Column Hanneke: ‘In mijn hele leven ben ik nog nooit zo snel geslaagd in een schoenenwinkel’
18 juli 2022 · 15:50
Update: 15 november 2024 · 10:46
Het jaarlijkse uitje van Hanneke om nieuwe sandalen te kopen voor haar jongste telgen loopt uit op een onverwacht en modderig avontuur.
Er zijn van die dingen in het leven waar ik vrij tomeloos enthousiast over kan zijn. Een van die dingen is de natuurspeelplaats op de school van mijn kroost. Geen betonnen woestijn met een halfvergaan klimrek. Geen excuus-kunstgras, bij wijze van groen. Wel een plek om hutten te bouwen van takken, in bomen te klimmen, de moestuin te verzorgen en met water en zand te kliederen in de waterbaan.
Echt, doe mij bij iedere school maar zo’n speelplaats.
Goed voor de natuur, goed voor kinderen. Het schijnt zelfs dat er minder gepest wordt op een groen plein. Genoeg reden voor mij om het ene kleine nadeel dat er zit aan zo’n groen paradijs bij school genereus te aanvaarden: de kinderen worden er bij tijd en wijle onwaarschijnlijk goor van.
Inmiddels vind ik dat eigenlijk zo normaal dat ik het nauwelijks nog opmerk. Die broek met groene vegen wassen kan, maar morgen eindigt hij weer precies hetzelfde. Dus waarom al die moeite? Beetje afkloppen en hij kan nog een dagje extra aan.
Op erg natte dagen gaan de kinderen op laarzen naar school, anders blijft er wel erg weinig van hun schoenen over. Ook weer leuk, want plassen zijn er om flink in te stampen en proefondervindelijk ontdekken tot hoe diep je kunt gaan voordat je laarzen overlopen is super leerzaam. Die afgestomptheid op het vlak van het opmerken van de smerige staat van mijn kinderen leidde tot het hier volgende incident.
Halfjaarlijks uitje
Op een mooie zonnige dag in het voorjaar, zo’n dag die je laat geloven dat het een warme zomer gaat worden, togen mijn twee jongste telgjes en ik rechtstreeks uit school naar de schoenenwinkel. Ons halfjaarlijkse uitje. In het najaar om schoenen te kopen, in het voorjaar voor de aanschaf van nieuwe sandalen.
Soepeltjes bewogen we ons per fiets richting stadscentrum, stalden onze fietsen in de bewaakte fietsenstalling en hadden de tijd. Kortom, niets kon mijn middag nog verprutsen.
In de schoenenwinkel ging ik recht op mijn doel af: de afdeling kinderschoenen. Voor de zoon trok ik een paar sandalen uit het schap van het in mijn ogen enige ware merk. De kleur kon de goedkeuring van zoonlief niet wegdragen, maar de maat was vermoedelijk goed en een plank verder stond in zijn ogen wel de juiste kleur sandalen. Ik dacht: eerst maar eens kijken wat de goede maat is. Met een half oog op de kast met schoenen en een half oog op de zoon zei ik: “Doe je sandalen (de oude dus) maar vast uit, dan passen we eerst deze wel.”
De zoon wilde net gaan protesteren over de kleur van het door mij aangereikte schoeisel, toen ik mijn ‘tot dan toe verdeelde aandacht’ verlegde naar ‘slechts het kind’. Weldra werd deze aandacht beperkt tot slechts de voéten van het kind.
Alleen waar de sandalen hadden gezeten was géén modder te zien
In mijn gedachten ontsproot wat onfatsoenlijke taal, die ik omwille van de ziel van de lezer zal samenvatten tot: ‘Wel Wis en Drie! Wat is er met die voeten gebeurd?!’
De betreffende voeten hadden hun schoeisel verlaten in een toestand die ervoor zorgde dat de sandalen nog als afdruk zichtbaar waren, maar dan omgekeerd. Alleen waar de sandalen hadden gezeten was namelijk géén modder te zien. Of in ieder geval minder. Verder was het kind van teennagels tot knieën met donkerbruine opgedroogde moddervegen bedekt. En die nagels…!
Alles om aandacht af te leiden
Ik wierp een steelse blik op de verkoopster. Dit was zo’n winkel waar je geholpen werd, maar alleen als je traag genoeg was. Er zat dus maar één ding op. Snelheid maken. In een tel trok ik de verkeerde-kleur-maar-goede-maat-sandalen aan. Mijn ervaren moederblik taxeerde in de volgende tel dat deze maat voldeed. Nog één tel om ze weer uit te trekken. Net op tijd.
Met een beleefde, bescheiden, maar vastberaden glimlach wapperde ik de gepaste sandalen voor de ogen van de toegesnelde verkoopster heen-en-weer, intussen subtiel een stap opzij doend in een poging het onderstel van mijn nakomeling aan haar blik te onttrekken.
‘Deze wil ik graag, maar dan in die kleur’, sprak ik, nog altijd glimlachend en weids gebarend naar de juiste-kleur-verkeerde-maat-sandaal in de kast. Alles om de aandacht af te leiden van het besmeurde kind. De verkoopster verdween in het magazijn om mijn wens te vervullen. De zoon keek mij aan met een blik van verstandhouding en een half scheef lachje: ‘De waterbaan was aan.’ Dat verklaarde alles en het was genoeg. Daar boos over doen zou flauw zijn. Bovendien was de verkoopster alweer terug en kon ik afrekenen.
In mijn hele leven was ik nog nooit zo snel geslaagd in een schoenenwinkel. Echt, zo’n groen schoolplein heeft ongekende voordelen!
Beeld: Shutterstock