Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Burgers’ Zoo-directeur: 'Wij hadden altijd aapjes of leeuwtjes in huis'

Alex van Hooff

Zijn wieg stond pal naast de dierentuin en zijn eerste bijbaantje had hij tussen de wilde dieren. Toch verbaast Burgers’ Zoo-directeur Alex van Hooff zich nog dagelijks over de wonderen van de natuur. “De enorme complexiteit ervan vind ik ongelofelijk bijzonder.”

Deel:

“Weet je waarom pinguïns van achteren donker zijn en van voren licht?” vraagt Alex. We zitten in een ronde gesprekskamer boven de ingang van het park, met uitzicht op de pinguïnbaai. De geluiden van de bezoekers onder ons dringen als een soort constante zoem de ruimte binnen. “Als ze zwemmen en door een roofdier worden aangevallen, kijkt de aanvaller van boven naar het donker, en van onderen naar het licht. Het zijn dus eigenlijk schutkleuren.”

Prachtige wimpers

De giraf is zijn lievelingsdier, al moeten mensen daar vaak om lachen. Met zijn lengte van ruim twee meter kan Alex zich aardig meten met deze lange slungels. “Als ik kijk naar de giraf, met z’n mooie ogen en prachtige wimpers, verwonder ik me erover hoe het lichaam van dit dier werkt. Dat vind ik bij mensen overigens ook, zo complex als het allemaal in elkaar zit. Heb je je weleens afgevraagd hoe het bloed van een giraf door het hele lichaam gepompt kan worden? Daar is een gigantisch sterk hart voor nodig. Maar slagaderen gaan kapot als er te veel druk op staat, dus bij deze diersoort zijn die weer extra verstevigd.

Die giraf staat voor mij symbool voor hoe bijzonder de natuur is en hoe zij zich kan aanpassen. Alles wat op aarde leeft – de dieren, maar ook de planten, schimmels en bacteriën – heeft zich gespecialiseerd op de plek waar het leeft. We zeggen heel makkelijk: je moet een ijsbeer niet in de tropen zetten, en een giraf niet op de noordpool. Helemaal waar, maar daar zijn dus redenen voor. Die enorme complexiteit van dat systeem en van de individuele dieren, vind ik ongelofelijk bijzonder.”

Onderling knokken

“De tred van een giraf is trouwens heel gracieus. Ze lopen in telgang.” Hij springt op van zijn stoel en loopt een rondje om de tafel. “Kijk, zo”, zegt hij, terwijl hij zijn rechterarm tegelijk met zijn rechterbeen beweegt. “Wij bewegen armen en benen precies andersom van elkaar, maar een giraf beweegt ze tegelijk. Dat noemen we telgang. Heel anders dan de meeste andere dieren, en dat maakt hem tot een heel sierlijk beest, ook als hij rent. Tegelijkertijd kunnen ze onderling heel erg knokken. En denk erom, een trap van zo’n lange poot komt hard aan.”

Deze week is het dierendag. Vieren jullie die dag ook echt?
“We geven de dieren op 4 oktober niet extra te eten en maken geen extra inspectierondje. Wij zetten elke dag hun welzijn voorop en proberen dagelijks goede zorg te geven. Dus er is geen verschil tussen een gewone dag en dierendag.”

Is zo’n jaarlijkse dag nodig, vind je?
“Ik zou de vraag breder willen trekken. We hebben aandacht nodig voor de natuur. Want die staat de laatste decennia zwaar onder druk. De natuur is enorm veerkrachtig en kan zich heel goed aanpassen. Maar de invloed van de mens is de laatste 150, 200 jaar heel erg groot. Wat dat betreft is het vijf voor twaalf, als het al niet later is. Dus ja, dieren hebben aandacht nodig, en zéker de natuur. Want weet je? De natuur kan zonder ons. Als de mens niet meer zou bestaan, draait de aarde wel door. Maar wij kunnen niet zonder de natuur.”

Je bent enorm enthousiast over de dieren en hun ecosystemen. Geloof je ook in een Schepper daarvan?
“Ik heb een katholieke achtergrond en geloof dat de Bijbel een belangrijke rol speelt. Maar het scheppingsverhaal lees ik niet letterlijk. Ik geloof dat er een oerknal is geweest en dat het leven zich vanaf toen ontwikkeld heeft. Om heel eerlijk te zijn, maakt het mij niet uit of mensen geloven in een Schepper die alles heeft gemaakt, of geloven in de evolutietheorie. Voor mij is het allerbelangrijkste dat we zien hoe mooi en complex het leven op aarde is. Hoe dat is ontstaan, staat voor mij op de tweede plaats.”

Grootbrengen met de fles

De dierentuin grenst aan Alex’ geboortehuis – de woning waar hij nu met zijn eigen gezin woont – dus hij groeide op met een keur aan wilde dieren in zijn ‘achtertuin’. Zelfs binnenshuis vingen ze jongen op die waren verstoten door hun moeder. “We hadden altijd aapjes, tijgertjes of leeuwtjes in huis, die we de fles gaven en zo goed mogelijk probeerden groot te brengen.

In deze tijd gebeurt dat niet meer – gelukkig! –, vooral omdat de kennis over het houden van wilde dieren enorm is toegenomen. En omdat de populatiebeheerprogramma’s zijn verbeterd. Vroeger werden er heel weinig nakomelingen geboren, dus wilde je elk jong dat verstoten werd grootbrengen.”

Teckel Lucas

Het is een klein voorbeeld van hoe de kijk op dieren in de loop der jaren veranderde. Die ontwikkeling juicht Alex toe, want we moeten oppassen dat we dieren niet te veel vermenselijken, vindt hij. Een dier is geen verkapt mens. Maar hij merkt nog te vaak dat we door een menselijke bril naar ze kijken. “Ik ook, hoor. Wij hebben een teckel, Lucas, en vaak denk ik: o, nu vindt hij het fijn. Of: kijk hem eens lekker genieten. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Je moet kijken naar het soorteigen gedrag. Pasgeboren dieren zijn geen baby’s, maar jongen. En een dier is niet zwanger, maar drachtig. Je hoeft ze ook niet de hele dag door te aaien of te knuffelen. Het zijn dieren en daar moeten we respect voor hebben en op een goede manier mee omgaan. Ze zijn tenslotte niet op deze wereld om het de mens naar de zin te maken of te vermaken.”

Toch is een dierentuinbezoek een vorm van vermaak.
“Natuurlijk komen mensen voor een aangename dag uit. Alleen hoeven de dieren de bezoekers niet te vermaken; ze kunnen zichzelf zijn. Bovendien willen we kennis meegeven en laten zien hoe bijzonder die natuur is. De verwondering en bewondering die wijzelf hebben, proberen we over te brengen. Net als het besef dat we echt moeten zórgen voor de natuur die we nog hebben – wereldwijd, maar ook in eigen land. Niet voor niets zijn we als Burgers’ Zoo sinds 1980 intensief betrokken bij diverse natuurbeschermingsprojecten. In Belize bijvoorbeeld, in Midden-Amerika, beschermen we een groot gebied tegen de steeds verder oprukkende houtkap. Mijn doel voor de komende jaren is om bezoekers mee te nemen in die broodnodige aandacht voor natuurbescherming.”

De laatste decennia klinkt steeds meer kritiek op parken die dieren in gevangenschap houden.
“Die kritiek was er in de jaren zestig en zeventig ook. Ik schuw die kritiek niet. Ik heb liever dat we met elkaar in overleg gaan, dan dat beide partijen zich in loopgraven terugtrekken en alleen maar meningen verkondigen.

Tegelijkertijd denk ik dat de afstand tussen de natuur en de mens steeds groter wordt. Hoe meer mensen in steden leven, hoe minder ze in aanraking komen met slootjes vol kikkers of tuinen vol slakken. Dus ik ben ervan overtuigd dat dierentuinen een essentiële rol spelen in het laten zien van de schoonheid en pracht van de natuur. Bij Burgers’ Zoo laten wij de natuur van ver weg zien: dit is een tropisch regenwoud, dit is een woestijn, zo ziet een groot koraalrif eruit. En dat we daarin kunnen verbeteren, of nu dingen doen die we over dertig jaar echt niet meer vinden kunnen, daar twijfel ik niet aan. Daarom zijn we ook kritisch op ons eigen handelen. Doen we het goed of niet? En wat kunnen we verbeteren?”

Geen vlees

“We werken intensief samen met natuurbeschermingsorganisaties, maar ook met andere dierenparken in Europa en daarbuiten”, zegt Alex even later. “Dagelijks hebben we contact met dertig tot vijftig parken in de hele wereld. Dat gaat over van alles: voeding, transport, veterinaire zaken. We delen ontzettend veel kennis met elkaar en komen steeds meer te weten over hoe dieren leven.”

‘Dagelijks hebben we contact met dertig tot vijftig dierentuinen’

Hij bedoelt maar te zeggen: het houden van wilde dieren op een goede manier kan wél, en dierentuinen spelen een belangrijke rol in het behoud van de natuur. “Al zal een criticus blijven zeggen dat een dier niet in gevangenschap hoort. Net zo goed als dat er altijd mensen zullen zijn voor wie het houden van huisdieren uit den boze is, of die vinden dat je geen vlees mag eten.”

Eigen keuze

Hoewel Alex bijna ín Burgers’ Zoo geboren en grootgebracht werd, koos hij na zijn middelbareschooltijd voor een studie internationale economie in Rotterdam en een baan in het Amsterdamse bedrijfsleven. Tot hij op een goed moment dacht: als ik nog iets van mijn ouders wil leren, moet ik nu naar huis komen. “Ik heb mijn ouders – zij waren toen in de 60 – rond 1998 gevraagd of ik thuis kon komen werken, in de dierentuin. Zo zijn we samen aan de slag gegaan. Het is voor mij dus nooit een heilige roeping geweest en ik heb me er in de jaren daarvoor evenmin tegen afgezet. Ik ben ook heel blij dat mijn ouders geen enkele druk hebben uitgeoefend op mij of mijn twee zussen om de boel over te nemen. Ze hebben zelfs nooit gevráágd of we hier wilden werken. Dat maakte dat ik echt mijn eigen keuzes kon maken. Natuurlijk namen ze ons wel mee in het reilen en zeilen van een dierentuin. Ze vertelden over de mooie en minder mooie kanten. Maar ik heb nooit enige druk ervaren.”

Je staat op de schouders van drie generaties. Ben je daar trots op?
“Absoluut! Johan Burgers, mijn overgrootvader, had het lef om in 1913 Burgers’ Zoo te starten. Toen nog in ’s-Heerenberg, later verhuisde het park naar Arnhem. Zijn dochter Lucie en haar man Reinier van Hooff – mijn grootouders – namen de dierentuin over. Zij hebben met gevaar voor eigen leven het park door de Tweede Wereldoorlog gesleept. Terwijl de stad tijdens de Slag om Arnhem werd geëvacueerd, hebben zij alles gedaan om bij de dieren te blijven. Dat is gelukkig gelukt, hoewel enkele verzorgers en veel dieren zijn omgekomen, en gebouwen zijn beschadigd. Op 24 september 1944 besloten mijn grootouders een van hun zonen – Antoon, mijn vader – mee te geven aan mensen die op de vlucht waren. Zij dachten: als we het bombardement niet overleven, dan is er in elk geval iemand uit de familie die het overleeft, en kan zeggen: ‘Mijn naam is Antoon van Hooff, het dierenpark is van mij.’”

Rode Kruis

En zo kwam het dat Alex’ vader – precies op zijn 7e verjaardag – in zijn eentje werd geëvacueerd. Hij kwam in Apeldoorn terecht, waar hij werd opgevangen door het Rode Kruis. “Mijn ouders – de derde generatie – hebben het park vanaf de jaren zestig vernieuwd en groot gemaakt. Om terug te komen op je vraag: daar ben ik heel erg trots op, ja. Het geeft inspiratie om door te bouwen op het fundament dat de vorige generaties hebben gelegd.”

Als jullie op vakantie gingen, stonden er altijd bezoeken aan dierentuinen op het programma, las ik ergens.
Met een brede glimlach: “Wij deden achttien dierentuinen in veertien dagen. Dat vond ik heel leuk. Nog steeds bezoek ik regelmatig andere parken. Het klinkt een beetje gek wat ik nu ga zeggen, maar als ik er voor het eerst kom, krijg ik een beetje kriebels. Niet omdat ik het eng vind, maar spannend. Ik ben dan heel benieuwd wat voor park het is en hoe ze werken. Hoe gaan ze om met de dieren, met de bezoekers? Wat is hun filosofie? Zo kijk ik ook naar pretparken en andere locaties waar veel bezoekers komen. En soms denk ik: hé, dat zouden wij ook eens moeten doen.”

Wij deden achttien dierentuinen in veertien dagen

Je woont naast je werk. Kun je je werk dan eigenlijk wel loslaten?
Als ik ’s ochtends uit het keukenraam kijk, weet ik of het druk is of niet. En is er iets aan de hand, dan ben ik bereikbaar. Maar ik slaap altijd goed. Wat meespeelt, is dat ik zaken goed van me af kan zetten. Bovendien voelt het werk niet als ballast of als een verplichting. We vormen met elkaar een heel gaaf team en dat maakt alles een stuk makkelijker.”

Alex en zijn vrouw Bertine hebben drie kinderen. Hoopt hij dat een van hen het park overneemt? “Dat zal de toekomst uitwijzen. Ze zijn nu 21, 19 en 18 en als ze het niet willen, is dat oké. Willen ze het wel, dan is het ook goed. Net als mijn ouders vraag ik het hun niet, al hebben we het er zo nu en dan toch over. Maar dan zeg ik wel: laat het gewoon in het midden.”

Alex van Hooff

Alex van Hooff (1971) groeide op direct naast Koninklijke Burgers’ Zoo in Arnhem, waar zijn ouders directeur waren. Hij studeerde internationale economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en werd na het overlijden van zijn vader Antoon van Hooff in 2004 directeur van de dierentuin. Zijn vrouw Bertine is ook onderdeel van de directie van Burgers’ Zoo en zijn moeder Greet Wierenga is nog verbonden als adviseur.
In juli 2017 werd onder zijn leiding de ecodisplay Burgers’ Mangrove in het park geopend, een nabootsing van een natuurgebied in Belize (Midden-Amerika) dat de familie Van Hooff, samen met de Zwitserse Vlindertuin Papiliorama, al ruim dertig jaar beheert.
Alex is getrouwd en vader van drie kinderen.

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--