Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Corien Oranje.
© Willem-Jan de Bruin

'Broertje dat geen daglicht zag, we zijn je niet vergeten'

27 december 2024 · 09:26

Update: 27 december 2024 · 09:57

54 jaar geleden is het, maar ik herinner me het alsof het gisteren was. De geur van bloemkool, mijn moeder in de keuken, haar dikke buik. Na het eten gingen we uit logeren – mijn broertje, zusje en ik – bij een meneer en mevrouw uit de kerk. Mijn ouders gingen naar Huize Tavenier, de kraamkliniek in Groningen. De baby zou eindelijk geboren worden.

De volgende ochtend kwam mijn vader langs. Hij moest iets verdrietigs vertellen. Het kindje was gestorven, al voor de geboorte. Mijn ouders hadden hem niet gezien. Hij was naar de regels van die tijd meteen weggehaald, zodat de moeder zich er niet aan zou hechten. Een paar dagen later begroef mijn vader hem, midden in de winterse kou. Alleen zijn broer en schoonzus waren erbij, mijn moeder lag nog in de kraamkliniek. Mijn ouders hadden hem Reijer willen noemen, naar zijn opa. Maar wie levenloos geboren was, bleef naamloos in die tijd. “God zelf zal hem een naam geven”, stond er in de advertentie in het Nederlands Dagblad.

Ik bezoek het grafje, samen met een van mijn zoons. Het ligt op de oude begraafplaats in Haren, tussen een paar andere naamloze steentjes, half verscholen onder een rododendron. Een stille, troosteloze plek is het, maar in het grafje van mijn broertje staat een tekst uitgehouwen die mijn moeder schreef toen ze in de kraamkliniek lag:

“Ons kindje dat geen daglicht zag
wacht bij God op de nieuwe dag.”

We hebben een schuurspons en een emmer bij ons, handschoenen, een schep, een zak aarde, zakjes met bloembollen. Ik haal water, schrob de oude steen schoon, trek klimop weg, mijn zoon schept de grond rond het grafje om en mengt die met teelaarde. Samen planten we bollen, sneeuwklokjes, krokussen, boshyacinten. En daarna dekken we ze toe met aarde. Ze zijn niet meer te zien. Het is of hier niets gebeurd is, alsof de dood hier heerst. Maar over een paar maanden zullen hier sneeuwklokjes bloeien, en daarna de krokussen, en dan de hyacinten. Reijer, broertje, jij die geen daglicht zag, we zijn je niet vergeten. En we hopen, we hopen.

    Deel dit artikel: