Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

De les van Marta en Maria: op wie lijk jij? Artikel.
© Shutterstock

De les van Marta en Maria uit de Bijbel: op wie lijk jij?

16 juli 2024 · 13:51

Update: 17 juli 2024 · 15:30

Elke Bijbellezer kent ze: de zussen Marta en Maria. De een loopt de hele dag met een bezem door het huis, de ander zit rustig te luisteren en na te denken. Op wie lijk jij het meest? Op wie zou je moeten willen lijken? Een zomeressay over hollen en stilstaan.

De allereerste keer dat ik ontdekte dat een Bijbelverhaal kan landen in het dagelijks leven, was op een verjaardag van mijn oma in de jaren negentig. Het was een worst-kaas-scenario: het type kringverjaardag waarop de jarige de hele tijd heen en weer loopt om voor de gasten te zorgen. Aan het einde van het feestje heeft iedereen met elkaar gepraat, maar niemand heeft een gesprek kunnen voeren met degene om wie de dag draaide: de jarige, tevens gastvrouw. Terwijl ik mijn oma vlijtig tussen de keuken en de woonkamer heen en weer zag lopen, hoorde ik hoe ze zichzelf spottend toesprak: “Marta, Marta.” Ze had een pan ossenstaartsoep in haar hand.

Frustratie

Mijn grootmoeder verwees naar een Bijbelverhaal dat erg bekend is, maar slechts een paar versjes beslaat in Lucas 10. Het gaat over een bijeenkomst in een groot huis waar vrienden van Jezus wonen. Hij is bij hen te gast en geeft onderwijs aan iedereen die daar aanwezig is. Misschien wel tientallen mensen. En dus moet er worden gezorgd. Servies en stoelen klaarzetten, water en wijn, brood en olijfolie, en tussendoor steeds afwassen. Die taak wordt waargenomen door Marta, van wie het huis is. Maar hoe langer dat duurt, hoe meer frustratie ze voelt. Marta heeft namelijk ook nog een zus, en die doet niets: Maria.

Nu ja, niets… Maria zit aan de voeten van Jezus en luistert naar zijn woorden. Het ziet er vanuit het oogpunt van haar zus misschien passief en lui uit, maar dat is het niet. Ik zou het ook doen als ik de kans kreeg. Tijdens het sjouwen van de zoveelste pan houdt Marta het echter niet meer uit. Ze spreekt Jezus aan op het onrecht: ‘Heer, kan het U niet schelen dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ Jezus antwoordt beslist: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je druk over zo veel dingen. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het juiste gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’

Lof voor Marta

Daar komt dus de uitspraak vandaan die ik als kind hoorde van mijn oma, die zelf helemaal geen Marta heet. Je kunt het antwoord van Jezus zien als het definitieve gelijk van Maria. Het beste deel is zitten aan de voeten van de Heer, en de rest komt vanzelf wel een keer. Toch blijft er dan wat knagen. Want als de zorgers van deze wereld op hun kont gaan zitten, wat komt er dan van ons terecht? Verdient Marta eigenlijk geen lof omdat ze met haar bedrijvigheid een samenkomst van Jezus en zijn leerlingen faciliteert? Zijn we niet al eeuwenlang te hard voor haar? Ik denk van wel.

In de Bijbel werkt het net even anders

Het begint al met de manier waarop je haar verhaal voorleest. Als je Jezus het hoort zeggen, dat “Marta, Marta!”, hoe klinkt het dan in je hoofd? Vaak als een standje, denk ik. Als mijn moeder vroeger “Alain, Alain” zei, had ik waarschijnlijk iets verkeerds gedaan. Toch werkt het in de Bijbel net even anders. Mensen die daar tweemaal bij hun voornaam worden genoemd, zoals Mozes, Samuel en Saulus, krijgen in eerste instantie niet op hun kop. Ze worden juist geroepen tot een hoger, betekenisvoller en bevredigender bestaan. Ze mogen heel dicht bij God gaan leven. Waarom zou Jezus dat niet ook bedoelen als Hij Marta’s naam tweemaal noemt? Geen opgeheven vingertje, maar een hemelse roeping.

Plagende grijs

Het verhaal van Marta en Maria is mijn lievelingsverhaal. Ik heb het al aan duizend mensen voorgelezen. Dan kom je er ook achter dat er duizend interpretaties van het verhaal bestaan. Een gepensioneerde man vertelde me dat hij vroeger een echte Marta was: hard werken, weinig stilstaan. Hoe ouder hij werd, hoe meer hij richting Maria ging. Minstens drie vrouwen vertelden mij dat ze Marta heetten, en hun zus Maria. Hun vader las het Bijbelverhaal veel te vaak voor aan tafel, met een plagende grijns. Een hoogleraar in de theologie wees me erop dat vlak vóór dit verhaal de parabel van de barmhartige Samaritaan staat. “Dus soms moet je stilzitten, maar soms moet je juist in actie komen”, zei hij.

Het is jammer voor Marta dat het andere verhaal over haar en haar zus wat minder vaak wordt verteld. Dat komt doordat hun broer daarin de hoofdrol speelt. Die heet Lazarus. Op een dag wordt hij ziek en overlijdt hij. Jezus is niet dicht genoeg in de buurt om hem te redden. Hij komt pas na vier dagen aan. Dan blijft Maria, zoals ze eerder ook al deed, op de grond zitten. Rouwend om haar broer, contemplatief. Marta doet ook wat ze eerder al deed: ze staat op, haast zich richting Jezus, en spreekt haar teleurstelling uit. “Als U eerder was gekomen, had mijn broer nu nog geleefd.”

‘Maar Heer, de stank!’

In dit tweede verhaal over Marta en Maria doen de zussen dus precies hetzelfde als de vorige keer, maar ditmaal is wat Marta doet het juiste. Zij kiest het beste deel door in actie te komen en Jezus erbij te halen. Het zal namelijk leiden tot de opstanding van haar broer. Ontroerd staat Jezus bij het graf van zijn vriend Lazarus, en Hij geeft opdracht om de steen ervoor weg te halen. Hij kan het niet langer aanzien dat Lazarus is afgescheiden van het land der levenden. Op dat moment mag Marta nog even één keer haar heerlijke praktische zelf zijn, want ze zegt: “Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen.” Ik denk dat ze daar nog vaak samen om hebben gelachen. Marta, de er vlug bij geroepen Maria, en de weer springlevende Lazarus.

Dat is wat Marta en Maria ons te leren hebben. Niet dat het niet goed is om duizend dingen tegelijk te doen. Niet dat het oppervlakkig of minderwaardig is om praktische zorg te verlenen. Niet dat ieder mens altijd op een stoel moet zitten en uit het raam moet kijken. Marta’s mogen en moeten er zijn met hun pragmatische blik, opgeruimde karakter en opruimende handen. Zij laten de wereld draaien. Het evangelie is er niet alleen maar voor mensen die het talent hebben om te luisteren, stil te worden en diep na te denken over het geloof. Jezus was bevriend met allebei de zussen én met hun ziekelijke broer.

Nu mag Marta nog één keer haar heerlijke praktische zelf zijn

Wat de kleine botsing tussen Marta, Maria en Jezus ons wel leert, is dat het goed is om af te wisselen. Soms mag je een nijvere duizendpoot zijn, maar soms moet je even een tijdje stilzitten. Soms moet je mijmeren over wie je bent, wat er allemaal is gebeurd en wat dat met God te maken heeft, maar soms moet je van je stoel komen en zorgen dat de boel wat minder stinkt. Wijsheid is dat je leert onderscheiden wanneer je je innerlijke Marta moet aanspreken en wanneer je je innerlijke Maria de ruimte moet geven. Denk daar eens over na in deze zomervakantie. Misschien hoor je in de verte je voornaam tweemaal klinken.

Deel dit artikel: