Sluit je aan

Inloggen bij eo

Praat je mee? Als je bent ingelogd, kun je reacties plaatsen en gesprekken volgen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Uitgelichte afbeelding

BLOG | "Niemand in­vloed­rij­ker dan Jezus"

30 mei 2013 · 11:26

Update: 15 november 2024 · 08:25

Wereldwijd hebben vrijwel alle culturen, vooral de westerse, zich door het christendom laten inspireren. Een derde deel van de mensheid noemt zich christen, maar het andere deel is zeker ook door Jezus beïnvloed. Er zijn veel expliciete christenen, maar nog veel meer impliciete.

1. Overal waar het christendom verschijnt, verdwijnt het geloof in meerdere goden, geesten en voorouders. Vanaf de komst van de eerste missionarissen komen er ook geen nieuwe goden meer bij. Gezien het meestal naargeestige gedrag van deze goden – denk aan Zeus die Europa verkracht – kan God dus eindelijk gezien worden als het goede voorbeeld. Onze keus is vanaf dan niet meer: aan welke van de vele goden verbind ik me, maar: geloof ik in niets, of in de ene (liefdevolle) God?

2. Deze kerstening gaf ook ruimte aan een nieuwe vorm van wetenschap. Als je niet meer in heilige bomen gelooft, loop je daar niet meer met een boog omheen, maar kun je ze vrijuit gaan onderzoeken, zeker als je beseft dat deze zijn geschapen door een God die mensen niet bedriegt. Als de Schepper liefde is, kun je je bevindingen vertrouwen, anders dan wanneer je gelooft dat alles uit Chaos voortkomt. Alle vroege grote wetenschappers waren dan ook vrome christenen (Newton, Galileo, Copernicus, Kepler, Kelvin, Boyle, enzovoorts) en de kerk stond aan de wieg van de grote westerse universiteiten (Sorbonne, Oxford, Harvard, Yale, Princeton).

3. Het is gebruikelijk in onze cultuur ‘liefde’ als het mooiste en belangrijkste te zien. Vóór de komst van het christendom was dit ‘moed’ of ‘eer’. Het is vanzelfsprekend geworden aan liefdadigheid te doen, zelfs de staat betaalt mee aan ontwikkelingshulp. Dit was in het Romeinse rijk ondenkbaar. En hoewel gelovigen gemiddeld twee, drie keer zoveel geld geven aan goede doelen, is het feit dat niet-gelovigen überhaupt íets geven aan goede doelen, veelzeggend genoeg: een Romein piekerde daar niet over.

4. Het Concilie van Nicea van 325 n.Chr. was de eerste internationale kerkelijke vergadering en daar werd besloten dat elke stad met een kerk ook een ziekenhuis moest hebben. In de middeleeuwen vind je inderdaad overal in Europa ziekenhuizen, vaak verbonden aan kloosters. Evenzo weeshuizen, gestichten en bejaardentehuizen. Armen, (psychisch) zieken, gehandicapten, wezen en ouderen moesten in het Romeinse rijk het van hun naaste familie verwachten, en als die hen niet wilde of kon verzorgen, waren ze verloren.

5. Christelijke landen waren de eerste die de slavernij afschaften. De grote tegenstanders van slavernij waren gelovigen (Richard Baxter, John Wesley, William Wilberforce, maar denk ook aan de latere dominee Martin Luther King, die streed tegen de nasleep van de slavernij). Halverwege de middeleeuwen was de slavernij nagenoeg verdwenen, terwijl ze elders nog welig tierde, met name in het Midden-Oosten. Andere wijdverbreide misstanden, zoals de gladiatorenspelen en babymoord, werden vrijwel meteen verboden toen christenen politieke macht kregen. Merk op dat de latere slavenhandel naar Amerika pas opkwam, toen de kerk aan invloed had verloren en deze werd al vroeg door de paus afgekeurd.

6. Algemeen wordt erkend dat de mensenrechten (inclusief die van vrouwen en kinderen) hun wortels hebben in het christendom. Grote antieke filosofen, zoals Aristoteles, noemden vrouwen ‘onaffe mannen’ en keken meestal neer op andere mensenrassen. Paulus is de eerste denker die - geïnspireerd door de open houding van Jezus - alle mensen gelijkwaardig noemt, of ze nu heer, slaaf, Griek, Jood, man of vrouw zijn.

7. En deze namen, die je met honderden kunt aanvullen, spreken voor zich: Dante, Milton, Tolkien, Bach, Händel, Mendelssohn, Haydn, Michelangelo, Rembrandt, Van Gogh, Rubens…

Trots
Bijna alles waar we trots op zijn in onze cultuur, heeft wortels in het Nieuwe Testament. Veel van de resultaten van het geloof zijn anoniem. We kennen de oorsprong niet meer, maar het zijn dus de langetermijneffecten waar verre voorouders voor geknokt hebben toen ze organisaties, wetten, waarden, ideeën introduceerden.

Of je nu wel of niet in Jezus gelooft – ik denk niet dat je iemand kunt vinden die invloedrijker is geweest dan hij.


Auteur: Reinier Sonneveld

Deel dit artikel: