Dankdag in moeilijke tijden: 'Toen de oogst mislukte, besloot ik te stoppen'
31 oktober 2024 · 09:19
Update: 31 oktober 2024 · 09:22
Dankbaarheid krijgt vaak extra betekenis in moeilijke tijden. Voor dankdag sprak Visie mensen die, ondanks uitdagingen en verlies, toch manieren vinden om dankbaar te blijven.
Wanneer de oogst voor de derde winter op rij mislukt, besluit aardappelboer Kees van der Beek (65) het roer om te gooien. Hij stapt uit het boerenbedrijf dat hij samen met zijn broer heeft en staat nu op verschillende markten als aardappelhandelaar.
“Het was een moeilijke beslissing om uit het bedrijf met mijn broer te stappen. We hadden een gemengde boerderij, waar we gewassen verbouwden en melkvee onderhielden. Toen onze oogst na een derde strenge winter op rij mislukte, besloot ik te stoppen. Mijn broer wilde dit liever niet en zei: ‘We worden vast wel weer gezegend.’ Ik antwoordde: ‘Ik twijfel niet of God ons nabij is, maar we hebben verstand gekregen om te doen wat binnen ons vermogen ligt. Ik doe het niet meer, ik kan het tegenover mezelf niet meer verantwoorden.’ Ik wilde hem niet kwetsen, maar moest ook realistisch zijn. Met Gods hulp heb ik mijn keuze kunnen doorzetten.
Mijn vrouw en ik gingen een moeilijke tijd tegemoet. Onze boerderij was zwaar gefinancierd. We lieten iemand uitrekenen wat ik mijn broer moest betalen. Dat was een flink bedrag, en we moesten ons hoofd boven water zien te houden. Ik ging met de koeien verder en besloot daarnaast langs de deuren te gaan om aardappels te verkopen. ’s Morgens vroeg molk ik de koeien, overdag liep ik de deuren langs en als ik terugkwam, molk ik opnieuw.
Ik ben gewend elke morgen stille tijd te houden
Later kreeg ik te horen dat mijn bedrijf milieubelastend was en niet meer paste binnen de dorpskern. We hebben toen buiten het dorp een nieuwe boerderij gebouwd en het melkvee verkocht. Daar ben ik met vleesvee begonnen en meer de aardappelhandel in gegaan. Het is een noodsprong geweest, maar het beviel heel goed. Ik kwam erachter dat ik het fijn vond om met mensen om te gaan. Heel anders dan op de boerderij.
Op een gegeven moment kreeg ik er ook markten bij en hoefde ik minder langs de deuren te gaan. We moesten hard werken, maar het ging en we zijn erbovenop gekomen. Het was mooi om te zien dat de gewassen die mijn broer teelde het jaar erop ook goed betaald werden. Hem verging het dus ook goed. Ik kan het niet anders zien dan dat God ons daarbij heeft geholpen. Het is goed geweest dat we deze weg zijn ingeslagen. Ik ben gewend elke morgen stille tijd te houden, en elke dag vraag ik aan God of Hij me nabij wil zijn. Daarin vind ik rust. Dat betekent niet dat ik me nooit meer zorgen maak, maar dat is denk ik menselijk. Ik weet ook: Hij is erbij, en daar ben ik Hem dankbaar voor.”