Column van een pleegmoeder: ‘Ik schommel tussen een sterke ruggengraat en de flexibiliteit van een tuinslang’
Amy* (42) is moeder van zes kinderen; drie biologische kinderen en drie pleegkinderen. Ze schrijft regelmatig over haar gewoon bijzondere gezin.
‘Omlopen’ is wel het meest gehoorde (soms geschreeuwde) woord in ons huis deze zomer. Vroeger hadden we het touwtje door de brievenbus. Nu hebben we een nieuwe voordeur en hangt de brievenbus ernaast.
Ik zit even lekker in de tuin na een drukke dag. De kinderen zijn vrij en er gebeurt van alles. Op een gegeven moment zijn ze even lekker voor het huis aan het spelen en pak ik mijn moment. Met een boekje en een kopje thee settel ik mij heerlijk in de achtertuin. Dan hoor ik de bel.
Bij het raam zie ik een kinderhoofdje verschijnen. “Omlopen!” schreeuw en gebaar ik vanuit de achtertuin. Het kind begint heftig te gebaren, maar ik vertik het om op te staan: consequent zal ik zijn. Even later gaat de achterpoort open en verschijnt er een huilend kind met een volgepoepte broek. “Ik moest heel erg nodig”, snikt hij, “maar jij deed niet open.”
Met een boekje en een kopje thee settel ik mij heerlijk in de achtertuin. Dan hoor ik de bel
Qua opvoeden schommel ik altijd een beetje tussen een sterke ruggengraat hebben en zo flexibel zijn als een tuinslang. In deze situatie had ik mijn sterkeruggengraat-beleid ingezet. Inschattingsfoutje. Heb ik vaak.
Na een grondige reiniging en een preek “dat hij eerder naar de wc moet gaan en rekening moet houden met de omlooptijd”, speelt iedereen lekker buiten en neem ik opnieuw plaats in de tuin.
’s Avonds aan tafel vraag ik aan Finn waarom het nu zo moeilijk is, dat omlopen. “Ik snap het gewoon niet”, zegt hij. “Kinderen zijn veel dunner dan moeders en het is voor moeders veel beter om naar de deur te lopen!” Of je nu de ‘ruggengraatmethode’ of de ‘tuinslangmethode’ hanteert, soms ben je als opvoeder gewoon even sprakeloos.
Geschreven door
Amy