Bettelies Westerbeek is pionier en pastor in Moerwijk
3 september 2021 · 08:01
Update: 21 november 2024 · 07:46
Het afvoerputje? Nee, zo wil ze de Haagse buurt Moerwijk niet noemen. “Dat zou betekenen dat de mensen die hier wonen het vuil zijn.” Zeven jaar geleden startte Bettelies Westerbeek hier een oase: Geloven in Moerwijk. “Om te laten zien dat ook Moerwijkers geliefde kinderen van God zijn.”
Wie wat onderzoek doet naar Moerwijk, stuit al snel op bedroevende cijfers. De wijk voert alle verkeerde lijstjes aan: het is officieel de armste en meest ongezonde wijk van Nederland, en de gemiddelde leeftijdsverwachting ligt acht jaar lager dan het landelijk gemiddelde. Bovendien krijgen de 20.000 bewoners van Moerwijk gemiddeld vijftien jaar eerder gezondheidsproblemen dan andere Nederlanders.
Zo’n 75 procent van deze jarenvijftigwijk bestaat uit sociale huurwoningen, met het goedkoopste aanbod van Den Haag. Gevolg: veel mensen uit crisissituaties – vaak met een ggz-achtergrond – en statushouders komen hier terecht. In religieus en cultureel opzicht een gemêleerd gezelschap. Tel daarbij op dat de meeste portiekflats klein en gehorig zijn, en door de grote hoeveelheid vocht in de grond last hebben van schimmel.
Wat doe jij hier in vredesnaam?
“Ook op deze plek zijn we als kerk geroepen. Alle weeffouten van de samenleving liggen hier aan de oppervlakte, maar deze wijk is allang vergeten door de overheid. Juist hier kan de kerk veel betekenen. Onze kerk – Geloven in Moerwijk – is dan ook superpraktisch: we runnen een voedselbank, bezorgen gratis maaltijden en bieden geestelijke ondersteuning. Bovendien hebben we een buurttuin waar mensen elkaar ontmoeten en even kunnen loskomen van de zorgen van thuis.”
Drugs en overlast
Zeven jaar geleden was deze buurttuin – direct achter de Marcuskerk, waar Bettelies tijdelijk woont – nog een dichtbegroeid gemeenteplantsoen, waar drugs gedeald werden, wat voor veel overlast zorgde. Bettelies (37) liet juist hier haar oog op vallen. Ze wilde de tuin opknappen en zo in contact komen met de wijk.
“Voor mij was dat een heel praktische manier om hier te starten. Ik heb behoorlijk wat kopjes koffie gedronken en met mensen gekletst, en kon laten zien wat ik nu eigenlijk kwam doen. Als het gaat om de vraag wat het evangelie nu voor mensen betekent, is dit een plek waar mensen de liefde van God kunnen ervaren. In die zin is deze tuin een soort verkondiging in zichzelf. Hier zie je hoe een nare plek een plek van vrede kan worden. Veel wijkbewoners voelen zich vergeten: de gemeente Den Haag belooft van alles, maar er wordt weinig gedaan. De meeste wijkwerkers zijn na een jaar weer weg. Door hier consequent te blijven en te werken, laat ik een ander geluid horen. Het voordeel is bovendien dat ik in deze wijk woon. Dat moet ook, wil je een wijk echt kunnen begrijpen. Anders blijf je een buitenstaander.”
Handschoenen en een schoffel
Het enige wat Bettelies in die begintijd hoefde te doen, was het tuinhek openzetten. Bezoekers kwamen er vanzelf. “Veel mensen hier hebben geen werk, dus de meesten hebben tijd. Dat is een luxe, want diverse kerken gaan gebukt onder het feit dat gemeenteleden nooit tijd hebben.” Ze grinnikt: “Wat Hagenezen heel goed kunnen, is overal commentaar op geven. ‘O, wat fijn meneer,’ zei ik dan, ‘u weet veel van tuinieren, hier hebt u handschoenen en een schoffel.’”
Zeven jaar geleden werden hier drugs gedeald en was er veel overlast
Was er behoefte aan een plek als deze?
“Heel erg! Vooral aan een plek waar een positieve sfeer was, waar mensen zelf kunnen meedoen en waar ze zelf regie hebben. Want voor de meesten ontbreekt de regie in hun eigen leven. Maar er was ook behoefte aan een plek waar naar hen geluisterd wordt. Een plek waar ze hun verhaal kwijt kunnen, zonder dat ze meteen sollicitatieplicht krijgen, of drie keer in de week op een afspraak moeten verschijnen. Een plek waar je gewoon te laat kunt komen zónder dat je een preek krijgt, en waar het leven gewoon het leven kan zijn. Want dat staat hier altijd onder druk.”
Bettelies Westerbeek in 'Zie je zondag!'
Met alleen een tuin ben je nog geen kerk…
“De vraag is: wanneer ben je dat? Ik denk dat je een kerk bent op het moment dat je een gemeenschap vormt die met elkaar God zoekt. En dat is hier heel praktisch; veel mensen spreken niet dezelfde taal, zijn laaggeletterd en hebben vooral behoefte aan dingen doen en ergens over praten. Dat laatste het liefst een-op-een, in een informele setting. Dus ze komen niet zozeer voor een pastoraal gesprek, maar meer vanuit het idee ‘ik moet even m’n hart luchten bij Bettelies’.
Eén keer in de maand hebben we een viering, waar een groep van dertig, veertig mensen op afkomt. De maandelijkse pizza-avonden op zaterdagavond worden heel goed bezocht. Het is een vloeibare gemeente.” Lachend: “Zonder kaartenbak, wél met appgroep.”
Wat doet deze plek met jou?
“Ik ben hier veel geloviger geworden. Waarom? Omdat ik God aan het werk zie. In de kerk praten we vaak over wat genade betekent en hoe christen-zijn eruitziet. Maar het mooie hier is dat je het vooral kunt zíén en dóén. Genade is heel concreet: het gaat over mensen die uit de gevangenis komen en hun leven opnieuw beginnen. Over ruzies bijleggen die altijd enorm uit de hand lopen. Over schuld en vergeving. Er zitten hier zo veel mensen in de schuldsanering… Ik mag hun laten zien dat ze een geliefd kind van God zijn, in plaats van dat ik het oordeel dat ze over zichzelf hebben, herhaal en bevestig.”
De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.
Beeld: Jacqueline de Haas