Column #38 van Wilfred over voetbal: ‘In allerlei opzichten compleet het tegenovergestelde van samenleven met een vrouw’
24 januari 2024 · 16:00
Update: 27 januari 2024 · 15:55
Wilfred Hermans is getrouwd, vader van drie kinderen en freelance journalist en tekstschrijver. Voor Eva schrijft hij over zijn wisselende successen als echtgenoot en vader.
Veel vrouwen begrijpen niet waarom mannen verzot zijn op voetballen. Ik wel. Misschien omdat ik man ben, misschien omdat ik verzot ben op voetbal, misschien beide. Ik zal om twee redenen uitleggen waarom voetbal zo’n magische aantrekkingskracht heeft op mannen. Eerste reden: begrip kweken voor de man en zijn passie zodat dit bij jullie thuis niet langer een punt van discussie hoeft te zijn. Tweede reden: een mens moet érgens over schrijven.
Voetbal dus. Als kind ging er voor mij niets boven een lege zaterdag voor de boeg hebben, met mijn vriendjes een leeg voetbalveld betreden, de geur van vers gemaaid gras opsnuiven en dan maar gáán. Zelfs nu ik richting de veertig ren, kan ik me dit gevoel nog levendig herinneren. De donderdagavond – mijn zaalvoetbalavond – is heilig. Al jaren het leukste moment van de week, al zegt dit misschien meer over de rest van mijn week.
Wat is er dan zo geweldig aan ‘mannen die achter een bal aanrennen, en als ze de bal hebben, schoppen ze ‘m weer weg’? Dat heeft alles met duidelijkheid te maken. Een potje voetbal is duidelijk: je hebt letterlijk één doel en daar moet een bal in. Jouw team is goed, de tegenstander is fout. Als jouw team de bal heeft, is het goed, als de tegenstander de bal heeft, is het fout. Winnen goed, verliezen fout. Overzichtelijker kan het niet.
Winnen goed, verliezen fout. Overzichtelijker kan het niet.
Wat dat betreft is voetbal in allerlei opzichten compleet het tegenovergestelde van samenleven met een vrouw. Dan kan het op maandagochtend goed zijn om de bal te hebben, terwijl je op dinsdagmiddag naar je hoofd geslingerd krijgt waar je überhaupt het léf vandaan haalt om de bal te hebben?!! De ene dag moet de bal in een directe lijn het doel in, terwijl diezelfde bal op een andere dag eerst vijf minuten bewonderd moet worden (wat een prachtige bal, ja, nóu, en wat is ‘ie rond!), vervolgens minstens drie keer via álle teamgenoten gespeeld moet worden en pas dán é-ven-tu-eel richting het doel mag.
Een ander aspect dat voetballen zo magisch maakt, is het feit dat er dat ene uurtje niets anders in je hoofd past. En als een man íets lekker vindt, is dat een leeg hoofd (waarin overigens altijd nog nét genoeg ruimte is voor een paar foute grappen). Alle zorgen verdwijnen als sneeuw voor de zon – bal moet in doel, klaar. In die zin hebben vrouwen toch nog een beetje gelijk als ze voetballende mannen afschilderen als ‘een stelletje leeghoofden die achter een bal aanrennen’. Chapeau, jullie je zin.
- Column #37 van Wilfred over de – ogenschijnlijk– onverwoestbare meester Peter: ‘Een wonderman’
Column #37 van Wilfred over de – ogenschijnlijk– onverwoestbare meester Peter: ‘Een wonderman’
Dit artikel hoort bij de campagne
Als je gelooft in relaties