Column Mama Mirjam #52: ‘Is dat meisje met die panterzwembandjes van jou?’
Mirjam is getrouwd met Chris en heeft vier prachtige kinderen. De jongste, Livia (5), heeft het syndroom van Down, wat een verrijking is voor hun gezin. Over Livia schrijft ze voor Eva.
“Gaan we naar huis?” Livia vroeg het de eerste dagen van onze kampeervakantie in Zuid-Frankrijk na ieder uitje dat we gemaakt hadden. Na een dagje strand. “Gaan we nu naar huis?” Na een middagje bij het zwembad op de camping. “Gaan we nu naar huis?”
Het was niet zo dat ze de vakantie niet leuk vond, maar ze begreep het niet. Liv leeft in het moment, maar na een dag school, een bezoekje of een uitje is er altijd de veilige plaats die ‘thuis’ heet.
Al snel werd de tent haar thuis; de plaats waar haar speelgoed en haar bed waren en de mensen van wie ze houdt. Na een paar dagen vroeg ze het ook niet meer. Er was alleen maar het grote genieten van uren dobberen in de zee of het zwembad en op de step door Franse straatjes rijden, op weg naar het zoveelste ijsje.
Waar ik aan het begin van de vakantie nog dacht dat dit opnieuw een tijd zou worden van eindeloos achter Liv aanrennen en haar zwetend door stadjes en dorpjes sjouwen, gunde ze ons ook echt vakantie. Ze bleef netjes bij de tent, deed in het zwembad geen pogingen het hek open te krijgen en stond keurig op haar stepje, zodat wij haar aan het koord konden meetrekken. Het enige waarvoor ik af en toe uit mijn boekenwereld moest komen, was om waterspeelgoed aan de rechtmatige eigenaar te geven. Livia vond het gras bij de buren namelijk altijd groener. Die opblaasband, dat emmertje, die pop met haar prachtige lange haren, die zo lekker uitwaaieren in het water… Alles was net iets interessanter dan de inhoud van onze tas. “Is dat meisje met die panterzwembandjes van jou?” Of ik haar even uit de opblaasband wilde vissen, want ze wilde hem niet teruggeven.
De omschrijving vond ik goud: het meisje met de panterzwembandjes… Ja, die is van mij! De man noemde haar niet ‘dat meisje met Downsyndroom’. Logisch hoor, want zo zou ik dat zelf ook nooit zeggen. Maar toch viel het me op, omdat het zo heel gewoon klonk. Alsof Liv ook een heel gewoon meisje is. Zo gewoon dat je haar moet omschrijven door de kleur van haar zwembandjes te benoemen.
Tijdens een autotochtje met z’n drietjes, Chris, Livia en ik, mijmerden wij wat over de toekomst. Grote zussen en broer waren op de camping gebleven, en er gaat een tijd komen dat zij helemaal niet meer met paps en mams mee op vakantie gaan. Liv wel, want zo gewoon is het meisje met de panterzwembandjes niet. Er zullen, bij leven en welzijn, nog heel wat van deze tochtjes met z’n drieën volgen. Maar het beangstigde ons totaal niet, want als er één kind makkelijk tevreden is, dan is Liv het wel.
Later… Liv doet niet aan later. Vandaag is vandaag en is het leven te prachtig om niet ten volle te genieten. Inclusief zwemband en barbiepop van een ander.
“Gaan we naar huis?” We hoorden de vraag niet meer en op de laatste vakantiedag vroeg ik me serieus af hoe ik Liv moest uitleggen dat we nu wel echt naar huis gingen.
‘Eigen huis’, dat werd de term, die ze al snel van ons overnam en misschien wel honderd keer benoemde vanaf de achterbank. Terwijl we richting Nederland reden, kwam het besef steeds meer en ze vond het heerlijk! We gingen naar ons eigen huis, met ons eigen bed. En met Livia’s eigen speelgoed. Dus zonder zwemband en barbiepop van een ander.
Die moet ze maar op haar verlanglijstje zetten… want het meisje met de panterzwembandjes is bijna jarig!
Geschreven door
Mirjam Kooijman