Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

‘De kin­der­op­vang­leid­ster noemt ons dochtertje (klein van stuk) “Muisje”’

25 september 2024 · 09:36

Update: 26 september 2024 · 11:04

Als ouder kom je soms niet uit bepaalde opvoedvragen. Wat is wijsheid? Pak je een probleem goed aan of kan het ook anders? Berthold Gunster, oprichter van Omdenken, helpt in deze rubriek ouders met een nieuwe blik naar een situatie te kijken.

Dochter wordt muisje genoemd

Toen ik mijn dochtertje (2 jaar) laatst bij de kinderopvang ophaalde, vertelde de leidster tussen neus en lippen door dat ze ons dochtertje regelmatig ‘muisje’ noemt. Ons dochtertje is klein van stuk en eet niet zoveel, dus ik begrijp de vergelijking. Maar toen ik het later aan mijn schoonmoeder vertelde, reageerde zij met: ‘Dat kan echt niet. Straks gaan andere kinderen haar ook zo noemen of gaat ze zelf geloven dat ze een ‘klein muisje’ is.’ Een paar weken later hoorde ik de kinderopvangleidster mijn dochter opnieuw ‘muisje’ noemen. Ik vroeg haar toch maar of zij die bijnaam ook gebruikte waar de andere kinderen bij zijn. Ze schrok van mijn vraag en schoot in de verdediging. Ze noemde haar eigen dochter ook weleens ‘muisje’ en het was lief bedoeld. Zelf vind ik de bijnaam niet zo vervelend, maar na de woorden van mijn schoonmoeder vraag ik me nu toch af: moet ik hier iets van zeggen?

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ja, je moet hier iets van zeggen. En de leidster moet echt stoppen om die naam consequent te gebruiken. Je dochter heeft een naam. Dat is hoe ze aangesproken moet worden. Met die naam.

Vroeger gaven mensen elkaar vaak (zeer) kwetsende bijnamen, gebaseerd op uiterlijke kenmerken, gedrag of afkomst. Denk aan woorden bolle, rooie, dikke, schele, tl-buis, pinda, jankerd, bleekscheet, poepchinees. Daar zijn we gelukkig voor een groot deel mee gestopt en dat is niet voor niets. Bijnamen zetten mensen in (vaak negatieve) hokjes. Ze reduceren mensen tot één simpele variabele. Terwijl mensen natuurlijk veel meer zijn dan dat. Door mensen dit soort bijnamen te geven doen we hen geen recht. Het zijn niets anders dan in taal gegoten vooroordelen.

De cruciale vraag is: wat is het effect van dit soort woorden?

Maar hoe zit het dan, zou je je kunnen afvragen, met ogenschijnlijk positieve bijnamen als schatje, lieverd, knuffelbeer, zonnetje, kanjer, snoepje of (in dit geval) muisje? Die zijn toch aardig bedoeld? Zeker. Dat is bij dit soort bijnamen ongetwijfeld het geval. En ook de peuterleidster bedoelt het ongetwijfeld lief en aardig (ik twijfel daar geen moment aan). Maar zoals het gezegde luidt: de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. We moeten elkaar niet op onze bedoelingen, maar op ons gedrag beoordelen. De cruciale vraag is dan ook: wat is het effect van dit soort woorden?

Meer verhalen lezen rondom opvoedkwesties?

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse 'Opgroeien & Gezin-nieuwsbrief'.

Lees onze privacyverklaring.

Naar mijn overtuiging hebben ook ogenschijnlijk positieve labels een negatief effect. Als jij als meisje door je ouders consequent ‘lieverd’ of ‘schatje’ wordt genoemd, maken je ouders het je moeilijk om af en toe eens flink kwaad te zijn. Laat staan heel verdrietig of woedend. Want dan raak je je positieve label kwijt. Maar ook verdriet en boosheid zijn onderdeel van het menselijk repertoire. Het is lastig als die emoties er niet zomaar mogen zijn. En het lijkt fijn om door iedereen knuffelbeer genoemd te worden, maar wil je dat zelf wel altijd zijn? Wil je altijd wel iedereen knuffelen? Laat staan geknuffeld worden. Moet jij als mens gereduceerd worden tot je (mogelijke) knuffelneiging? Is dat wie je in de kern bent? Nee. Natuurlijk niet.

Kortom: bijnamen stoppen mensen in hokjes. Laten we daarmee ophouden. Laten we elkaar niet beoordelen op wie we ‘zijn’, maar op hoe we ons gedragen. En laten we niet roomser dan de paus zijn. Dit soort dingen af en toe zeggen is natuurlijk helemaal niet erg. Van een keer ‘Muisje’ zeggen zal niemand doodgaan. Maar geef andere mensen nooit consequent één bijnaam. En al helemaal niet als het een bijnaam is met een negatieve bijsmaak. Wie wil er nou (de rest van zijn leven) een muisje zijn?!

Omdenken

Berthold Gunster (65) is de grondlegger van het Omdenken – een manier van denken en doen, waarbij je kijkt naar de werkelijkheid zoals die is en onderzoekt wat je daarmee zou kunnen. Omdenken benadert een probleem als ruwe energie: je gebruikt de energie van het probleem voor iets nieuws. Berthold schreef een flink aantal boeken over zijn gedachtegoed, onder andere over omdenken in de opvoeding. In het najaar van 2024 tourt hij door Nederland met de theatershow Zoals verwacht loopt alles anders.

Deel dit artikel:

Neem een koekje.

Jammer! Door je cookie-instellingen kan je dit deel van de site niet zien. Als je meer cookies accepteert, kan je dit deel wel zien.

Toestemmingen aanpassen