Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Bijbelse reizigers: Elia.
© Shutterstock

De les van Elia: je blijft altijd onderweg

4 augustus 2023 · 09:27

Update: 4 augustus 2023 · 09:43

Nu de zomervakantie is begonnen, maken veel Nederlanders een grote of kleine reis. Theoloog Alain Verheij zoekt naar lessen over reizen. Hoe vonden mensen in de Bijbel richting, waar moesten ze naartoe en hoe verliep hun weg?

De profeet Elia mag achteraf een van de grootste profeten in de Bijbel heten, maar hij komt in datzelfde boek toch een beetje uit de lucht vallen. Ineens is hij daar, in 1 Koningen 17, en hij zegt vanuit het niets tegen Achab – de koning van Israël – dat er jarenlang geen druppeltje regen meer zal vallen. Pas als Elia het zegt, zal de droogte weer ophouden. Dit is iets vreselijks om te zeggen, maar het hoort bij het plan van God en Elia’s woorden komen uit. Dit maakt van Elia in één klap staatsvijand nummer één: hij zal worden gezien als een terrorist die met zijn tovenarij het klimaat van een compleet land willens en wetens verziekt.  

God wil de profeet nog even in leven houden en zegt dus tegen hem wat Hij eerder al tegen Abram zei: “Ga hier weg.” Elia heeft het zichzelf onmogelijk gemaakt door zijn profetische boodschap, en hij moet het land ontvluchten. Hij reist naar een wadi in Jordanië waar niemand hem kan vinden. Drinken doet hij daar rechtstreeks uit de rivier, en de natuur zorgt op wonderlijke wijze voor hem: God geeft de raven de opdracht om Elia eten te gaan brengen: tweemaal daags brood en vlees. Het klinkt bijna idyllisch, en misschien lees je dit wel terwijl je zelf in een tentje in de wilde natuur verblijft. Voor Elia is de romantiek er echter al snel af, want als er geen regen valt, stroomt er ook geen water door de rivier.

Sprong in geloof

De droogte noopt Elia om opnieuw op reis te gaan. Nu vlucht hij naar een ander buurland, Libanon, waar hij een lokale vrouw ontmoet die samenwoont met haar zoontje. Deze mensen leven onder de armoedegrens – misschien omdat er toen geen sociaal-economisch vangnet was nadat de vader des huizes was overleden, misschien ook omdat overal in de regio de oogsten mislukken door uitblijvende regen. Elia trekt langs als reiziger en vraagt haar wat te eten. Op zijn verzoek bakt ze iets voor hem van haar allerlaatste restjes meel en olie. Tegenover deze sprong in geloof zet de profeet een belofte van God: voortaan zal zij elke dag genoeg olie en meel in huis hebben.

Elia en de vrouw wonen gedurende de hele crisis samen en hebben genoeg te eten. Toch hangen er voortdurend dreigende wolken boven hun huis. Elia hoort niet thuis in Jordanië én niet in Libanon: hij hoort in Israël thuis, waar het volk nu hongerlijdt. Ook voor zijn Libanese vriendin is het een rare situatie – zo’n Godsman in je huis. Die spanning komt eruit op het moment dat haar zoontje doodziek wordt. Ze roept uit dat Elia’s aanwezigheid ongeluk brengt. Dat hij tot God bidt voor de zoon en wordt verhoord, verandert eigenlijk weinig aan het onderhuidse besef van alle betrokkenen: Elia woont hier wel, maar is eigenlijk in ballingschap. Vroeg of laat moet hij terug naar huis.

Contact met thuisfront kwijt

Dat is ook een vorm van reizen: altijd maar op de vlucht zijn, omdat je gevaar loopt in je eigen stad. Profeten in de Bijbel hebben er vaker mee te maken. Ook Jezus stemt diverse malen zijn reisplan af op de veiligheid of onveiligheid van de streek waar Hij naartoe wil. Als Hij uiteindelijk Jeruzalem binnenrijdt rond het Pesachfeest, weet Hij dat het zijn laatste reis op aarde wordt. Jezus’ eerste leerlingen maakten veel reizen om het evangelie te verspreiden, en betaalden daar vaak voor met hun leven. Anderen waren juist het goede contact met hun thuisfront kwijt doordat ze Jezus wilden volgen. Hun geloof was ongewenst in hun familie, geloofsgemeenschap en stad.

Waarom heeft Elia het zichzelf eigenlijk zo onmogelijk gemaakt? Waarom laat God het niet regenen? Omdat de koning en koningin, Achab en Izebel, aan God noch gebod doen. Ja, ze houden er samen 850 profeten op na, maar die prediken allemaal vruchtbaarheid en voorspoed. Achab houdt van rijkdom: hij is de enige koning in de Bijbel die een paleis van ivoor laat maken. Maar intussen plegen hij en zijn vrouw wel een moord om een arme boer te beroven van een kleine wijngaard. Het zijn vreselijke leiders die het hele land naar de vernieling helpen. De jarenlange droogte is een broodnodige interventie van God – maar ze moet wel een keer ophouden.

Vuur uit de hemel

Na een kleine drie jaar moet Elia terug naar Achab. Hij daagt de koning uit. “Neem al je profeten mee en nodig het hele volk uit bij een berg, dan gaan we samen offeren en zien we wel welke God er écht leeft.” Achab, die wanhopig is te midden van de droogte, stemt in met dit plan. Er worden twee altaren gemaakt, eentje voor de afgoden en eentje voor de God van Elia. Op beide altaren wordt een stier geslacht, maar die stier mag niet in brand worden gestoken. Het vuur moet vanuit de hemel komen, alleen dan weet je zeker dat God God is.

Natuurlijk doen de vruchtbaarheidsgoden van Achab en Izebel niets. Hun profeten dansen, jammeren en kermen, maar het vuur blijft weg. De God van Elia antwoordt wél met vuur, en zo bereikt Elia voor het eerst en misschien voor het laatst een moment waarnaar hij al die jaren van ballingschap heeft verlangd: de koning en heel het volk geven hem gelijk. Het begint al bijna weer te regenen, de crisis is voorbij. Maar voor Elia zelf is dat te laat. Hij geeft in zijn euforie de opdracht om al die 850 profeten af te slachten. Van bloeddorst komt bloeddorst: de koningin wil haar profeten wreken en zint op de dood van Elia.

Thuis bij God

De profeet, die al sinds dag één van zijn optreden op de vlucht is, moet wéér wegwezen. Hij trekt de woestijn in en legt zich erbij neer. Elia wil dood. De eenzaamheid wordt hem te veel. Deze keer wordt hij niet door de raven gevoed en ook niet door een vrouw, maar door een engel. Veertig dagen en nachten zwerft hij, en het zal zo ongeveer zijn laatste reis zijn als profeet. God zelf komt hem tegemoet en laat hem voor één keer het gevoel van thuis zijn ervaren. Thuis zijn is niet het geweld van een zware storm, een aardbeving of een vurige ontploffing. Misschien is Elia dat in de tussentijd gaan denken. Maar God laat een zachte bries zijn wangen strelen. Dan pas weet Elia wat het is om thuis te komen – bij God.

Ballingschap

De levensreis van Elia is een afschrikwekkende uitvergroting van een element dat thuishoort in het leven van elke gelovige: ballingschap. Het gevoel dat de wereld nooit helemaal zo in elkaar zit als zou moeten. Het gevoel dat de cultuur om je heen soms wel van God los lijkt te zijn – dat je, met je idealen van een koninkrijk van God en geloof, hoop en liefde, altijd een vreemdeling zult blijven op deze wereld. Makkelijk is dat niet. Elia kon nog zozeer gelijk hebben, zijn leven bleef een eenzame zwerftocht. Niet ondanks God, maar omdát hij God volgde. Wie gelooft in een nieuwe wereld, zal zich nooit meer helemaal thuisvoelen op de aarde zoals die nu is. Daarom blijven we onderweg, en wel naar een plek waar niemand droog hoeft te staan, en er voor iedereen gezorgd wordt.

Deel dit artikel: