlei argumenten waarom ze beter langs de Jordaan kunnen reizen. Jezus wil er niks van weten en stelt ze gerust: “Het komt wel goed.”

Dan is het brood op. De leerlingen van Jezus gaan eten halen in de Samaritaanse stad Sichar. Jezus wacht bij de Jakobsbron op de discipelen. Deze Jakobsbron staat net buiten de stad Sichar op het land dat Jakob aan Jozef gaf in het Oude Testament.

De ontmoeting

Bij deze waterput komt een Samaritaanse vrouw water halen. Jezus vraagt haar of ze hem wat water kan geven. De vrouw reageert pas als Jezus zijn vraag nog een keer herhaalt. Ze zegt: “U, een Jood vraagt mij, een Samaritaanse vrouw, om drinken? En dan ben ik ook nog eens een vrouw.” Zo komt een gesprek op gang waarin de vrouw benadrukt dat Jezus Joods is en zij een Samaritaanse.

Nadat ze kort met elkaar gesproken, zegt Jezus: “Als je wist wie Ik ben, zou je Mij om water vragen. En Ik zou je levend water geven.” De Samaritaanse vrouw merkt op dat Jezus helemaal geen emmer heeft om water te putten uit deze diepe put. Jezus gaat verder: “Iedereen die dit water drinkt krijgt weer dorst. Maar wie het water drinkt dat Ik hem geef zal nooit meer dorst hebben. Degene die Mijn water drinkt zal een bron worden dat eeuwig leven geeft.”

De vrouw wil bewijs, maar Jezus wil eerst dat ze haar man gaat halen om het ook aan hem te laten zien. Dan vertelt de vrouw dat ze geen man heeft. “Dat klopt”, zegt Jezus, “Je hebt vijf mannen gehad en degene met wie je nu samenwoont, is niet je man.” De vrouw wordt boos omdat ze het gevoel heeft dat ze door Jezus veroordeeld wordt. Maar Jezus zegt dat Hij hier juist is om dat te doorbreken. De vrouw zegt niemand te vertrouwen totdat de Messias komt om alles aan haar uit te leggen. Dan zegt Jezus: “De Messias waar je het over hebt, dat ben Ik.”

Vervolgens vertelt Jezus over de mannen die ze heeft gehad; hij kent details die niemand anders weet. De vrouw gelooft niet dat zij de juiste persoon is om te horen over de Messias. Ze zegt dat ze door iedereen afgewezen is, waarop Jezus zegt: “Door iedereen, maar niet door de Messias.” De vrouw is blij, enthousiast en vertelt aan iedereen dat Jezus wel de Messias moet zijn.

De ontmoeting bij de put in de Bijbel

In Johannes 4 lees je het verhaal van de ontmoeting tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw. Daar staat:

Hij verliet Judea en ging weer naar Galilea. Daarvoor moest hij door Samaria heen. Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur.


Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ ‘

Maar heer,’ zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen? U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,’ zei Jezus, ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’

Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’ ‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ Daarop zei de vrouw: ‘Nu begrijp ik, heer, dat u een profeet bent! Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ ‘

Geloof me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden. Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden, want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid.’ De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen’ (dat betekent ‘gezalfde’), ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Dat ben ik, degene die met u spreekt.’

Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Wat wilt u daarmee?’ of ‘Waarom spreekt u met haar?’ De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?’ Toen gingen de mensen de stad uit, naar hem toe.

Lees het hele verhaal uit Johannes 4 op bijbel.eo.nl.

Kijk aflevering 8 van 'The Chosen' nu op NPO Start.
The Chosen
The Chosen

Dit artikel hoort bij het programma

The Chosen

Neem een koekje.

Jammer! Door je cookie-instellingen kan je dit deel van de site niet zien. Als je meer cookies accepteert, kan je dit deel wel zien.

Toestemmingen aanpassen