Ben Ketting: 'Er zijn zeker momenten dat ik de EO mis'
21 november 2024 · 09:36
Update: 21 november 2024 · 12:59
Na 25 jaar verliet programmamaker, presentator en muzikant Ben Ketting in 2018 de EO. Wat volgde, was naar eigen zeggen een rouwproces. Sindsdien werkt hij voor zichzelf. Na een lange werkdag zit hij in zijn studio en zegt, terwijl hij in zijn ogen wrijft: “De ene dag voel ik me 60, de andere dag 28.”
Hoe gaat het met je?
“Het gaat goed. Ik ben gezond en doe leuke dingen. Ik ben alleen wel zes jaar ouder dan toen ik bij de EO vertrok. Dat merk ik aan kleine dingen. Als ik bijvoorbeeld ’s ochtends heel vroeg moet draaien. Als ik dan om zes uur op de rand van mijn bed zit, zeker als het regent, heb ik daar meer moeite mee dan vroeger. Ik voel het vooral in drukke periodes, als ik lange dagen maak. Ik heb een studio aan huis en moet soms streng zijn en tegen mezelf zeggen dat ik nu echt moet stoppen met werken. Ik kan altijd wel doorgaan.”
Mis je de EO?
“Hoewel ik er nu al een tijdje weg ben, zijn er zeker momenten dat ik de EO mis. Vooral het werken in een team. Ik werk nu veel solistisch en zit soms hele dagen in mijn studio. De EO was een belangrijke sociale factor voor me, ik heb daar 25 jaar van mijn leven doorgebracht. Ik kende iedere steen van het gebouw. Ik heb collega’s begraven, gehuild en gelachen, en mijn kinderen zijn in die periode geboren. De EO was mijn familie geworden.”
Was het moeilijk om weg te gaan?
“Ja. Ik ging echt een rouwproces in. Alhoewel ik vrijwillig afscheid heb genomen, heb ik het toch als een schrijnend proces ervaren. Weggaan is nooit chic, hoe je het ook wendt of keert. Hoewel ik er met een goede regeling uitging, klonk daarin voor mij ook de boodschap: we kunnen het ook zonder jou. Of dat zo is, laat ik in het midden. Je kunt nog zo’n prominente rol vervullen, maar als puntje bij paaltje komt, kan iedereen gemist worden. Daarbij had ik nog wel het een en ander bij de EO willen maken. Ik was er voor mijn gevoel toch nog niet helemaal klaar. Aan de andere kant heb ik er prachtige dingen voor teruggekregen die ik bij de EO nooit had kunnen bedenken: de diversiteit aan opdrachten, de samenwerking met veel verschillende organisaties en bedrijven, dat is heel waardevol. En daarnaast maak ik nog steeds het programma De Verandering voor de EO. Daar ben ik erg dankbaar voor.”
Soms dachten mensen dat ik arrogant was
Zeg je Ben Ketting, dan zeg je ‘Prinsen en Prinsessen’. Word je daar nog vaak aan herinnerd?
“Ja, niet dagelijks, maar wel regelmatig. Het werk dat ik doe, heeft vaak met zingeving en geloof te maken. Dan kom je al gauw mensen tegen die mijn tv-verleden kennen. Een paar dagen geleden zat er nog een jongetje bij mij in de studio om iets in te spreken. Zijn moeder vertelde dat ze nog bij mij in het programma had gezeten. Toen voelde ik me wel even heel oud, haha!”
Ben jij nog steeds een kindervriend?
“Ja, dat ‘kind-zijn’ heb ik altijd bewaard. Ik kan me goed verplaatsen in de belevingswereld van kinderen. Ik denk dat dat een van de dingen is die ik van mijn Indische moeder heb meegekregen. Zij heeft mij van kinds af geleerd om niet te klagen en me overal aan te passen. Daardoor kan ik heel snel de verbinding zoeken met verschillende mensen. Dat is in mijn werk essentieel. Als een kind iets moet inspreken in de studio, is het heel belangrijk dat hij zich compleet vrij en op zijn gemak voelt. Ik probeer altijd te levelen.”
Als presentator stond je – ook letterlijk – in de schijnwerpers, hoe vond je dat?
“Nou, dat in the picture staan hoefde voor mij niet zonodig. Als kind was ik best een verlegen en afwachtend jochie met een laag zelfbeeld. Ik hoefde niet per se op de voorgrond te staan. Daarin hebben anderen mij mijn hele leven verkeerd ingeschat. Ik heb het nooit geambieerd, het is gewoon zo gelopen. Soms dachten mensen dat ik arrogant was. Misschien door mijn tenore stem, of het accent. Ik heb een paar jaar in Amerika gewoond en ik ben getrouwd met een Amerikaanse vrouw. Thuis spreken we ‘Denglish’: Nederlands en Engels door elkaar. Dat gaat dus soms vanzelf. Verder ben ik maar gewoon een jochie van de Veluwe, ik heb geen kapsones. Daar heeft mijn vader wel voor gezorgd, hij was een self made man en heeft mij altijd geleerd om hard te werken.”
Een internationaal huwelijk is ook niet altijd even simpel
Geldt dat ook voor het huwelijk, hard werken?
“Ja, enorm. Ik had nooit gedacht dat een huwelijk zo’n enorme toewijding zou zijn, daarin heb ik me wel vergaloppeerd. Ik was 38 toen we trouwden; voor die tijd had ik het zelf al best wel voor elkaar. Ik was gewend om alleen te zijn en had mijn leven op een bepaalde manier ingericht. Mijn vrouw Kim had al kinderen uit een eerder huwelijk en wij kregen ook al snel twee zoons. Mijn woonkamer was heel minimalistisch en steriel. Als ik dan kinderen met legosteentjes op mijn mooie notenhouten tafel zag rammen, moest ik even flink slikken. Een internationaal huwelijk is ook niet altijd even simpel. Je hebt te maken met twee culturen, gezinnen, exen, kinderen, families, reizen, enzovoorts. Ik kan er een boek over schrijven. En ik heb geleerd dat ik misschien niet altijd zo easy going ben als ik dacht. Daarnaast geeft een internationaal huwelijk een enorme verbreding van je bestaan. Maar ik kan niet ontkennen dat ons huwelijk bij tijden ook onder druk heeft gestaan.”
Wat heeft jullie bij elkaar gehouden?
“Bidden. En Kim! Ik heb een tatoeage op mijn arm met de tekst: ‘Salvatus est per gratiam Dei’. Dat betekent dat ik door genade een kind van God ben. Genade is wat je nodig hebt, ook in je huwelijk. Iedereen maakt fouten. Je kunt elkaar daarvoor afstraffen of genadig zijn. Ik heb sommige dingen niet goed aangepakt. Ook als het gaat om mijn kinderen. Ik, de kinderprogrammamaker, ben misschien niet altijd met genoeg aandacht thuis geweest, helaas. Dat neem ik mezelf kwalijk. Maar ik heb geleerd om op mijn knieën te gaan. Van mezelf ben ik niks, maar door genade mag ik iemand zijn van God. Ik heb daarin een heel eenvoudig geloof. Dat mijn moeder overleed op haar 46e, de ellende in de wereld die ik heb gezien, daar snap ik helemaal niks van. Maar God is God. Daar twijfel ik niet aan.”
Ik ben niet meer dan een geredde zondaar
Hoe verhoudt die ellende zich tot jouw geloof in God?
“Een moment dat ik nooit meer zal vergeten, is dat ik voor Compassion op bezoek was bij een Rwandese vrouw. Haar kindje werd op brute wijze vermoord door rebellen. De vrouw had gebeden dat dit aan haar deur voorbij zou gaan, maar dat ging het niet. Toch had ze een stellig geloof in God. Dit bezoek werd een monument in mijn leven. Als deze vrouw op God kan blijven vertrouwen, hoe kan ik dan nog zeggen: ‘God, ik verwacht dat U dit of dat voor me doet, omdat bepaalde Bijbelteksten dat zeggen?’
God hoeft zichzelf niet door van alles aan mij te bewijzen. Ik ben niet meer dan een geredde zondaar die probeert om goede dingen te doen en daar soms vreselijk in faalt. Maar ik geloof in een God die het volgende moment meteen zegt: ‘Je mag het opnieuw proberen.’ Het sleutelwoord is ‘genade’ en de rest is het leven: de pijn, de zorg, het verdriet, mijn falen, maar natuurlijk ook mooie dingen. Het is niet allemaal kommer en kwel, zeg ik vanuit mijn riante westerse positie. Toch heb ik geen enkele garantie, behalve genade en het feit dat ik een kind van God ben. Daarmee moet ik alles aankunnen.”
Jaren geleden vertelde je in ‘Visie’ over de verslaving van je zoon. Hoe gaat het nu met hem?
“Het gaat goed met hem. Hij heeft een baan in de zorg en zit daar helemaal op zijn plek. Het geeft een ontzettende rust te weten dat je kind goed gaat!”
Welke dromen heb je nog voor de toekomst?
“Ik zou wel weg willen uit Nederland. Niet permanent, hoor. Maar met mijn Surinaamse en Indische bloed ben ik toch een kind van de zon. Ik heb een mooi huis gezien in de bergen van Spanje, het is mijn droom om daar op een gegeven moment meer te zijn. Maar de komende jaren blijf ik nog in de media werken. Want van nietsdoen krijg ik rimpels.”
De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.