Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Column 53 Mama Mirjam.
© Prive

Column Mama Mirjam #53: ‘Hier’ is genoeg

30 augustus 2024 · 13:13

Update: 5 september 2024 · 14:30

Mirjam is getrouwd met Chris en heeft vier prachtige kinderen. De jongste, Livia (6), heeft het syndroom van Down, wat een verrijking is voor hun gezin. Over Livia schrijft ze, als Mama Mirjam, columns voor Eva.

Met een strandtas in het fietskrat, een strandstoeltje en parasol met een spin op de fiets vastgebonden en een tas met speelgoed aan het fietsstoeltje achterop, crossen we over het duinpad. De wind in de haren, Livia’s armpjes om me heen. “Dol op strand!”, hoor ik haar vrolijke stemmetje achter me. We gaan met een vaartje en passeren een rij langzaam rijdende auto’s, die op zoek zijn naar een parkeerplekje bij het strand. De boulevard komt in zicht en bij de eerste mogelijkheid rijden we naar beneden en parkeren de fiets naast een strandtent. Met een zwaai zet ik Liv op haar voetjes, om vervolgens onze strandspullen op de grond en de fiets op slot te zetten. Sleutels en fietscomputer worden veilig opgeborgen en intussen kijk ik rond waar Liv is gebleven. Ze zit naast het duin in het zand en maakt van fijn zand een berg. Ik hoor haar vertrouwde geluidje en hijs gerustgesteld alle spullen op mijn rug.

“Ga je mee, Liv?”
“Zometeen!” Ze gaat onverstoorbaar door. Haar vingers maken lijnen in het zand. Met de bal van haar hand duwt ze zand op de berg. “Uuuuh!”, hoor ik na iedere actie.
"Er is daar nog veel meer zand, Liv, kom!”
Ze kijkt even op, maar schudt haar hoofd: “Nee, even wachten nog.”
De banden van de tassen drukken in mijn schouder, de stoel weegt zwaar in mijn hand.
“Kom op, Liv, even luisteren nu. Je kunt straks weer verder spelen.”
Ze is het duidelijk nog niet met me eens, maar staat op als ik haar mijn vrije hand toesteek.
“Nu”, zegt ze en kijkt nog even naar haar berg. Ik trek haar mee en we koersen naar het pad dat naar de zee leidt. Onderweg wil Liv nog zeker drie keer pauzeren. Met haar billen op het pad, haar handjes alweer tussen de fijne zandkorrels. “Uuuuh!”

Dit schiet toch voor geen meter op, mopper ik in mezelf. Mijn rug plakt en de tassen wegen inmiddels loodzwaar. Gelukkig lonkt de zee en zet Liv het eindelijk op een rennen. Ik moet mijn best doen om haar bij te houden en eenmaal bij het water kan ze niet wachten om te mogen zwemmen. Ik vind eigenlijk dat mijn geduld en gesjouw nu wel beloond mogen worden met een half uur lezen in mijn strandstoel, maar Liv heeft andere plannen.

Misschien had ik mijn stoeltje gewoon naast mijn fiets moeten zetten, toen Liv haar berg fijn zand maakte, naast het duin. Terwijl ik haar volg naar het water, herkauw ik de afgelopen tien minuten. Ik hoor mezelf weer zeggen: “Er is daar veel meer zand, Liv, kom!” Meer, beter, groter, leuker… of groener, in het geval van het gras bij de buren. Waarom is dat toch zo belangrijk? Liv was tevreden met haar plekje achter de fiets. Er was zand en zon en ze genoot in haar eigen bubbeltje. Lekker belangrijk dat er daar veel meer is… hier is ook genoeg!