De Nederlandse Dianne woont in Oekraïne: ‘Er komt een dag dat ze zeggen: nu hebben we jouw man nodig’
17 december 2024 · 14:21
Update: 17 december 2024 · 18:11
Terwijl ze oorlogsweduwen opvangt, kan ze ondertussen elke moment te horen krijgen dat haar eigen man het leger in moet. Toen de Nederlandse Dianne 23 jaar geleden met haar Oekraïense Petro in het huwelijksbootje stapte en in Oekraïne een gezin stichtte, kwam dit scenario niet in haar toekomstverwachting voor.
Samen met haar man runt Dianne Bernyk-Van der Lingen (48) al twintig jaar de hulporganisatie Hart en Handen voor Oekraïne in de West-Oekraïense Karpaten. Ondanks de oorlog gaat het leven daar gewoon door, met bijvoorbeeld de bouw van een bejaardentehuis. Waar Dianne, haar man Petro (52) en hun drie kinderen Anna-Vera (22), Eduard (16) en Liza (14) wonen, is het betrekkelijk rustig.
Enkele weken geleden was het ‘pas’ de derde keer dat er een raket neerkwam in hun provincie. Deze keer was het alleen op nog geen 6 kilometer van hun huis. Het schudde hen letterlijk wakker. “Dan voel je even wat mensen elders in Oekraïne dagelijks ervaren. Dat je uit je bed trilt en dat je dochter met grote ogen de slaapkamer in rent: ‘Mama was dit een aardbeving?’ Wij dachten hier veilig te zitten, maar dat blijkt toch niet helemaal zo te zijn.”
Oorlog is nooit ver weg
Maar ook zonder raketten is de oorlog eigenlijk nooit ver weg: “Er zijn hier veel begrafenissen van gesneuvelde mannen uit de buurt. Mijn man gaat daar vaak heen. Hij ziet dat als zijn plicht: het is hier immers nog rustig dankzij diegenen die die rust in het oosten verdedigen. Dat beleven wij ook echt zo. Soms voel ik me zelfs schuldig als we bijvoorbeeld een middagje in het zwembad zijn. Iemand verliest daarvoor zijn leven.”
Dat wij hier rustig wonen, willen we ook tot zegen laten zijn van anderen.
Voor die relatieve rust die ze genieten, willen ze daarom iets terugdoen. “Dat wij hier rustig wonen, willen we ook tot zegen laten zijn van anderen. Daarom organiseren mijn schoonzussen en ik wekelijkse retraites voor oorlogsweduwen.
Een groepje vrouwen komt dan een weekje hierheen om tot rust te komen. We doen excursies, gaan de natuur in, doen workshops en ’s avonds praten we met elkaar. We laten hun zien dat wij met God leven, en bespreken bijvoorbeeld laagdrempelig een Psalm uit de Bijbel over verdriet en rouw. Maar vooral geven we hun de ruimte om over hun verdriet te praten, als ze dat willen. En de meesten van hen nemen aan het eind een bijbel mee naar huis.”
Tekst gaat hieronder verder.
Liefde en hoop in oorlogstijd: het inspirerende verhaal van Alina en Galina
Psychologische hulp
De weduwen krijgen van de overheid ook psychologische hulp aangeboden: “Na de begrafenis van je man krijg je een telefoonnummer van een psycholoog. Maar niet alle vrouwen maken daar gebruik van. Laatst zei iemand: ‘Deze retraiteweek, daar kan geen psycholoog tegenop.’
De meeste vrouwen willen niet één op één aan tafel zitten met een psycholoog, dat vinden ze eng. Maar even niet hoeven koken, lekker winkelen, wandelen in de natuur, eten met elkaar, dat is minder eng. En als ze merken dat ze hier ook gewoon mogen huilen, dan zie je ze al ontspannen. Op de tweede dag zie je ze al heel open met elkaar praten. En dat is eigenlijk wat we aanbieden: even weg uit hun eigen wereld, rust en veiligheid, een comfortabele omgeving. De rest doen ze zelf.”
Er ontstaan ook blijvende contacten: “Ze blijven elkaar opzoeken. Soms blijken ze maar een paar straten van elkaar te wonen. Het is een beginnetje van iets wat heel belangrijk voor ze is. Heel veel vrouwen zijn alleen totdat ze iemand ‘verplicht’ ontmoeten. Dat is een beetje Oekraïens: het vooral zelf volhouden.”
Tekst verder onder de afbeeldingen.
Een bord minder aan tafel
Stukje bij beetje hoort Dianne de verhalen om haar heen: “Hoe confronterend het is om alleen thuis te zijn: een bord minder aan tafel, een foto uit betere tijden aan de muur. Voelen dat hij er niet meer is. Bij de laatste groep zat een vrouw die nog maar drie weken geleden haar man verloren was. En die krijgt dan gelijk alle zorg en aandacht van de vrouwen van wie het langer geleden is.
Of van een vrouw die nog maar zes maanden getrouwd was toen haar man sneuvelde. Ze zat naast een vrouw die 36 jaar getrouwd was geweest. Dan zie je dat verdriet niet in gradaties te verdelen is. Of je nu 36 jaar hebt samengeleefd en samen veel herinneringen deelt of nog maar net getrouwd bent: het is allebei puur verdriet. Dat vind ik confronterend.”
Elke maand melden
Het zet Dianne aan het denken. Ook haar man Petro moet zich elke maand melden op het legerkantoor. “De spoeling van inzetbare mannen wordt dunner. Er komt een dag dat ze zeggen: nu hebben we jouw man nodig. Ik stop dat idee weg, maar ik weet dat hij ook een keer aan de beurt is. Hij heeft militaire dienst gehad, hij is opgeleid en staat te boek als inzetbaar.
Het hangt als een zwaard van Damocles boven ons hoofd. We leven van maand tot maand, en ik plan alles ‘onder voorbehoud van’, want ik weet niet wat er over tien dagen gebeurt. En ja, God is erbij. In gebed vind ik rust en vertrouwen. Hij laat niet toe dat er iets gebeurt zonder Zijn wil. En dan die golf van opluchting als hij uitstel krijgt. Dat duurt dan zo’n drie weken en dan begint de spanning weer op te lopen. Een ritme waar je nooit aan went.”
Ik plan alles ‘onder voorbehoud van’, want ik weet niet wat er over tien dagen gebeurt.
Geen ontkomen aan
Maar dat is niet Diannes enige zorg. “Sinds kort hebben we een schoonzoon van 23 jaar, en onze eigen zoon Eduard is 16 jaar. Hij zit nu in de laatste klas van wat we in Nederland de mavo noemen. Een maand geleden kreeg hij opeens een brief mee naar huis met een lijst van wat hij allemaal moet inleveren bij de docent: pasfoto, BSN-nummer, kopie van zijn inschrijving bij de gemeente, een medische verklaring. Ik wist gelijk: hier zit iets achter. Deze informatie gaat nu al naar het leger. Ze zijn nu al aan het inventariseren wie er over twee jaar achttien is”, vertelt Dianne verdrietig.
“Ik weigerde die lijst in de te vullen, maar ja, op een gegeven moment belt de directrice, daarna het gemeentehuis. Uiteindelijk is er is geen ontkomen aan. Dus als hij zijn school af heeft, dan gaat hij naar Nederland voordat hij achttien wordt. Ik wil niet dat mijn zoon...” Ze maakt haar zin niet af. “Maar dat is wel de realiteit. De mobilisatieleeftijd is nu nog 25 jaar, maar steeds vaker gaan er stemmen op deze te verlagen naar 20 of 18 jaar.”
Tekst gaat hieronder verder.
Hoop aan het front in Oekraïne
Oorlogsmoe
Toch wil Dianne zelf in Oekraïne blijven. “Voor iedereen hier in Oekraïne is het uitzichtloos, je moet echt je best doen om hoop te houden. Als christen kan ik daarom juist hier iets betekenen.
De helft van de mensen hier is vóór vredesonderhandelingen. Maar dat zal dan met verlies van grond gaan. En al die weduwen dan? Hun mannen zijn voor die stukken grond opgeofferd. Als we dat nu wel opgeven... waarom dan niet eerder toen ze nog leefden?
Weet je, we hebben een hele grote appgroep waarin we de mensen in Nederland op de hoogte houden van alles wat er om ons heen gebeurt. En dan zijn er wel eens mensen die de groep verlaten en zeggen: ‘Ja, sorry, ik ben oorlogsmoe’ of ‘Mijn telefoon loopt vol met al die oorlogsfoto’s’. Maar als jullie in Nederland al oorlogsmoe zijn, wat zijn we hier dan?” Dianne roept op: “Blijf bij ons, steun ons en bid voor ons.”
Praat mee
Laat een lieve reactie achter voor Dianne en haar gezin
Inloggen bij eo
Super dat je jouw perspectief wil delen! Log in om je reactie te plaatsen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Tekst: Boudewijn Drechsler
Dit artikel hoort bij de campagne
Hoop aan het front in Oekraïne