De diplomering van Simon (bijna 2)
25 oktober 2024 · 14:10
Update: 25 oktober 2024 · 14:11
Aan het begin van het nieuwe schooljaar staan er voor alle kinderen weer oudergesprekken in de agenda. Ook voor onze jongste telg ga ik naar de ouderbijeenkomst.
De directrice start met het herhalen van het reglement, en benadrukt dat het uitermate belangrijk is dat de kinderen leren dat ze naar schóól gaan, en niet naar de kinderopvang. Ze wil dan ook alleen in de wandelgangen horen dat de kleintjes naar de cole (afkorting van colegio: school) gaan. Daarna komen er nog heel wat onderwerpen voorbij en als laatste gaat het over de diplomering. Die is dit jaar vastgesteld op 20 juni. Diplomering? Ik schrik ervan. Mijn kleine Simon is nog niet eens 2 en we hebben het al over slagen en doorstuderen. Ik vraag voor de zekerheid of er ook weleens kinderen blijven zitten, want dat lijkt me het fijnst voor Simon. Lekker nog even mijn kleine hummeltje blijven. Maar dat is zeker niet aan de orde en de directrice is duidelijk niet gecharmeerd van mijn vraag. Blijven zítten, hoe haal je het in je hoofd? Natuurlijk niet! Alle kinderen gaan straks gewoon naar de grote school.
Bij het ophalen van Simon de volgende middag, hoor ik twee andere moeders praten over geschikte colleges ná de diplomering. Als Nederlandse ken ik dit systeem niet en ik vraag of ze wat uitleg kunnen geven. Ze beginnen over verschillende soorten scholen, manieren om te betalen en wachtlijsten. Ik krijg er weer de zenuwen van. Maar ze beloven me een paar goede opties in onze wijk voor te stellen. De moeder die zelf ook juf is, zegt dat wij toch gebakken zitten, omdat Simon overal toegelaten moet worden als kind van een groot gezin. Ik krijg er weer een beetje zin in en de dames besluiten dat ik hun alles mag vragen, want zij zijn muy machas, wat zoiets betekent als supertof. Hoe dan ook, het zelfvertrouwen werkt aanstekelijk en opgewekt stap ik met Simon op de fiets.
Zo'n knap kind is een echte Spanjaard
De volgende ochtend breng ik Simon in de buggy naar zijn ‘college’. Natuurlijk wel zoals de Madrilenen doen: met mijn sportpak aan. Niet dat ik zo sportief ben, maar iedereen draagt dat hier tot een uur of tien, dus zo pas ik er goed tussen. Ik kom huisbaas Jorge tegen, die – te zien aan zijn trainingspak – vandaag thuis werkt. Hij zwaait enthousiast naar me. Omdat hij weet dat ik bang ben voor zijn grote herdershonden, maken we elk vanaf de veilige overkant een praatje. Simon zwaait enthousiast naar de huisbaas, die dol is op de kleine jongen. Hij verzucht dat het zo’n verschrikkelijk knap kind is, “onvoorstelbaar zo knap”. Hij heeft eigenlijk nog nooit zo’n mooi kind als Simon gezien, zegt hij. “Zo’n knap kind”, besluit hij, “is een echte Spanjaard.”
Nadat we nog wat nieuwtjes hebben uitgewisseld, is het tijd om verder te gaan. Maar mijn dag is helemaal goed. Simon heeft geen druppel Spaans bloed, in mijn ogen lijkt hij in de verste verte niet Spaans, maar als de mensen hier zeggen dat hij eruitziet als een Spanjaard, zullen ze hem vast wel ergens op een school toelaten.