Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Corine Schroevers.
© EO

Corine (54) is ongewenst kinderloos: ‘De moeder in mij is gestorven’

21 maart 2024 · 15:52

Update: 27 maart 2024 · 13:15

Corine Schroevers’ (54) kinderwens bleef onvervuld. Toen ze in twee jaar tijd ook nog haar vader en moeder verloor, was dat heel confronterend. “Ik stond bij hun graf en wist dat ik niets door zou geven. Hier zou de generatie stoppen”, vertelt ze. Maar ze put moed uit de boodschap van Pasen. “Als iets sterft, kan het juist weer opbloeien. Dat zag je ook toen Jezus stierf. Dat vind ik een mooie gedachte.”

Corine trouwde toen ze 25 was met Marinus. “Toen we merkten dat er geen kinderen kwamen, duurde het lang voor we medische onderzoeken lieten doen. We hadden aan medisch ingrijpen niet veel behoefte, maar wilden wel uitsluiten of er iets was wat verholpen kon worden”, legt Corine uit. “Dat bleek niet zo te zijn. De kans dat ik zwanger zou raken was kleiner, maar niet uitgesloten. Een vruchtbaarheidstraject vergrootte onze kans niet, dus hielden we het hierbij. Voor ons bleef de hoop altijd levend maar dat gaf steeds weer teleurstellingen. Tegelijkertijd wilden we niet dat zwanger worden onze enige focus zou worden. We zijn nooit zo van het plannen van ons leven geweest, maar ontvangen het leven zoals het komt. We geloven dat God ons leven leidt. Ik denk dat die gedachte ons hierin heeft geholpen.”

Lege kamertjes

Corine merkt dat ze verschillende fases doorliep als het gaat om kinderloos zijn. „Aan het begin hadden we in ons huis veel lege kamertjes, waarvan we hoopten dat die gevuld zouden worden. Vrienden van ons kregen kinderen en we moesten leren hoe we het beste met kraamvisites om konden gaan. We gingen meestal samen en dan niet op zo’n ochtend waarop er veel mensen waren. Want dan voelden we ons heel ongemakkelijk. Dat lag niet aan anderen, maar aan onszelf”, benadrukt ze. „Je hebt zelf over het onderwerp niet veel te zeggen. Mijn zus is zes jaar jonger dan ik en raakte niet snel zwanger. We deelden daar wat over met elkaar. Toen ze toch zwanger werd, kwam dat heel dichtbij. Ik vond het moeilijk. Ook voor mijn ouders. Zij waren blij voor haar, maar vonden het moeilijk voor mij. Naast mijn eigen pijn, voelde ik altijd de pijn van anderen hierover. Ik denk dat Marinus en ik door de kinderloosheid meer bezig waren met het zoeken van onze weg door het leven heen. Wat vraagt het leven van ons?”

We hoopten dat de lege kamers in ons huis gevuld zouden worden

De generatie stopt

Rond haar veertigste verjaardag dacht Corine dat de kinderwens definitief afgesloten zou zijn. “Enerzijds was dat zo, maar tegelijkertijd ook niet. Ik denk doordat het natuurlijke proces van vrouw-zijn nog doorging. Kinderen waren ook zo welkom! Stiekem bleef er hoop. Ik moest er echt mee om leren gaan dat ik steeds teleurgesteld werd. Dat deed pijn en die pijn moet je wel toelaten om verder te komen in je leven. Het verdriet zit er, dus dat moet je in de ogen durven kijken. Ik ontdek steeds meer hoeveel kinderloosheid te maken heeft met rouw. Afgelopen jaar overleed mijn moeder en bij de begrafenis stond ik bij het graf van mijn ouders. Mijn vader was er al niet meer. Ik stond er, maar zou niets meer doorgeven. Ik wist dat de generatie daar zou stoppen”, zegt Corine geëmotioneerd. “Dat vond ik heel heftig. In dezelfde tijd merkte ik dat ik in de overgang was. Dat kwam heel abrupt. Net als na de begrafenis van mijn vader, bleven mijn menstruaties uit na de begrafenis van mijn moeder. Ik dacht dat het een reactie van mijn lichaam was. Maar het bleek definitief en dus de overgang te zijn. Toen dacht ik: Mijn natuurlijke moeder is gestorven, maar ook de moeder in mij is gestorven. Dat deed heel erg pijn. Ik zat midden in een dubbel rouwproces.”

Bijbels

Corine vindt het moeilijk dat ze haar geloof in God niet door kan geven aan een nieuwe generatie. “Hier in de kamer liggen twee Bijbels. Het bovenste Bijbeltje kreeg mijn moeder van mijn oma. Als kind nam ik dat graag mee naar de kerk. Mijn moeder had eruit gezongen en nu mocht ik eruit zingen. Dat vond ik mooi. De andere Bijbel vond ik in het huis van mijn ouders. Voorin staat 1887. Het is van de oma van mijn opa. Het symboliseert voor mij dat de vorige generaties houvast en vertrouwen vonden in Gods woord”, zegt Corine. „Ik kan dat niet doorgeven. Dat is wat ik het moeilijkste vind aan kinderloos zijn. Maar gelukkig voert het niet de boventoon in ons leven. Het doet pijn. Tegelijkertijd voelen we ons ook rijk gezegende en gelukkige mensen. We hebben een goed huwelijk en zetten ons in voor de dingen waarvan wij geloven dat God ze van ons vraagt. Soms vraag ik me weleens af waarom ons dit overkomt. Maar uit de verhalen van de Bijbel en de mensen om mij heen leer ik dat iedereen wel ergens mee worstelt. Ik heb vriendinnen die alleen zijn, ik zie huwelijken die moeizaam zijn of stuk gaan. We leven in een gebroken wereld, overal hebben mensen te maken met moeilijke dingen. Voor ons is dat kinderloosheid.”

Soms vraag ik me wel eens af waarom ons dit overkomt

Opbloeien

Pasen helpt Corine om te gaan met haar kinderloosheid. Ze legt uit: “Bij jezelf stopt het misschien definitief. Tegelijkertijd kan er iets opbloeien, zoals alles opbloeide toen Jezus stierf en weer opstond met Pasen. Ik zag pas een prachtige plaat van een uitgebloeide klaproos. Daarbij staat: ‘Als je sterft, bloei je duizend keer’. Want als een bloem sterft, laat ze haar zaden los en dat zijn er vaak wel duizenden per knop. Zo stierf mijn verlangen naar kinderen, maar juist toen stopte het misschien wel niet. Ik geloof dat het Gods wens is dat veel mensen in Hem geloven. Daaraan kan je in je eigen gezin bijdragen, maar ook daarbuiten. Ik hoop dat ik veel mensen en kinderen bij God mag brengen.”

Wie zorgt er dan voor ons?

Soms denkt Corine na over de toekomst. “Toen het niet goed ging met mijn vader, zorgde ik voor hem, zodat hij thuis kon sterven. Dat vond ik heel mooi om te doen. Tegelijkertijd was dat confronterend. Ik ga ook een keer sterven en wie zorgt er dan voor ons?” Afgelopen zomer brak ik mijn voet en daarna de teen aan mijn andere voet, waardoor ik heel lang niet kon staan en lopen. Toen kreeg ik ontzettend veel hulp van jong en oud uit onze kerk. Dat vond ik heel bijzonder en ontroerend. Ik geloof dat ik God mag vertrouwen en dat Hij mij op dit soort manieren zal helpen.”